Ketter & Geest

HUMAN

HET LEVEN VAN EEN LLULL

Ooit gehoord van Raymundus Lullius?

Ik niet, of misschien heel in de verte, maar in het Reformatorisch Dagblad haalt Jacob Hoekman oude herinneringen aan hem op. Of het Reformatorisch Dagblad zijn naam goed spelt, weet ik niet, maar in de Wikipedia wordt hij aangeduid als Raymondus Lullus – zonder ‘i’.

Hij stond ook wel bekend als Raymond Llull – met twee keer dubbel ‘l’! Zijn geboorte en sterfjaar zijn onduidelijk, maar meestal wordt aangehouden: 1233-1316. Hij was een van de eerste Europese schrijvers, die het Latijn opgaf en in de volkstaal ging schrijven. Op latere leeftijd werd hij gegrepen door een onblusbare bekeringsdrift. Het Reformatorisch Dagblad wijdde het volgende artikel aan de grote Lullus:

Moslims? Ketters en vooral onbekeerlijk

‘APELDOORN – De christelijke middeleeuwen kunnen voor moslims nog zo donker zijn geweest, er waren ook mensen die koste wat het kost het licht wilden verspreiden. Zoals Raymundus Lullius. Hij noemde de islam vals en duivels, maar gaf wel zijn leven in een poging moslims tot Christus te leiden.

alt


Het is rond het jaar 1310. Onrust in Noord-Afrika. Aan de Middellandse Zeekust, in het noorden van Algerije, rapen woedende moslims stenen van de grond. Ze treffen een hoogbejaarde man, die zwaargewond ineenzijgt. Als dood ligt hij op de grond; korte tijd later sterft hij. De reden van zijn straf: hij preekte hun Christus.

De oude man is Raymundus Lullius, een begaafd wetenschapper en monnik uit Mallorca. Hij heeft in de jaren daarvoor vaker door Noord-Afrika gereisd, steeds met hetzelfde doel: een schakel zijn voor de bekering van moslims.’

Die bekering moet wat hem betreft niet met het zwaard worden afgedwongen. De islam mag dan zonder twijfel een „valse en duivelse religie” zijn, moslims moeten tot geloof komen door de geweldloze prediking van het Evangelie – hoewel hij die visie later nuanceert. Een opmerkelijk ideaal, waarvoor hij het hele Middellandse Zeegebied bereist. Hij klopt aan bij vorsten, bezoekt universiteiten en geeft overal tekst en uitleg om medestanders te vinden.

Die laten zich echter niet zo gemakkelijk vinden. Lullius’ visie op de islam als ketters en duivels wordt breed gedeeld, dat is het probleem niet. Maar dat moslims te redden zouden zijn, is een ander verhaal. Een verhaal met een geschiedenis.

Nog geen twintig jaar voor de steniging van Lullius valt Akko in handen van islamitische troepen. Nota bene Akko, het laatste verdedigingsbolwerk van de kruisvaarders in het huidige Israël. De klap in het Westen is groot. Het kruis is verslagen in het Beloofde Land!

In deze periode wint de gedachte snel terrein dat het bekeren van moslims onbegonnen werk is. Ze zijn te vleselijk, te dierlijk zelfs om het geestelijke te kunnen begrijpen.

Die opvatting plaveit de weg voor nog meer gewelddadige confrontaties. Niet de lijn van het Evangelie, maar de lijn van de macht wint veelal. Daarvan zijn trouwens niet alleen moslims het slachtoffer; onder anderen Joden hebben het ook geweten.

Tegen die overheersende opvatting moet Lullius opboksen. De algemene benadering van de islam in zijn dagen is er een van antithese en controverse. Waar in het Oosten nog geluiden klonken van optimisme en zelfs bevrijding ten aanzien van de vreemde godsdient van Mohammed, zijn die in de middeleeuwen van het Westen nauwelijks te horen. Lullius, die een sterk afwijzende houding ten opzichte van de islam combineert met een bewogen manier van schrijven over de islamitische mens, is een uitzondering.

Datzelfde geldt voor het werk van de Franse abt Petrus Venerabilis, die in 1143 vanuit missionair motief een van de allereerste Koranvertalingen in het Latijn het licht doet zien. Venerabilis trekt in zijn theologische positiebepaling een lijn van Mohammed naar de antichrist. Het werk van Mohammed bestond er voornamelijk in om de komst van de antichrist voor te bereiden, denkt de abt van Cluny. In die hoedanigheid schetst hij de islam als „een pestilentie die bestreden” moet worden.

Deze visie van Mohammed als voorloper van de antichrist wint in de late middeleeuwen snel terrein, zeker wanneer vanaf de dertiende eeuw steeds meer theologen aanwijzingen vinden om de eigenlijke antichrist niet in het islamitische oosten, maar in Rome te zoeken. Vooral vanaf Luther zou die visie niet meer weg te denken zijn – maar dan zijn de middeleeuwen definitief voorbij en breken nieuwe tijden aan.

Lees hier meer uitspraken van Llull.

Het christendom heeft een lange weg afgelegd sinds Llull aan het bekeren sloeg. Ik begrijp nu wel waarom de moslims daar nog van moeten bijkomen. Wat zal die lul van een Jacob Hoekman veel plezier hebben gehad bij het schrijven van dit stuk!