Gedaald tot een bedenkelijk niveau

Beweringen en bewijzen

Omdat mijn vader journalist was en in die hoedanigheid ook de ingezonden brievenrubriek beheerde, ben ik van jongs af aan vertrouwd geweest met het fenomeen van boze mensen die het niet eens zijn met wat in de krant staat.

Boos

De rubriek van mijn vader heette “Maar meneer…”, een titel die tenslotte gesneuveld is onder de feministische kritiek dat een krant niet alleen een meneer is, maar ook een mevrouw. Tegenwoordig hebben die rubrieken allemaal onbestemde namen als “Geachte Redactie” of “Reacties”.

Een naam die in mijn geheugen gegrift staat, is die van mijnheer Torenspits. Dat was een abonnee, die ons altijd precies om etenstijd belde.

Net wilde mijn vader het suddervlees opscheppen, of daar belde mijnheer Torenspits.

Die ging dan heel verhaal ophangen over de Frans-Duitse betrekkingen, dit zeer tot ongenoegen van mijn vader die langzaam zijn kuiltje jus zag weglekken.

Abonnees vormen een mensensoort die men met egards dient te behandelen, maar het moet ook niet te gek worden. Het schijnt dat de legendarische journalist Piet Heil ooit eens heeft teruggeschreven: “Geachte lezer,  ik heb uw brief voor mij. Ik zit op de wc. Straks heb ik uw brief achter mij”.
Sinds Piet Heil is er veel veranderd. Internet en andere multimediale mogelijkheden hebben de abonnee mondiger gemaakt. Veel abonnees zijn zelfs zo mondig geworden dat zij voor zichzelf zijn begonnen via weblogs, twitter, Facebook en wat dies meer zij. Schrijf je tegenwoordig een stukje in de krant of zeg je iets op de televisie dan word je rechtstreeks aangesproken door een oprukkende cohorte die er zin an heeft. Daarbij gaat het niet altijd zachtzinnig toe. Het uitroepteken is weer helemaal terug.

Aan de reacties kan ik aflezen hoe andere mensen mij zien. Over het algemeen vind ik het van kracht getuigen als iemand gedurende zijn leven verschillende malen van mening verandert, maar mijn eigen oordelen beschouw ik als tamelijk consistent. Misschien zie ik dat helemaal verkeerd. Een linkse krant weigerde mij eens een contract, omdat ik Willem Frederik Hermans een groot schrijver vond, die van mij best naar Zuid-Afrika mocht gaan. Een andere krant ontsloeg mij, omdat ik bevriend was met Theo van Gogh. Ik vind Roel van Duijn – historisch beschouwd – veel belangrijker dan Balkenende of Bolkestein. En misschien ook wel belangrijker dan Drees.

Ik zie niets in religies en dus ook niets in de islam. Ik ga liever uit met Ayaan Hirsi Ali, dan met Mariëtte Hamer – en ik hoop ook vice versa. Maar ik zie evenmin iets in het verscheuren van de Koran, in het schieten op Marokkaanse knieschijven, of in een kopvoddentaks. Ik zie niets in het afhakken van de linkse neus van Clairy Polak, dat Martin Bosma zo graag schijnt te willen.

Wat ik in de loop der jaren wel heb geleerd, is dat de links-rechts tegenstelling net zo aan mode onderhevig blijkt te zijn als kleding. De ene keer draag je dit, de andere keer draag je dat. Daarom zie je vaak dat dezelfde mensen die vroeger links (of rechts) waren, tegenwoordig rechts (of links) zijn. Waar het vandaan komt weet ik niet, maar mij verbaast het dat vrouwen deze herfst ineens allemaal op hoge hakken lopen. Mij heeft het ook altijd verbaasd dat het marxisme in de mode was. En mij verbaast het nu dat rechts de boventoon voert, terwijl je zou denken dat de financiële crisis ideaal is voor linkse sentimenten.

Sinds ik regelmatig via Buitenhof het volk mag toespreken, krijg ik ook een goede indruk wat het volk van mij vindt. Aanvankelijk vonden ze me maar een rechtse bal, dat was duidelijk. Toen ik partij trok voor de afvallige moslim Ehsan Jami en Job Cohen bekritiseerde over zijn slappe houding inzake de integratie kreeg ik zo’n beetje hele linkse onderbuik over mij heen. “De heer Pam heeft de reactionaire belangen in de kaart gespeeld”, schreef een kijker. Maar toen ik mij onlangs tegen het nieuwe minderheidskabinet afzette, kreeg ik plotseling te horen: “Dit zijn uitlatingen van een vies stinkend links varken”.

De reacties overziende, moet ik vaststellen dat linkse en rechtse klagers het over één ding roerend eens zijn. Ze vinden allemaal dat ik bij Buitenhof moet worden ontslagen. En zij vinden allemaal dat het niveau, sinds ik erbij ben, enorm is gedaald. Ja, vroeger, toen was Buitenhof pas goed. En objectief!

Er zijn natuurlijk ook verschillen tussen linkse en rechtse klagers. Links vindt vooral dat je gek bent en moet worden opgesloten. Rechts heeft het meer over je verraad aan de slachtoffers, die in deze oorlog reeds zijn gevallen. Een enkele reis Saoedi-Arabië, alsmede een klap voor je kop, heb je bij rechts sowieso verdiend. Links zou mij graag levenslang tbs geven. Rechts is recht voor zijn raap: levenslang zonder tbs
Een lastige keus.

de Volkskrant, 15 oktober 2010