Kunst van mijn belastingcenten

Beweringen en bewijzen

In München ging ik naar La Traviata van Verdi. Het kaartje kostte 133 euro. Een hoop geld. Vorig jaar heb ik La Traviata ook gezien in de Amsterdamse Stopera. Ik geloof dat ik toen voor een kaartje 85 euro heb betaald.

La Traviata 2

Ik vond beide voorstellingen prachtig. De rol van Violetta werd zowel in München als in Amsterdam door een Russische gezongen, zij het niet door dezelfde Russische. De Russische in München (Olesya Golovneva) won van de Russische in Amsterdam (Marina Poplavskaja), maar het de overwinning was heel nipt. Het toneelbeeld en de mise-en-scène waren in Amsterdam veel mooier, waar tegenover staat dat de zaal in München veel imposanter is.
De opera in München is trouwens in de oorlog plat gegooid en in de jaren zestig weer precies zo herbouwd.

Opera München

De Duitsers zijn erg goed in het herbouwen en restaureren. Ze herbouwen iets ouds precies zoals het vroeger was, of zij zetten iets geheel nieuws neer. Nederlanders bouwen liever aan het oude iets nieuws vast. De opera in München is zes balkons hoog. Hitler moet zich in de negentiende eeuw hebben gewaand, toen hij in zijn loge plaats nam.

München is de stad van BMW, een automerk in de duurdere klasse. Het lijkt me dat hier in de pauze veel BMW-publiek rondloopt. Nooit zo veel goud en parelkettingen bij elkaar gezien. Sommige mannen dragen van die typische Beierse pakken. Mij zou het niet verbazen als BMW een belangrijke financiële bijdrage levert aan deze opera. Om elke hoek verwacht ik Louis van Gaal aan treffen, in zijn beste pak, zittend achter een bord braadworst en potje bier. Maar dat gebeurt niet. Zou wat hier in de pauze rondloopt de moderne Duitse elite zijn, of ziet die er anders uit? Duitsers zijn ernstig. Nergens wordt zo veel gelezen als in de ondergrondse van München. La Traviata is helemaal uitverkocht: zo’n duizend bezoekers op een doordeweekse dag.

In Nederland zal door het nieuwe kabinet op kunst worden bezuinigd. Rechts is daar vingerlikkend voor, behalve dan Frits Bolkestein, die juist vindt dat er geld bij de kunsten moet. Hij is een eenzame stem in dat kamp. Misschien heeft hij thuis enorm op zijn kop gekregen. Zijn vrouw is actrice en die ziet de bezuinigen op het theater vast niet zitten. Zo is het met alles in het leven: als je ergens zelf bij betrokken bent, ga je dingen met andere ogen beschouwen.

Je kunt niet ontkennen dat er een zekere dapperheid spreekt uit de bezuinigingen op de kunsten. Budgettair levert het vrijwel niets op, maar het kabinet zal wel een hoop heibel moeten trotseren. Het kabinet moet dus echt zin hebben in de confrontatie. Er leeft in de huidige maatschappij een soort leedvermaak – vaak heimelijk beleden, maar soms ook openlijk – dat er op uit is om kunstenaars een lesje te leren. Per slot hebben die kunstenaars van onze belastingcenten abstracte beelden gemaakt met een gat erin.

moderne kunst

Dat leedvermaak regeert thans bij rechts, maar is in de arbeidersklasse begonnen. Daar regeerde in het begin van de twintigste eeuw nog de notie dat kunst belangrijk was voor het geestelijk welzijn van de bevolking. De verheffing van het volk bracht de arbeider het theater. Met de Arbeiderspers en de Wereldbibliotheek kregen de verworpenen der aarde hun eigen kranten en uitgeverijen.

Maar ergens in de jaren zeventig is het biefstuksocialisme binnengeslopen. Arbeiders gingen niet meer het theater, maar gaven hun dure geld uit aan een voetbalkaartje. De politici hebben hun beleid daarop aangepast. Ook wanneer de sufste voetbalclub door grof aankoopbeleid in de financiële problemen raakt, is de betreffende gemeenteraad bereid met onze belastingcenten bij te springen. Het is veelzeggend dat dit kabinet zo’n beetje op alles wil bezuinigen, maar niet op de sport.

Het vorige kabinet met de PvdA deed daar trouwens ook aan mee, vooral onder het mom dat sport bindend is en dat er door de sport bruggen worden geslagen. Maar tegelijkertijd is de sport een wereld waar corruptie een normaal verschijnsel. Het bedrijven van topsport bijzonder ongezond.  Bovendien kosten de duizenden blessures die elke weekend worden opgelopen, de samenleving vele miljarden. Van mijn belastingcenten worden al die sporters weer opgelapt.

Hoe moeten de kunsten zichzelf nu verdedigen?

Met Lucebert kun je zeggen: “Alles van waarde is weerloos”. Dat is ook een hautaine positie, die je overlevert aan de gunsten en luimen van anderen. Je kunt voor elke halve cent gaan vechten, maar daar heb je weer vergadertijgers voor nodig, en dat zijn meestal zelf niet de grootste kunstenaars. Maar misschien is wel het grootste probleem dat er in Nederland geen modern mecenaat bestaat dat de kunsten wil stimuleren. Wij zijn een ethisch volk, dus geld voor een goede doelen doneren wij graag. Maar voor kunst hebben de Nederlandse rijken niet zo heel veel over.

de Volkskrant, 29 oktober 2010