Hitler’s Holiday Camp

Beweringen en bewijzen

Wie vaak in München is om het Demjanjuk-proces te volgen, wil wel eens wat anders. Daarom besloot ik mijzelf te trakteren op een paar dagen Berchtesgaden, het buitenhuis in Beierse bergen, waar Hitler naar eigen zeggen de belangrijkste beslissingen uit zijn leven heeft genomen.

Hitler in Berchtesgaden

De Amerikaanse militairen, die hier na de oorlog neerstreken, spraken van Hitler’s Holiday Camp.  Dat klinkt nogal onschuldig voor een gebied waar naziebonzen buitenhuizen lieten bouwen, die met elkaar verbonden werden door een onderaards gangenstelsel van zes kilometer lengte.

Vanuit München is het ongeveer twee uur met de auto.

Ik raad aan langs de Chiemsee te rijden en het slot van koning Ludwig II te bezoeken.

Op de dag dat ik passeerde, vond juist de heropening plaats van Ludwigs “Sakralraum” , die voor 280.000 euro in oude glorie is hersteld en die met zijn kroonluchters, draperieën en baldakijnen de uitbundigste slaapkamer ter wereld moet zijn. Helaas was mijn tijd bemeten en moest ik doorrijden.

In Berchtesgaden had ik liefst gelogeerd in het hotel Zum Türken, waar destijds de elitetroepen van Martin Bormann werden ondergebracht. Zij  bewaakten het even hoger gelegen Berghof, het huis dat Hitler voor zijn vijftigste verjaardag van zijn geliefd volk cadeau had gekregen. Het hotel heeft ook een ingang naar het gangenstelsel.

Maar het is nog te vroeg in het jaar en het bleek gesloten. Vergeleken bij oude afbeeldingen lijkt er aan de buitenkant weinig te zijn veranderd. Zelfs het wachthuisje is er nog. Er hangt wel een bordje “verboden te fotograferen” bij, vermoedelijk omdat een bepaald soort toeristen ook graag even op wacht gaat staan.

Zum Türken

Zum Türken is tegenwoordig weer in private handen. In de nazietijd heeft Hitlers secretaris Bormann het laten onteigenen en ook heeft hij geprobeerd het een andere naam te geven. Die had, in moderne begrippen vertaald, een te allochtone klank. Na de oorlog is het aan de oorspronkelijke eigenaren teruggeven.

Op dus naar het Intercontinental, het enige hotel nabij Hitlers vakantiekamp dat ook in deze tijd van het jaar open is. Het is een schitterend luxehotel, met zwembad, dat nog niet eens zo lang geleden voor vijftig miljoen is gebouwd. De wc’s ruiken naar verse bloemen, die in ingenieus vormgegeven vazen aan het plafond zijn opgehangen. De kamers aan de achterkant kijken uit op de berg, waar helemaal op de top Keilstein ligt, het met zo veel inspanning aangelegde adelaarsnest waar Hitler wel eens thee ging drinken.

Keilstein

Je kunt er heen met de bus of met een lift, maar pas vanaf eind mei. Aan de balie wordt mij ernstig ontraden er heen te lopen. Het is nog een barre tocht door sneeuw en ijs, regen wordt verwacht, en voor het donker zal ik zeker niet terug zijn. In het Kehlsteinhaus moet het uitzicht majestueus zijn. Een Franse ambassadeur, die er Hitler eens heeft opgezocht, beschrijft het als “een in het heelal zwevend huis”, waar het panorama-uitzicht je het gevoel geeft dat je “vanuit een vliegtuig op de wereld neerkijkt”. Overigens kwam Hitler er niet al te vaak, want hij had hoogtevrees, een kwaal die vaker schijnt voor te komen, bij mannen met slechts één bal.

Het uitzicht aan de voorkant van het Intercontinental – daar waar de duurdere kamers zijn – is lieflijker. Het is een groot genoegen om hier op terras te zitten. Wie naar het verderop gelegen documentatiecentrum loopt, kan aan de hand van een grote maquette vaststellen dat het Intercontinental op de plaats ligt, waar Göring zijn buitenhuis heeft laten bouwen. Hitler was de eerste hoge nazi, die naar Berchtesgaden kwam, maar Göring volgde hem snel en ging praktisch naast zijn Führer wonen.

Vanaf terras van het Intercontinental kijk je uit op wat ook Göring moet hebben gezien. Als Armando gelijk heeft dat er zoiets als “een schuldig landschap” bestaat, dan bestaat het hier en kun je overheen met de kabelbaan die van het hotel naar de golfcourse loopt.

Het Kehlsteinhaus bestaat nog, maar Hitlers Berghof is aan het eind van de oorlog plat gegooid. Daarna zijn ook de verwoeste restanten opgeruimd, vooral om van de souvenirjagers af te zijn. Nu staat er een bos van naaldbomen, maar als wie er doorheen waadt, trapt om de haverklap op oude brokstukken. Even overweeg ik zo’n verweerd stuk steen op te rapen en mee te nemen, maar ik laat het liggen.

Als de zon ondergaat, ga ik naar het hotel en haal mijn zwembroek uit de koffer. Ik zwem alleen, want er zijn nauwelijks andere gasten.

Morgen terug naar München voor het proces.

De Volkskrant,  15 april 2011