Bibeb (1914-2010) was de beste

Columns

Afgelopen week is op 95-jarige leeftijd Bibeb overleden. Zij heette eigenlijk Elisabeth Soutberg, maar ook in het dagelijkse verkeer sprak je haar aan met Bibeb. In de tijd dat ik nog voor het weekblad Vrij Nederland schreef, kwam ik haar regelmatig tegen. Ze was een grootheid in de journalistiek, net als Renate Rubinstein, maar dan op een andere manier.
Ik heb haar altijd vreselijk aardig gevonden, dit in tegenstelling tot heel wat andere VN-redacteuren die in de gewone omgang vaak arrogant en geborneerd waren.

Bibeb 2

“Ha, Bibeb!”, ik hoor het me nog zeggen. En dan lachte zij haar enorme tanden bloot en verscheen op haar gezicht de uitdrukking van nieuwsgierige verbazing die zij altijd meedroeg.

Dat ze al zó oud was, wist ik eigenlijk niet, maar mijn onwetendheid zegt vooral iets over haar. Ze interviewde zo’n beetje alle beroemdheden van haar tijd, maar liet zichzelf nooit interviewen. Ze kon langdurig over zichzelf spreken, maar dat was allemaal maar schijn. Ze deed dat vooral om anderen te verlokken zichzelf bloot te geven. Om haar eigen persoon daarentegen hing altijd een wolk van ondoordringbaarheid. Een lieve wolk, dat wel. Bundels van haar interviews zijn ook altijd verschenen zonder enige inleiding of biografische gegevens over de auteur.

Haar interviews waren gebeurtenissen, niet alleen voor de geïnterviewde maar ook voor de lezers. Je kocht VN in de eerste plaats voor Bibeb. Haar interviews liepen altijd over naar de volgende pagina, alsof ze nooit ruimte genoeg had. Ze sprak uren met “haar slachtoffers”, zoals zij zichzelf vaak koket noemden.

“Ben je al geïnterviewd door Bibeb?”, was de standaardvraag onder Nederlandse Vips. Kon je die vraag bevestigend beantwoorden dan hoorde je er helemaal bij. Dan kon je rustig sterven. Dat niet al haar interviews nog leesbaar zijn, ligt niet aan haar, maar aan de beperktheid van het journalistieke genre.

Bibebs interviews waren zelden logisch opgebouwd, maar weerspiegelden de grilligheid waarmee gesprekken zich in het gewone leven ontwikkelen. Juist omdat een VN zonder Bibeb een andere was dan een VN met BB, aarzel ik niet haar de grootste interviewer van de laatste vijftig jaar te noemen. Ze was beter dan Ischa Meijer, die je naar mijn idee vooral moest horen. Ischa was op de radio onovertroffen. Dan hoorde je zijn toon, zijn ironie en zijn kwaadaardigheid, maar op papier was Bibeb zijn meerdere. Er waren altijd jaloerse collega’s die beweerden dat “zij niet kon schrijven”, en in zekere zin was dat ook zo, maar als je haar interviews leest als een impressionistisch schilderij dan krijg je vaak een scherp beeld van de geportretteerde.

Bibeb4

Bladerend in haar bundel Bibeb Interviews 73/77 trof ik een interview aan met Gerrit Komrij, dat elke krant weer zou sieren. “Je bent verkouden”, zegt Bibeb argeloos tegen haar gesprekspartner, waarop zij dit antwoord krijgt: “Nee, dat heb ik altijd. ’t Gebeurt ook dat ik dichtklap als met mensen sta te praten. Voor zalen heb ik dat absoluut niet. En zodra ze mij een microfoon voor mijn neus duwen, bloei ik op. Daar word ik ontzettend geil van”. Enzovoort. Via dit interview leer je Komrij goed kennen en voor zover ik weet heeft hij zich nadien nooit meer zo laten gaan.

In de bundel Bibeb & VIP’s staat interview met de onlangs overleden Simon Vinkenoog. “What did Simon tick?”, dat leer je daar wel uit. Vinkenoog laat een  aankondiging zien en zegt: “Kijk, dat is wat ik vanavond ga doen. Sociaal-religieuze discussiegroep, Simon Vinkenoog spreekt over Simon Vinkenoog”. En na een korte stilte: “Hoe meer ik van God weet, hoe meer ik mens word. Maar ik ben niet iemand die zich uit reactie aansluit bij een bepaalde kerk met `t idee dat die alleenzaligmakend is. Aan die puberromantiek doe ik niet mee”. Enzovoort. Die laatste opmerking was natuurlijk een trap tegen Gerard van het Reve, want Bibeb pookte graag vetes op.

Een verzameling van de zeshonderd interviews die Bibeb maakte, zou een indringend tijdsbeeld geven.

Het Parool, 23 januari 2010