2 november: de dood van Gerrie Knetemann

Columns

Afgelopen 2 november moest ik in het land optreden voor een publiek van vierhonderd man. Ik begon met de vraag of iemand bij de datum van 2 november een bepaalde gedachte had.

De zaal dacht na.

Tenslotte riep iemand uit het publiek: “Allerzielen!”.

Dat was correct, maar toch niet het antwoord dat ik bedoelde. Toen ik de vraag later  in een ander gezelschap stelde, kreeg ik te horen: “2 november? Is Gerrie Knetemann toen niet gestorven?”. Maar ’s middags in de zaal bleef het bij Allerzielen. Toen ik tenslotte zei dat op 2 november 2004 ook Theo van Gogh was vermoord, klonk het verbaasd: “O ja…”.

Zo snel gaat het dus.

Zes jaar geleden was Nederland in rep en roer. Maanden lang hebben de kranten er vol van gestaan. Wij werden overspoeld door de internationale pers, die wilde weten wat er met ons tolerante land aan de hand was. Zelfs Vargas Llosa, de schrijver die dit jaar de Nobelprijs heeft gekregen, bemoeide zich ermee. Maar nu , anno 2010, is die datum van 2 november alweer uit ons nationale geheugen gewist.

Van Gogh herdenking

De remedie tegen het vergeten is het herdenken. Op het AT5 nieuws zag ik beelden van een verdwaald groepje mensen, dat droevig stond te kijken bij de plaats waar Van Gogh was neergestoken. De herdenkers werden aangeduid als “Fortuynisten”. De burgemeester van Amsterdam had willen komen, maar toen die had begrepen wie zijn toehoorders zouden zijn, had hij zich alsnog afgemeld. Zelfs Grote Geert, de islambestrijder, was er niet. Terwijl Geert via zijn website nog T-shirts te koop heeft aangeboden met de beeltenis van Theo.

Herdenken doe je in eentje, of helemaal georganiseerd. Zo lees ik dat de NOS en het Nationaal Comité 4 en 5 mei een nieuw “vijfjaren-convenant” hebben ondertekend, waarin is vastgelegd dat de Dodenherdenking en het Bevrijdingsconcert rechtstreeks zullen worden uitgezonden. Tenminste tot 2015, en daarna zien wij wel weer verder.
Maar ook daarna zal het We ‘ll meet again ongetwijfeld doorgaan. Nieuw is een groots jongerenprogramma rond de zogenaamde “Ambassadeurs van de Vrijheid”. Volgens het persbericht zullen er de komende vijf jaar ook “stiltespots” worden gemaakt, waarin Bekende Nederlanders oproepen om twee minuten stilte in acht te nemen.

Oh, oh…wat zou Nederland toch zijn zonder Bekende Nederlanders?

Niks, nada, nul, komma, nul. Ik zie het al weer voor me: Geer & Goor die – tussen de scheten door – om twee minuten stilte vragen. Ik bedoel maar: het liefst zou ik al die BN’ers die daar aan meedoen, laten fusilleren.

Nationaal Comité voor 4 en 5 mei, verzin eens iets anders dan dat geflikflooi met Bekende Nederlanders!

In feite is herdenken alleen maar uitstel van vergeten. Jan Wolkers zal sneller weg zijn dan het gruis van de piramides. Jan Blokker wordt door niemand meer gelezen en eens zal geen Nederlander meer weten wie Harry Mulisch was. Fijne gedachten voor bij het haardvuur, maar intussen spookte die datum van 2 november de afgelopen week nog door mijn hoofd. Ik bracht een bezoek aan De Gezonde Roker, de site van Theo van Gogh, die nog steeds online is. Ik dacht aan de Prettige Gesprekken van Theo, onder meer met Mohammed Rabbae, die destijds – ook al via de rechter – de Duivelsverzen van Salmon Rushdie wilde verbieden. Theo liet hem keurig uitspreken, om later op schrift zijn tanden in Rabbae te zetten.

Bij bepaalde doden ben je geneigd je af te vragen: wat zou die ervan gevonden hebben? Wat zou Van Gogh bijvoorbeeld van Geert Wilders hebben gevonden? Moeilijk te zeggen. Van Gogh zag meer in Rita Verdonk en hij was een trouw mens. Aan de andere kant was hij ook weer erg ontrouw. Bovendien als Theo niet was vermoord, was Geert Wilders nooit zo hoog gestegen.

Kortom: interessante vragen, allemaal zonder antwoord.

Het Parool, 6 november 2010