De deplorabele staat van de PvdA

Beweringen en bewijzen

De PvdA staat in de peilingen op veertien zetels, een dieptepunt in de geschiedenis van de partij. Diederik Samsom heeft dus volkomen gelijk dat de PvdA in “een deplorabele staat” verkeert.

PvdA2

De partij, waarvan mijn vader bij de oprichting op 9 februari 1946 lid werd, bekijk ik altijd met een mengeling van sympathie en deernis. Op die gedenkwaardige dag in 1946 zat ik overigens nog in de buik van mijn moeder.

Met opzet had men in de naam van de partij geen ideologie weergegeven, maar een bezigheid die als hoogstaand en edel werd beschouwd: Arbeid.
Onder sociaaldemocraten in Europa heeft die naamgeving – behalve in Engeland – geen navolging gekregen, maar destijds leefden ook in Nederland bezwaren.

Weinigen zullen weten dat drie maanden later, op 11 mei 1946, de OSDAP werd opgericht  – de Oude Sociaal Democratische Arbeiderspartij. Die partij telde ongeveer honderd leden en is niet erg succesvol geweest, zelfs niet toen zij een lijstverbinding aanging met de Vooruitstrevende Partij voor de Wereldregering (VPvdW). Bij de verkiezingen van 1948 werd 0,3% van de stemmen gehaald en dat betekende géén zetel in de Kamer.

PvdA4

Nadien heeft de PvdA jarenlang de alleenheerschappij bekleed in het sociaaldemocratische krachtenveld. Aanvankelijk leek de Socialistische Partij, die in 1994 haar intree deed in de Tweede Kamer, een verre en ongevaarlijke nazaat van de OSDAP, maar dat veranderde toen Jan Marijnissen ook buiten Oss salonfähig werd. Met de voorspelbare gevolgen: links is geheel versnipperd geraakt en de PvdA verkeert nu in een deplorabele toestand.

Hoe is het zo ver gekomen en wat gaat de PvdA eraan doen? Dat zijn de twee vragen die de partij moet stellen om te overleven.

Tot dusver zijn de analyses die de PvdA heeft gemaakt over haar eigen situatie ronduit beschamend. Zo werd een paar maanden geleden, naar aanleiding van de laatste verkiezingsnederlaag, een rapport gepresenteerd van de werkgroep Dijksma. De leiding van de partij haastte zich te verklaren dat conclusies “stevig waren”, aangezien de werkgroep niet in het leven was geroepen “om zoete broodjes te bakken”.

Maar wie de bevindingen van Dijksma nog eens overleest, leest een bijzonder slap stuk waarin de oorzaak van de tegenvallende resultaten op “de onheldere boodschap” wordt geschoven, die de partij aan de vooravond van de Europese verkiezingen zou hebben uitgestraald. De voornaamste aanbeveling was dat de partijgenoten nog harder moesten gaan werken en dat door strijdbaarheid en zelfvertrouwen de goede tijden van weleer vanzelf zouden terugkeren.

Overigens was Diederik Samsom zelf een van de leden van de werkgroep.

Voor de leiding van de partij werd geen enkele conclusie getrokken. Iedereen bleef gewoon zitten waar hij of zij al zat. In feite was de werkgroep Dijksma een zet om helemaal niets te doen, terwijl de crux nu juist is dat de Partij van de Arbeid een enorm probleem heeft met personele bezetting, kortom, met degenen die haar willen vertegenwoordigen. In feite is alleen Wouter Bos in het bezit van enig charisma, maar uitgerekend hij moet als minister van Financiën onaangename beslissingen nemen. Het zal voor de man die draconisch gaat bezuinigen bijna onmogelijk worden stemmen te trekken.

PvdA3

Het moet maar eens gezegd worden, maar de vrouwen die de PvdA leiden, brengen er werkelijk niets van terecht. Het is waar dat het voor vrouwen – over het algemeen genomen – lastiger is om zich op te werpen als politiek leider, maar vreemd genoeg doet rechts het in dit opzicht veel beter dan links.

Je kunt van Margaret Thatcher en Angela Merkel zeggen wat je wilt, maar het zijn vrouwen die op het electoraat kennelijk een enorme aantrekkingskracht uitoefenen – zowel op mannen als op vrouwen. Zelf ben ik altijd een enorme fan van Margaret Thatcher geweest, hoewel ik het met haar denkbeelden zelden eens was. Bij ons thuis hangt boven de schoorsteen in Delfts blauw het gezegde van Thatcher: “Any woman who understands the problems of running a home will be nearer to understanding the problems of running a country”.

Zet daar nou eens Lilianne Ploumen tegenover. Die straalt zoveel provincialisme uit – en niet alleen door haar zachte gé – dat de kiezers in de randstad al zijn weggelopen voordat zij in beeld is. Ik hoor haar nog zwabberen in het JSF-debat, toen de onheldere boodschap als grote balloon uit haar mond kwam. Maar ze was trots, toen zij zonder tegenkandidaat werd herkozen als partijvoorzitster. Niemand anders wilde, en dat zegt genoeg.

En moeten wij hebben over Marriët Hamer? Woorden ploegen als uitgedroogde kamelen door de woestijn.

Of  Sharon Dijksma?

Laten wij erover ophouden. Eén vingerkootje van Margaret Thatcher, eén oorlelleletje van Berlusconi, één knipoog van Sarkozy, of voor mijn part één heel piepklein puntje van de tong van Obama – en de PvdA zou weer boven Jan zijn.

Pechtold zou nog diezelfde dag weer op nul zetels staan.

En, oh nee, die Diederik Samson is het ook niet.

de Volkskrant, 8 oktober 2009, zie ook voor reacties.