Drs. W.A. van Oranje over De Gaulle

Columns

Onlangs werd Willem IV – van prins tot koning gepresenteerd, een biografie van de Volkskrant-journalisten Jan Hoedeman en Remco Meijer. Het boek is zo geschreven dat ik het monarchisten, republikeinen en onverschilligen kan aanbevelen.

In de 400 pagina’s dikke biografie van de pas 42-jarige kroonprins wordt een kwestie aangesneden, waarover ik mij in het verleden alle verschillende malen heb uitgelaten. Ik zal dat weer doen, aangezien de kwestie telkens opspeelt. Het gaat hier om de “zogenaamd geheime” doctoraalscriptie van Willem-Alexander.

Drs. van Oranje 1

Dankzij mijn connecties met prof. H.L. Wesseling, de historicus die student Van Oranje destijds heeft begeleid, heb ik reeds in 1993 uitvoerig uit de scriptie kunnen citeren. In alle opzichten is de scriptie een voortreffelijk werkstuk, geheel in de geest van wat men van leden van Koningshuis mag verwachten. Daarom heb ik destijds voorgesteld ook de drs.-titel voor leden van ons koningshuis erfelijk te maken.

Waarom een kroonprins lang aan iets laten werken, terwijl men al van tevoren weet dat zijn werkstuk met vlag en wimpel de toets der kritiek zal doorstaan?

Afgelopen vrijdag kwam prof. H.L. Wesseling op de forumpagina van de Volkskrant nog eens terug op de wetenschappelijke prestaties van de kroonprins. Hij deed dat onder de veelzeggende kop: “Over de prins regeert het geleuter”. En inderdaad na lezing van zijn opiniestuk moet ik de historicus volmondig bijvallen. Zo merkt Wesseling terecht op dat “het openbaar maken van een scriptie uitsluitend een zaak is van de schrijver”.

Met andere woorden: het is niet de keus geweest van de universiteit of van zijn hoogleraar om de scriptie onder zich te houden, maar uitsluitend van Willem-Alexander zelf. Heel wat kersverse doctorandussen – helaas is de titel inmiddels afgeschaft – deden dat destijds. Naar de reden om van publicatie af te zien, kan men slechts gissen. Bij onze kroonprins kan de angst voor kritiek op de kwaliteit van zijn scriptie beslist geen rol hebben gespeeld. De torenhoge kwaliteit staat buiten kijf. Wat vermoedelijk wel heeft meegespeeld, is een zekere terughoudendheid inzake de privacy. Ongetwijfeld heeft W.A. van Oranje niet willen leuren met zijn werkstuk, een vorm van bescheidenheid die men hem alleen maar in hem kan waarderen.

Dat universiteitsbibliotheek van Leiden met opzet de scriptie van de kroonprins uit het bestand zou hebben geweerd, is een kwaadaardige gedachte die Wesseling naar het land der fabelen verwijst. Ook hier is de kroonprins uiteindelijk de enige verantwoordelijke. Op elke scriptie rust namelijk auteursrecht, hetgeen inhoudt dat de student zelf beslist wie toegang  tot zijn werkstuk krijgt. Als men – zoals ik heb gedaan – gewoon bij de kroonprins het verzoek ter inzage indient, zal niet teleurgesteld worden. Logisch eigenlijk dat Willem-Alexander niet iedere non-valeur toelaat tot zijn wetenschappelijke arbeid en dat hij zich ervan wil vergewissen of de motieven van de opvrager wel serieus en integer zijn.

Drs. van Oranje 2

En dan nu de inhoud van de scriptie, die getiteld is: De Nederlandse reactie op de beslissingen van generaal De Gaulle om uit de organisatie van de N.A.V.O te treden. 1965-1966.

Wetenschappelijk niet onopgemerkt is de ontdekking van onze kroonprins gebleven dat De Gaulle maar een klein mannetje is geweest, vermoedelijk niet langer dan 1,64 meter. Zijn geringe lengte maskeerde de generaal door onder zijn uniform plateauschoenen te dragen.

Veel aandacht besteedt Willem-Alexander aan de brief die De Gaulle op 7 maart 1966 heeft gestuurd aan Lyndon Johnsen, de toenmalige president van de Verenigde Staten. De Gaulle protesteert daarin met kracht tegen de eerste MacDonald’s die in Parijs verrijzen. Hij waarschuwt zijn Amerikaanse ambtsgenoot dat een dergelijke aantasting van de Franse eetcultuur niet zonder gevolgen zal blijven. Johnson antwoordde echter dat hij, “als Texaanse boer” ook wel van Big Mac hield en dat hij derhalve niet aan het verzoek van De Gaulle kon voldoen. De gevolgen zijn bekend: Frankrijk trad uit de NAVO en zou daarin pas jaren later terugkeren.

Drs. Willem van Oranje heeft die geschiedenis op een even heldere als indrukwekkende manier beschreven. Tenslotte nog dit: het telefoonnummer, zichtbaar op de omslag van de scriptie werkt niet meer

Het Parool, 30 januari 2010