Eigen volk tweeds

Buitenhof

In 1995 werd Hans Janmaat van de Centrumdemocraten veroordeeld voor leuzen, die hij en zijn aanhangers hadden geroepen tijdens een demonstratie in Zwolle. Voor de leuzen “Vol = vol” en  “Eigen volk eerst” kreeg Janmaat tweeduizend gulden boete, alsmede een gevangenisstraf van 35 dagen, waarvan vijftien voorwaardelijk. In hoger beroep liep de geldboete op tot 7500 gulden.

Janmaat

Achteraf is het raadselachtig waarom die leuzen zo aanstootgevend waren. Leeg is leeg. Een fiets is een fiets en a is a. In de logica heet zoiets een tautologie, een uitspraak waarin niets nieuws wordt beweerd.

Even banaal is: “Eigen volk eerst”.

Ja, wat dacht men dan? Eigen volk tweeds of derds?

Eigen volk eerst is de stelregel van iedere natie. Geen Nederlander zal het redelijk vinden om onze pensiongelden aan de Franse stakers geven, zodat die vanaf hun zestigste achter hun stokbroden kunnen zitten.

Ook in 1995 waren er tegendemonstraties. Er werd toen een bord meegedragen met daarop het woord: “Facsisten”. (spreek uit: faksisten). De s en de c omgedraaid, want eigen spelling eerst. Inmiddels betekent het woord fascist al even weinig als het woord racist heden ten dage.

De veroordeling van Janmaat wekt de indruk dat de rechterlijke macht destijds werd bewogen door een reddingsfantasie. Als de Nederlandse samenleving niet gered kon worden door politici, dan zouden de rechters pal staan. Ook bij de totstandkoming van het proces tegen Wilders moeten zulke motieven hebben meegespeeld.

Intussen zijn wij vijftien jaar verder en sindsdien is er veel gebeurd. Wat in 1995 nog een onbeduidende zaak was, is anno 2010 al opgeblazen tot “het proces van de eeuw”. In feite is het proces tegen Wilders niets anders dan een klucht.

Want ga maar na.

De verdachte is iemand die altijd het hoogste woord heeft gevoerd, maar die in de rechtszaal  ineens zwijgt. De aanklagers en hun advocaten zijn – een enkeling daar gelaten – zeloten en malloten. De rechters begaan de ene blunder na de andere en zijn met succes gewraakt. De verdediger zit elke avond in een talkshow, waar hij zorgt voor topamusement. De verdediger heeft ons zelfs een requisitoir beloofd van veertien uur, ongeveer de lengte van een redevoering van Fidel Castro in zijn beste dagen.

En tenslotte is er nog een raadsheer van het Hof, uitgerekend de man die de vervolging van Wilders entameerde, die naar een dinertje van notabelen is gegaan om daar een vorkje te prikken met een getuige die geen getuige mocht zijn en die daarover weer later op de site Hoeiboei een boos stukje heeft geschreven.

Frits van Egters, de hoofdpersoon uit De Avonden van Gerard van het Reve, gebruikte het als standaardgrap als hij ergens binnentrad: “Hoeboei, ik moet hier even zijn!”.

Mooi niet dus.

Kortom, het proces tegen Wilders hangt van bespottelijkheden aan elkaar. Alleen het Openbaar Ministerie heeft verstandig gehandeld door het eerst af te zien van vervolging en vervolgens, toen het proces toch werd doorgezet, vrijspraak te eisen.

De zaak alsnog seponeren zou natuurlijk het beste zijn, maar in het recht moeten procedures nu eenmaal tot het einde worden afgehandeld. Daarom zal over een half jaar de tweede akte worden opgevoerd. Wat voor de rechterlijke macht als een reddingsfantasie begon, dreigt zo te eindigen in een regelrechte nachtmerrie.

Hoeiboei.

Buitenhof, 24 oktober 2010