Leve Anelka!

Columns

In de Volkskrant las ik een stuk waarin de heimwee werd bezongen naar Zinedine Zidane. Ja, dat was pas een voetballer! Dat ook Zidane wel eens op een kritiek moment in de wedstrijd van het veld is gestuurd, stond er niet in. Toen ik de televisie aanzette, zag ik George Weah. Hij zat in een dure auto en werd door het raampje geïnterviewd, door een journalist die op zijn knieën moest zat.
Wat een geweldige speler was dat, die Weah! Heeft u trouwens Maradonna zien coachen? Hier was niet alleen de hand van God aan het werk, maar het hele lichaam van God. In een andere reportage kwam Pele aan het woord en bij een wedstrijd van het Nederlands elftal zat Johan Cruijff op de tribune. Allemaal fantastische voetballers! Bijna net zo goed als Wim Bleijenberg, die ik nog voor Blauw-Wit heb zien spelen.

Wim Bleijenberg

Ligt het mij, of  verveelt u zich ook zo bij de meeste wedstrijden in Zuid-Afrika?

Het lijkt wel of alleen het laatste kwartier ertoe doet. In de minuten daarvoor wordt de bal geduldig heen en weer geschoven tot er eindelijk “een opening” is gevonden. Schaakvoetbal, heet dat, om aan te geven dat er niets gebeurt. Maar die aanduiding is verkeerd. Schaken is juist heel opwindend, voetballen is saai. Wanneer een schaakpartij ontaardt in voetbalwedstrijd zijn de schakers in slaap zijn gesukkeld.

Omdat de voetballers z’n beetje allemaal even goed getraind zijn, is er bijna geen doorkomen meer aan. Een “rally” duurt doorgaans niet langer dan een halve minuut. Dan ligt er al weer één op de grond en wordt er gefloten. Slechts zeventig minuten van een voetbalwedstrijd wordt besteed aan voetballen. De rest is: opstaan, bal neerleggen, met de arbiter praten, wisselen, enzovoort.

In veel gevallen staat het in de tweede helft nog 0-0 of  met een beetje geluk 1-0.

Daar zitten dan honderden miljoenen mensen naar te kijken. Als je beseft dat al die mensen zo hun tijd voorbij laten gaan, wordt het je soms droef te moede. Stel je voor dat al die kijkers iets nuttig hadden gedaan. Miljarden en miljarden manuren waren vrijgekomen om de wereld vooruit te helpen. Het armoedeprobleem bijvoorbeeld zou in één klap zijn opgelost.

De meeste opwinding bracht het schandaal in Franse team. “Val dood, hoerenzoon”, zou Anelka tegen trainer Domenech hebben geroepen. En ook moest die zijn moeder in haar reet gaan neuken. Het stond allemaal in de krant. Dat zou dertig jaar geleden niet zijn afgedrukt. Maar het meest gênant was toch het optreden van Roselyne Bachelot, de Franse minister van Sport, die naar Zuid-Afrika reisde alsof het een wereldzaak betrof. Daar sprak zij de voetballers toe alsof het kleine kinderen waren, waardoor ik ineens het gevoel kreeg dat Anelka vreselijk gelijk had.

Leve Anelka en de bloten billen voor Roselyne!

Terug bij Chelsea in Londen werd Anelka meteen bevolen zijn mond te houden. Dat is helemaal de voetbalwereld: koppen dicht. Ik hoop dat Anelka, als de enige volwassene in zijn omgeving, ook met die opdracht zijn gat afveegt. Bek houden geldt natuurlijk niet voor de voetbalanalytici. Zo wordt op de Nederlandse televisie elke avond, op drie netten tegelijk, van de vroege morgen tot de late avond eindeloos doorgezeverd over voetbal. Daar zij wij werkelijk wereldkampioen in. Bij de publieke omroep zit Jack van Gelder met Studio Sportzomer en bij VI Oranje van RTL zit Johan Derksen met aanhang. Als zij helemaal niets meer te zeggen hebben, gaan zij over elkaar lullen.

Jack van Gelder

De zelfgenoegzaamheid van Jack van Gelder is, geloof ik, toch wel het allerergste.

Wat straalt die man uit dat hij zichzelf vreselijk goed vindt, terwijl hij er eigenlijk helemaal niets van kan. Samen met Bert Maalderink voert hij een dagelijkse debielenshow op, die niets met journalistiek te maken heeft. Misschien kan Roselyne Bachelot onze Jack eens toespreken.

Het Parool, 26 juni 2010