Een burn-out

Columns

Voetbalanalist Hugo Borst stopt per direct met al zijn werkzaamheden. NRC/Handelsblad, tegenwoordig geleid door een energieke Belg, bracht het als groot nieuws. Wie ben ik dan om aan de importantie van dat bericht te twijfelen? Hugo Borst stopt met zijn voetbalcolumn in het Algemeen Dagblad. Hij stopt ook met zijn televisieserie Vaders en Zonen.

Bovendien moeten wij voortaan Borst als zaalvoetballer missen. Ze zullen bij de VPRO, die al die Hugo Borst-series heeft uitgezonden, wel met hun handen in het haar zitten. En als klap op de vuurpijl zal Borst ook “minder vaak te zien zijn bij Studio Voetbal”. In het AD heeft Hugo Borst uitgelegd wat er met hem aan de hand is. Hij is al maanden doodmoe. Hij kan niet meer.

Een burn-out.

Hugo Borst3

Ik ben met stomheid geslagen. Flabbergasted.

Hugo Borst, nog geen vijftig, en nu al helemaal opgebrand. Hij heeft “geen inspiratie meer” en omdat hij “kritisch is op zichzelf” leek het hem beter om te stoppen. Zelf heb ik altijd gedacht dat het leven van een voetbalanalist zoiets is als het rondhuppen van een luis op een zeer hoofd. Een beetje voor je uit lullen en daarvoor ook nog goed betaald krijgen.

De site van de altijd actuele NRC/Handelsblad geeft een uitgebreid overzicht van door Borst gedane analyses, die “voor ophef” hebben gezorgd. Gezelligheid troef, denk je nog, maar weer heb ik mij dus vergist. Het leven van een voetbalanalist is loodzwaar. Tropenjaren. Hij zag er de laatste tijd ook slecht uit. Eerst nog moedwillig ongeschoren, maar de laatste tijd groeide de stoppelbaard vol uit, eenvoudig omdat hij geen puf meer had om het haar bij te trimmen.

Hugo Borst, nog geen vijftig.

Ik wil niet smalen, maar ik doe mijn ogen dicht en zie Henk Hofland voor me. Vorige maand heeft hij op zijn 83ste de PC Hooftprijs gekregen voor zijn stukjes. Hij schrijft er doorgaans drie, maar vaak ook vier of vijf in de week. Week in week uit, waar hij ook zit. Te land, ter zee of in de lucht, zoals sportverslaggever Dick van Rijn (1914-1996) altijd placht te zeggen. Altijd staat Henk Hofland paraat. In Amsterdam, New York of op Schiermonnik oog. En daarbij doet hij nog allerlei televisie- en radiowerk.

Henk Hofland en een burn-out? Ondenkbaar, dat zijn twee onverenigbare grootheden. Ik denk dat ze bij Henk zelfs met honderd paarden het vuur nog niet kunnen uittrappen. Altijd fluitend naar zijn werk en dan hoeft hij nog niet eens over voetbal te schrijven. En dan ook nog die stoppelbaard altijd keurig bijgeknipt.

Je hoort wel eens dat in voetbalkringen over “de patatgeneratie” wordt gesproken, maar zou die ook bestaan onder voetbalanalisten? Zou die zelfs bestaan onder gewone journalisten? Hofland is nog van voor de oorlog, toen alles beter was en je als auto een Wolseley kocht, die rustig tweehonderd jaar meeging. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om.

Tot overmaat van ramp las ik ook nog eens in de Mediacourant – fijn, dat ouderwetse woord courant – een interview met Matthijs van Nieuwkerk, die in De Wereld Draait Door regelmatig Hugo Borst als tafelheer ontving. Ook voorbij. Helaas schijnt het met Matthijs ook niet goed te gaan, getuige zijn opmerking: “Ik heb me de eerste succesvolle tv-jaren als een gebraden haan door de stad laten dragen, op ontdekkingsreis door de wondere wereld van de tv-ster. Heel kinderachtig eigenlijk. Wildvreemden vonden me ineens ‘hartstikke goed’ en ja, ik vond het blijkbaar interessant dat wildvreemden me hartstikke goed vonden. Totdat je merkt dat al die wildvreemden een vrolijke gevangenis vormen, een gevangenis die aandacht heet”.

Hugo moet naar het sanatorium en Matthijs leeft in een gevangenis. Ihre Sorgen möchten wir haben, zult u misschien denken, maar dat is verkeerd gedacht. Het leven is keihard aan de top.

Let op mijn woorden: binnenkort wordt Arie Boomsma (36) volkomen uitgeput weggedragen.

Het Parool,  8 januari 2011