Tussen goede wil en donder op

Buitenhof

De klimaatconferentie die morgen in Kopenhagen begint stelt ieder individu voor de vraag welke houding hij moet innemen tegenover de opwarming van de aarde en de daaruit voortvloeiende gevaren voor de mensheid.

Er zijn twee mogelijkheden. De eerste houdt in: wij stoken de aarde gewoon op en na ons de zondvloed.. Wij rijden net zo hard als willen, eten het hele jaar asperges, vissen de oceanen leeg en voor een ijsbeer gaan wij naar de dierentuin.

Deze houding is minder immoreel dan zij lijkt, tenminste als wij met z’n allen afspreken dat wij geen kinderen meer nemen. Als iedereen dat wil, is daar niets op tegen. Zonder nageslacht hoeft er ook geen schuldgevoel te zijn.

Misschien dat een kinderloze enkeling dat gezemel over onze verantwoordelijkheid jegens toekomstige generaties een beetje zat is, maar voor de rest denk ik niet dat er veel animo bestaat om de aarde op te stoken.

Overigens zou radicale geboortebeperking wel meehelpen het probleem te tackelen.

De tweede houding is dat wij, als individuen, ons steentje bijdragen. Daarbij moeten wij beseffen dat de macht van de consument enorm is. Dat heeft Peter Lakeman in de DSB-affaire bewezen. Als Lakeman met een strafzaak wordt gedreigd, omdat hij DSB heeft laten omvallen, dan speelt daarbij ongetwijfeld mee dat sommige instituties als de dood zijn voor de macht consument.

Die macht kan banken en bedrijven omblazen. Daarom moeten wij die macht ook in milieuaangelegenheden laten gelden. Als consumenten zouden beslissen geen vlees meer te kopen bij de kiloknaller dan is morgen de kiloknaller failliet. Als wij geen kersen meer willen uit Chili, dan verdwijnen die kersen snel uit de schappen.

Klimaat

Maar het hoeft niet altijd gepaard te gaan met actie en dreigementen. Wij kunnen zelf ook   eenvoudige maatregelen nemen. Wat vroeger alleen door geitenwollen sokken werd beleden, wordt steeds urgenter. Zo publiceerde NRC/Weekblad gisteren 15 gezinsmaatregelen om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen.

Je hoort ze vaak, maar ik noem ze nog even: een HR-ketel nemen, thermostaat lager, isoleren, groene stroom, minder vliegen, vaker thuis werken, was drogen alleen als het regent, computer uitzetten, laptop in plaats van desktop, geen dikke tv, een zuinige auto, minder voedsel weggooien, minder vlees eten en alleen groeten van het seizoen en korter douchen.

Beseffend dat ik tot hogere middenklasse behoor, stel ik ontevreden vast dat ons gezin aan zeven van de vijftien aanbevelingen gehoor heeft gegeven. Wij hangen de was altijd uit – ook als het regent – en wij hebben in ons geïsoleerde huis een HR-ketel en een LCD-tv. Wij eten kip in plaats van vlees en ik werk thuis.

Maar met een paar aanbevelingen heb ik moeite. Met minder vliegen bijvoorbeeld. Ik wil de aarde wel redden, maar ik wil haar ook graag zien, zeker op vakantie. Net als Ramses Shaffy leven wij maar één keer. Ook wil ik een snelle auto. Die kinderachtigheid is de laatste toevluchtsoord waar de moderne man nog zijn mannelijkheid kan ervaren. En tenslotte houd ik van lang douchen, en dat gaat niemand mij afnemen.

Het leven is schipperen tussen soberheid en uitbundigheid, tussen goede wil en donder op. Als ik mag blijven vliegen, douchen en auto rijden, zal ik voortaan geen kersen in de winter en boerenkoel in de zomer eten.

Maar dat zal niet genoeg zijn en daar ligt mijn fout: Sammy heeft te veel omhoog gekeken en Pammy doet dat nog steeds.

Buitenhof, 6 december