Beroemd worden en niks kunnen

Columns

“Het hoogste dat een mens kan bereiken”, heeft de Chinese wijsgeer Lao-Tsje (604-507 v. Chr.) gezegd, “is onsterfelijk worden zonder er iets voor te doen”.

Nu was Lao-Tsje als stichter van het taoïsme een ironicus, wat inhoudt dat hij best het tegenovergestelde bedoeld kan hebben.

Dat neemt echter niet weg dat de wijsheid van Lao-Tse nog altijd actueel is, getuige de uitkomst van een enquête waaruit bleek dat zestig procent van de huidige jeugd beroemd wil worden.

Op zichzelf is dat misschien niet eens zo verrassend.

Wel verrassend is de trendbreuk met het verleden dat het de huidige jeugd helemaal geen bal kan schelen wáármee zij beroemd worden. Tot dusver was beroemdheid altijd gekoppeld aan talent en kunde. Beroemdheid kwam je niet aangewaaid. Je moest ook iets kunnen, hoe klein ook.

Bij dat inzicht hoort zelfs een hele mythologie.

Het Nederlands elftal staat bij rust met 5-0 achter, maar dan komt de jonge voetballer in het veld, die één minuut voor tijd op miraculeuze wijze het winnende doelpunt maakt: 6-5. De prima ballerina verstuikt een dag voor de première haar enkel. Haar invalster danst de sterren van de hemel en verovert de wereld. Einstein was slecht op school, maar toen hij eenmaal zijn best ging doen, groeide hij uit tot een ongekend genie. Enzovoort.

Maar een deel van de jeugd heeft die relatie helemaal niet meer nodig. Als je maar beroemd wordt, het dondert niet met wat. Niet wat je wilt worden is van belang, maar wie je al bent.

Jezelf zijn, daar gaat het om.

Vorige maand zag ik een fascinerende VPRO-documentaire over de New York School for Reality TV.

New York Reality School

Op deze school studeren jongeren die nergens goed in zijn, maar die hopen in een realityshow beroemd te komen. Wat ze leren is hoe ze auditie moeten doen voor Big Brother en aanverwante programma’s. Eigenlijk komt het erop neer dat ze met niks de aandacht op zich moeten zien te vestigen. Wel helpt een zekere mate van gekte en ook seksuitstraling is een pluspunt. De studenten aan de New York School for Reality TV nemen zichzelf serieus en zij zijn reuze blij als zij aan het eind van hun opleiding hun diploma halen. Er zijn er ook die zakken; die kregen de raad om gewoon piano te gaan spelen.

Onlangs heeft John de Mol gezegd dat reality-tv de enige echte televisievernieuwing is van de laatste vijftig jaar.

Ik geloof hem graag.

Zijn gelijk zit hem in het verdwijnen van het verschil tussen werkelijkheid en schijn, waardoor al die realityshows steeds gevaarlijker worden. En dan bedoel ik niet op die twee Georgische cameramensen, die onlangs om het leven zijn gekomen, omdat het gebouw instortte waar de reality show werd opgenomen. Evenmin doel ik op die Turkse meisjes die dagen lang in een huis werden vastgehouden, terwijl ze dachten mee te doen aan een soort Big Brother.

Mohammed Saad Khan

Wat al in de buurt komt, is het lot van de 32-jarige Mohammed Saad Khan, die in een Pakistaanse realityshow met een zeven kilo zware bepakking een meer moest over zwemmen, maar die halverwege plotseling verdronk. Duikers hebben later zijn lichaam uit het water gehaald en Unilever heeft zich als sponsor teruggetrokken, maar mooie televisie was het natuurlijk wel. In één ding heeft Mohammed Saad Khan in elk geval bereikt: zijn naam wordt genoemd, tot zelfs in Nederlandse kranten.

Maar helemaal het einde zijn de moordende realitysterren, die inmiddels Amerika onveilig maken. Zo maakte begin dit jaar de realityster Ryan Jenkins zijn vrouw, het badpakkenmodel Jasmine Flore, een kopje kleiner.

Jasmine Flore

Zij wilde thuis het spel niet langer meespelen. Haar lichaam werd zo verminkt teruggevonden dat ze alleen nog geïdentificeerd kon worden aan de hand van haar borstimplantaten. En vorige maand viel de pornoster Felicia Lee onder de wurgende handen van Brian Randome, een realityster die was uitgeroepen tot de sexiest vrijgezel van Amerika.

Hoedt u dus voor beroemde mensen, vooral zij niets kunnen.

Het Parool, 3 oktober 2009