Roel van Duijn is een groot man. Hij is veel meer dan zo maar een provo, die het ooit tot de Amsterdamse gemeenteraad heeft gebracht. Roel van Duijn is iemand die de hearts and minds heeft beïnvloed van zijn generatie en van vele generaties daarna. Hij heeft niet voor niets de voorpagina gehaald van The New York Times.
Zonder Roel van Duijn zou de geschiedschrijving van de jaren zestig onvolledig zijn. Dankzij Roel van Duijn kwam er een einde aan de paternalistische jaren die aan hem vooraf gingen. Wij zijn het ons misschien niet bewust, maar het geweldloze anarchisme, samengevat in dat verstrekkende maar ook zo lullige woord “ludiek”, heeft voor een radicale verandering gezorgd in ons denken en handelen.
Zowel links als rechts heeft veel aan Roel van Duijn te danken. Bob Fosko van de SP is zonder Van Duijn ondenkbaar en zelfs GeenStijl is een verre nazaat. Daarom is Van Duijn historisch gezien van een groter belang dan Joop den Uyl, Ruud Lubbers of Frits Bolkestein.
Vorig jaar kreeg Roel van Duijn van de staat een doos vol materiaal, dat in de loop der jaren door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) over hem werd verzameld. Van Duijn keek ernaar met een mengeling van verbazing en verontwaardiging. Verbazing omdat het zo veel was en verontwaardiging omdat er een voortdurende inbreuk was gemaakt op zijn privacy. Er zal zeker ook teleurstelling bij zijn gekomen, want nogal wat medestanders van vroeger bleken in werkelijkheid meelopers van de BVD te zijn geweest.
Aan de hand van de stukken kon Van Duijn zien dat het aan hem overgedragen materiaal niet volledig was. Om het ontbrekende deel los te krijgen, ging hij naar de rechter, die afgelopen donderdag Van Duijns argumenten aanhoorde. Naar mijn mening zou het een grof schandaal zijn als Van Duijn niet in het gelijk wordt gesteld. Achteraf kun je moeilijk volhouden dat Van Duijn met zijn geweldloze acties een gevaar voor de staat is geweest. In feite is Van Duijn een door en door keurige man, die zijn doel langs democratische weg geprobeerd heeft te bereiken. Weinig gemeenteraadsleden hebben hun taak zo toegewijd opgevat als Van Duijn.
Voor het achterhouden van het materiaal kan ik maar twee redenen bedenken. De eerste is dat de BVD zijn eigen stommiteiten wil verhullen. De tweede reden is dat er misschien nog namen vrijkomen van mensen, die liever in het duister blijven. Beide redenen wegen niet op tegen het persoonlijke belang van Van Duijn om de stukken alsnog te mogen inzien.
Tot mijn genoegen las ik dat Roel van Duijn de rechtszaal was binnengestapt met zijn ridderorde op zijn beige trui gespeld. Deze koninklijke onderscheiding was hem in 2003 uitgereikt voor zijn leven als oerdemocraat. Overigens wees de rechter hem er direct op dat men de ridderorde alleen op een jacquet behoort te dragen en daarin kon Van Duijn hem slechts schuldbewust gelijk geven.
Bij dezen wil ik graag bij de rechter een goed woordje doen voor Van Duijn, die ik al heel lang ken. Toen wij elf jaar geleden trouwden, hebben mijn vrouw en ik aan Roel gevraagd of hij voor ons wilde optreden als ambtenaar van de Burgerlijke Stand. En dat heeft hij gedaan. Hij was zonder meer de beste ambtenaar van de Burgerlijke Stand die ik ooit heb meegemaakt. En dat wil wat zeggen, want ik ben al twee keer getrouwd geweest.
Roel kwam daar in een grijs driedelige pak, met de horlogeketting van zijn vader. En hij hield een geweldige toespraak, waarbij wij het even niet droog hielden. Ziet u wel edelachtige: Roeland Gerrit Hugo van Duijn – roepnaam Roel – weet best hoe het hoort!
Het is uw historische taak, edelachtbare, zo’n groot man onverwijld in het gelijk te stellen.
Het Parool, 13 november 2010