Leve de Partij voor Pijpbelangen!

Beweringen en bewijzen

En zo stond ik, nadat ik mijn zoon naar school had gebracht, om kwart voor negen ’s ochtends in het stemlokaal. Voor me in het hokje lagen twee grote uitgespreide vellen en een rood potlood.

Rode potlood

Ik draaide het rode potlood een paar keer liefderijk tussen de vingers. De vorige keer ging het nog met een stemmachine, maar dat was gelukkig weer afgeschaft. Stemmen beschouw ik als een ritueel, waar geest én lichaam bij zijn betrokken. Heel de mens. De hostie laat je ook niet door een robot op iemands tong leggen. Niet de joods-christelijke traditie, waar André Rouvoet zo de mond van vol heeft en die de Joden niets anders heeft gebracht dan vernietiging, staat symbool voor de westerse democratie. Het is dat mooie rode potlood.

Daar stond ik, en de vraag was alleen nog op wie ik zou gaan stemmen.
De afgelopen was ik door al die televisiedebatten murw gebeukt. Ik had mij daarbij voorgenomen te gaan stemmen op de politicus die het minst het woord “samenleving” had gebruikt. Ook het woord “meedoen” had ik de ban gedaan en de uitdrukking “het gaat om de toekomst van ons land” kon ik helemaal niet meer horen. Over de zin – “in onze samenleving moet iedereen meedoen, want het gaat om de toekomst van het land” – zal ik het maar niet meer hebben. Inmiddels kon ik ook geen moslim meer verdragen, of die nou wel of niet meedoet. En dan te bedenken dat die campagne nog tot 9 juni voort gaat duren.

Maar nu eerst gemeenteverkiezingen. Of het bij veel Nederlanders anders is, weet ik niet, maar stemmen is voor mij een aftreksom. Ik ga altijd eerst na op welke partij ik niet wil stemmen. Veel blijft er dan meestal niet over. Omdat ik Amsterdam woon, moet ik zowel voor de gemeenteraad als voor de deelraad mijn stem uitbrengen. Eerst het verkiezingsvel voor de deelraad. Er staan maar liefst 22 partijen op, terwijl aan de alles omvattende gemeenteraadverkiezingen 19 partijen meedoen. Sinds mijn provojaren ben ik geneigd voor de deel- en de gemeenteraad op een lokale partij te stemmen. Het debacle met de Noord/Zuidlijn, dat toch vooral op conto staat van de gevestigde partijen, heeft aangetoond dat je op kleine schaal even goed voor de charme van amateurisme kunt kiezen.

Zuid en Pijpbelangen

In mijn deelraad zijn drie lokale partijen, waarvan Zuid- en Pijpbelangen het meest mijn buurt lijkt te vertegenwoordigen. De naam van de partij is wat ongelukkig gekozen, maar niet getreuzeld: ik stem op Marianne Dicker van Pijpbelangen.

Zou zij diezelfde Marianne Dicker zijn, die vroeger aan het toneel was gelieerd? Had ze niet iets met Lodewijk de Boer? Hoe zij het tegenwoordig met haar gaan? Lang niet gezien. Zou ze nog rood haar hebben? Ik bedoel maar: in de lokale democratie kies voor je vrienden, kennissen en buren.

Zo, die stem zit erop.

Nu naar het kolossale vel voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wat meteen opvalt, is Partij 19. Die heeft geen naam. Er staat alleen “19”, met daar onder drie namen: H.Kattous, M Bouhassani en A. Batou. Wat zouden die drie willen? Zijn het afvalligen van een andere partij. Jammer dat ik in het stemhokje niet even mag googlen. Dat moet in de toekomst worden toegestaan. Er is in Amsterdam ook de Republikeinse Moderne Partij, met twee kandidaten: D.A (Delano) Felter en R.L. (Roel Felter). Dat wordt vanaf het begin nepotisme en vriendjespolitiek.

Dan heb je de Nationale Democratische Partij en de Partij voor Mens en Spirit. Als het de Lokale Democratische Partij had geheten, had ik er over willen nadenken. Verder ben ik tegen de Spirit, maar vóór het Lichaam en het Materiële. Op confessionele partijen, zoals het CDA en de Christen-Unie, stem ik sowieso niet. Ook wil ik in Amsterdam de zittende partijen, die verantwoordelijk zijn voor het debacle van de Noord/Zuidlijn, niet belonen. Al jaren moet ik levensgevaarlijke capriolen uithalen om in de continu opgebroken Ferdinand Bolstraat mijn goedkope Hema-sokken te kopen.

De PvdA valt af en dat is ook het geval met de Groenen. Wat voor Marijke de Vos gold in de gemeenteraad, heeft in het kabinet voor Eberhard van der Laan gegolden: veel plannen, een hoge borst en praktisch niets bereikt. Cynisme als idealisme vermomd.

Wat blijft er na in deze aftreksom nog over?

Mijn oog valt op partij 8: Red Amsterdam. Ik huiver. Lijsttrekker Pitt Treumann was lang geleden wethouder van de PvdA. Tweede op de lijst is Nellie Frijda, oftewel: ma Flodder. Verder kom ik de naam tegen van Theo Uittenbogaard, nog bekend van zijn bijdragen aan het AVRO’s jeugdprogramma Minjon (1953-1970). Lager op de lijst: Theo Stokkink en Jan Haasbroek. Ook schijnen André van Duin, Johannes van Dam en Hanneke Groetenman er iets mee te maken te hebben, maar hun namen kan ik niet vinden.

Ik twijfel. Misschien moet Amsterdam maar ten onder gaan.

de Volkskrant, 4 maart 2010. Zie ook voor reacties.