Moebarak, Prem en andere schreewlelijken

Columns

Vorige week schreef ik dat Mubarak nog lang niet weg was en ik eindigde mijn stukje met: “De wereld is alleen achteraf voorspelbaar”.

Inmiddels ben ik nu aan dit stukje begonnen en zit Mubarak er nog steeds. Ik voel ik mij steeds meer bedrogen.
Niet door Mubarak, want ik kon nauwelijks geloven dat hij zich zo maar als een Ben Ali van Tunesië zou laten wegjagen, maar door de journalistiek die beïnvloed moet zijn geweest door irreële verwachtingen. Ondanks al die prachtige sociale netwerken, zoals Facebook en Twitter, werd er in de media nauwelijks rekening meegehouden dat Mubarak gewoon zou blijven zitten waar hij zit. Deskundigen en journalisten trokken in grote drommen voorbij en allemaal wekten zijn de indruk dat Mubarak elk moment in een redevoering zou verklaren dat hij al zijn functies wenste neer te leggen.

Mubarak

Het zou eind goed, al goed zijn. De mensen zouden elkaar om de hals vallen en vlaggen zwaaiend door de stad rijden. Vrijheid en democratie zouden zegevieren in een land waar het leger de grootste macht is. Maar niet heus. Zouden Facebook en Twitter de media slechts naïever gemaakt? Hebben journalisten hun argwaan en wantrouwen jegens alles en iedereen laten vallen en zijn meegegaan in de euforie van het volk?

Hoewel het volk? Ik las ook ergens dat het gewone Egyptische volk gewoon thuis zit en dat dit de opstand is van de elite. Of dat waar is, weet ik niet – ik ben geen deskundige – maar in elk geval hield Mubarak inderdaad een toespraak. Terwijl deskundigen en journalisten omvielen van verbazing, zei Mubarak alleen maar de dingen die iedereen al wist. Pas toen hij al een minuut of tien in de weer was, begon het in al die televisiestudies over de hele wereld te dagen dat hij helemaal niet opstapte.

De monden vielen open, en eerlijk gezegd begon ik een zekere bewondering te krijgen voor die koppige figuur, die zich dertig jaar presidentschap niet zo maar liet afnemen. In mei wordt Mubarak 83 jaar.  Onverzettelijk, krachtig en ongebroken, met nog geen spatje grijs haar. Hosni Mubarak, geef mij de naam van uw kapper en bij hem zou ik ook graag een opknapbeurt halen. Dat schreef ik vrijdagmiddag en ik had al bijna besloten voorlopig nooit meer te luisteren naar al die fantastische deskundigen en journalisten.

De avond eerder had alleen PowNews niets aan Egypte gedaan, en dat was een hele verademing. Al enige tijd heeft PowNews het rubriekje ENOHM – Een Neger Omdat Het Moet – dit naar aanleiding van het bericht dat de omroepen de opdracht hebben gekregen om tenminste elf procent allochtonen in hun programma’s te doen. Met het allochtonen turven is onlangs al begonnen door Hans Beerekamp, die in NRC\Handelsblad tot de  conclusie kwam dat er maar vijf allochtonen staan in de tophonderd van meest op de televisie verschijnende personen. Dat zijn Kathleen Ferrier, Achmed Marcouch, Tofik Dibi, Prem Radhakishun en Gerard Spong.  Ik heb het niet nagetrokken, maar volgens de site RaarmaarWaar zijn dat drie Surinamers en twee Marokkanen. Turken en Antillianen zitten er niet bij, net zo min als Polen en Oezbeken.

Misschien is het niet eens schokkend dat het er maar zo weinig zijn, maar zit het schokkende vooral in de notie wie het zijn: drie matige Kamerleden, een onvermijdelijke strafpleiter en een schreeuwlelijk.  Ook vrouwen schijnen ondervertegenwoordigd te zijn in de programma’s van de publieke omroep, en dat is extra jammer, want persoonlijk kijk liever naar vrouwen dan naar allochtonen. De omroep die niet voldoet aan de etnische diversiteitseis (een geweldig woord) kan een boete worden opgelegd van een half miljoen euro. Voor kwaliteit hanteert de publieke omroep geen quotumsysteem.

Dat schreef ik allemaal gistermiddag. Voordat ik mijn stukje definitief wilde versturen, zette ik nog even de televisie aan. Verdomd, zeg! Mubarak was toch gevallen! Het feest was aan de gang. Ik zei het toch: de wereld is alleen achteraf voorspelbaar.

Het Parool,  12 februari 2011