De fabel van de spermatozoo

Beweringen en bewijzen

Het is alweer 25 jaar geleden dat J.H.Donner een stuk schreef, dat beroemd zou worden in de schaakliteratuur. Het stuk heet De fabel van de spermatozoo en het beschrijft hoe rivaliserende organismen zich opofferen om één van hen een bepaald doel te laten bereiken.

Spermatozo

De fabel gaat over de spermatozoïde die als eerste bij de eicel aangekomen voor de grootse taak om “bij haar in te gaan”. Daarvoor moet hij het vrouwelijk pantser penetreren, maar dat kan hij niet alleen. Hij heeft de hulp nodig van de andere spermatozoïden, dus van zijn directe concurrenten.

Alleen samen kunnen zij voldoende zuur produceren om één hunner het vrouwelijk bastion te laten slechten. Volgens Donner vinden er wonderbaarlijke onderhandelingsprocessen plaats om die ene uitverkoren spermatozoïde op te tillen in de vaart van het leven. De bereidheid van de rivalen om zichzelf voor hun concurrenten op te offeren, zag Donner als een noodzaak om iets te bereiken. Zo kun je bijvoorbeeld nooit een schaaktoernooi of een wielerwedstrijd winnen, wanneer jouw concurrenten weigeren zichzelf uit te schakelen door het nemen van onnodige risico’s.

Datzelfde mechanisme, maar dan met een negatieve afloop, moet ook werkzaam zijn geweest bij de ondergang van de DSB.

Het lijkt erop alsof de onderling vechtende partijen op de een of andere manier toch zo eendrachtig hebben samengewerkt dat de ondergang van de bank onvermijdelijk was. Van Jan Peter Balkenende tot Wouter Bos, van Nout Wellink tot Gerrit Zalm, van Ed Nijpels tot Frank de Grave en Robin van Linschoten, van Hans van Goor tot Jelle Hendrickx, allemaal hebben ze wel eens iets gezegd dat niet waar was. En allemaal deden zij dat met de bedoeling om DSB te redden, maar op de een of andere manier schopten zij daardoor steeds tegen het balletje voordat ze het konden oprapen.

De enige die zich buiten de groep van de rivaliserende redders heeft opgesteld, is Pieter Lakeman. Vermoedelijk is hij ook de enige die consequent de waarheid heeft gesproken en binnen het Nederlandse poldermodel is het dan ook volkomen logisch dat juist hij van velen de schuld krijgt van het debacle. De ondergang van Scheringa is trouwens weer een aanwijzing dat het hele poldermodel op instorten staat. Bij de Sociaal Economische Raad is maandenlang gepolderd over de AOW, maar zijn ze er niet uitgekomen.

De naïeve Agnes Jongerius heeft nog even geprobeerd Wilders mee te laten doen, maar met een beetje politiek inzicht was te voorspellen dat ook die strategie niet zou lukken.

Hoeveel meelijden moet je hebben met de slachtoffers van de DSB?

Koopsompolis

Graag zou ik mij van mijn meest meelevende kant willen laten zien, maar ik twijfel. Mensen laten zich wel erg gemakkelijk belazeren. Naar ik meen heeft Adriaan Hiele lijfrentes en koopsompolissen eens beschreven als producten, waarbij je zeker weet dat je van je ingelegde rijksdaalder na 25 jaar één gulden terugkrijgt.

Het zit hem in dat zeker weten.

Mensen zijn weliswaar hebzuchtig, maar bovenal zij ze bang. Ze willen zekerheid dat zij over 25 jaar in elk geval toch iets hebben. Voor die zekerheid zijn mensen zelfs bereid een verlies te aanvaarden en banken spelen graag in op die onrustgevoelens. Daarom zien hun gebouwen er ook altijd zo vertrouwenwekkend uit en komt er altijd iemand bij je die een das draagt, of een keurig gestreepte sjaal als het om een vrouw gaat. Mijn indruk is – en het is ook niet meer dan een indruk – dat DSB vooral vrouwelijke tussenpersonen uitzond als degene die bewerkt moest worden ook een vrouw was.

Zelf ben ik beter gaan opletten, toen ik een keer om de tuin werd geleid door een onaangename klinkende vrouwenstem van de ING, die telefonisch een hogere rente voor mijn spaargeld bood dan de concurrerende bank. Op dezelfde dag dat mijn spaargeld was overgezet, verlaagde de ING zijn tarieven tot het niveau van de bank die ik zojuist had verlaten. Omdat ik het niet op kan brengen uren met de bestemming van mijn geld in de weer te zijn, heb ik mijzelf het advies gegeven: houd het simpel. Als ik in twee minuten niet kan begrijpen waar het om gaat, wil ik er niets mee te maken hebben. Een lineaire hypotheek zonder tierelantijnen valt net binnen mijn bevattingsvermogen.

De komende maanden krijgen wij een fascinerend zwartepietenspel te zien. Ik kan niet wachten! Daarbij zal de algemene stelregel zijn: hoe meer  boter op het eigen hoofd, hoe meer ze Pieter Lakeman de schuld gaan geven. Maar terecht beweren dat een bank niet deugt en daarom maar beter om kan vallen, valt onder de vrijheid van meningsuiting. Weglopen is nu eenmaal het ultieme wapen van de consument. Verkopen ze bij Albert Heijn of C1000 op grote schaal kippen uit legbatterij voor scharrelkippen, dan vertonen wij ons daar niet meer. Hoe sneller failliet, hoe beter.

Wegwezen.

de Volkskrant, 15 oktober 2009zie voor reacties.