Nieuwe trend: overal blije Nederlanders

Beweringen en bewijzen

Onlangs stond op de voorpagina van Het Parool een foto van de Amsterdamse burgemeester en zijn gezin. De Van der Laans hebben de statige ambtswoning  betrokken en in de tuin was een staatsieportret gemaakt. Wat een prachtige tuin hebben ze aan de achterkant van dat grachtenpand! Als ik daar elke dag zou mogen rondkuieren, zou ik erg gelukkig zijn. Echt een omgeving om even tot jezelf te komen.

Van der Laan 2

Maar vreemd genoeg kon er geen lachje vanaf bij de burgemeester en zijn gezin. De burgemeester kijkt als een roker die net gestopt is en die wordt getroffen door de koude rillingen van het nieuwe regiem.

De burgemeestersvrouw Femke betoont zich evenmin een lachebekje. Bozig staart ze in de lens, als een onderwijzeres die een hele zware straf in gedachte heeft. Van de drie kinderen kijkt er maar één vrolijk. Het is duidelijk dat de Van der Laans een zware last op hun schouders torsen.

Je zult ook maar burgervader zijn in een stad, waar mensen zichzelf in brand steken zonder dat zij het vertrek van de autoriteiten eisen.

Dat was in de tijden van Jan Palach wel anders.

De lijdende blik van de Amsterdamse burgemeester staat in schril contrast met de door het Cultureel Planbureau geconstateerde trend dat de Nederlander juist weer blijer wordt. Nergens in Nederland is men zo blij als in Apeldoorn. In dat CDA/VVD-bolwerk zijn ze razend blij dat het met Nederland eindelijk weer de goede kant uitgaat.  Behalve in dat rare wormvormige aanhangsel dat Limburg heet, voelt de Nederlander zich de laatste tijd steeds blijer en tegelijkertijd ook steeds minder boos, zo lees ik in een beschouwing van Nrc.next.

Van der Laan 1

Blij.

Ik ken heel wat drieletterige woorden die een speciale kracht uitstralen, maar geen daarvan haalt het bij blij. De Nederlandse taal kent zelfs een kinderliedje, waarin blij en boos allebei voorkomen: “Klap eens in je handjes / blij blij blij /op je boze bolletje / allebei”.

Volgens het liedje varen daarna de scheepjes voorbij, wat ik niet helemaal kan plaatsen.

In mijn afdeling “wel aangeschafte, maar nooit gelezen boeken”, vond ik ook de titel: Blij.

Het is lang geleden, in 1968, geschreven door de psychiater William C. Schultz. Hij was een aanhanger van de tegenpsychiatrie, die meer aandacht vroeg voor heel de mens. In Nederland vond deze school een pleitbezorger in Jan Foudraine, die met zijn boek Wie is van hout een onverbiddelijke bestseller schreef. Als Swami Deva Amrito heeft Foudraine een tijdje in het oranje achter een goeroe aangelopen. Bestaan er nog mensen die Wie is van hout raadplegen?

Ook Schultz gelooft heilig in de psychotherapie als een methode om blij te worden. Wie zijn boosheid wil afwerpen, wordt bijvoorbeeld aangeraden te neuriën, te wiegen of te gaan rollen. Misschien kunnen ze in Limburg met dat advies hun voordeel doen.

Terwijl ik de lessen van Schultz probeerde te doorgronden, viel uit het boek de 43 jaar oude bestelkaart van de uitgever. Uitgever blijkt de NVSH te zijn, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Een schok ging door mij heen. Ooit was de NVSH een speerpunt van ontwakend Nederland, maar tegenwoordig hoor je er niet veel meer over.

Hoe zou het toch zijn met de NVSH?

Na enig zoeken vond ik dat ze nog steeds bestaan. Via hun website begreep ik ook dat ik niet de eerste ben geweest, die zich de vraag heeft gesteld naar het voortbestaan.. Ook een “een mevrouw”  van het Volkskrant Magazine heeft dat gedaan, maar die is volgens de boze verklaring op de NVSH-website afgewimpeld, omdat zij toch alleen maar informeerde met het vooroordeel dat de NVSH “op sterven na dood is”. Seks en porno kun je overal krijgen, dus waar zou de NVSH nog voor nodig zijn? Een vreselijk misverstand, aldus Dik Brummel namens de vereniging.

Kom, Dik. Niet zo boos. Wees eens een beetje blijer.

Het boek van Schultz leg ik weg en ik blader door de kranten. In Trouw staat een foto van die aardige badmeester in het Amsterdamse Zuiderbad, bij wie mij zoon nog heeft afgezwommen. Badmeester pleit voor enkele sterke collega’s, die kunnen optreden tegen het groepje rotjochies dat voortdurend meisje treitert, badhokjes vernielt en kleren steelt. Binnenkort mag je het Zuiderbad alleen nog maar binnen met een identiteitsbewijs.

O, zit het zo! Die foto van de Amsterdamse burgemeester is vast genomen, direct nadat hij had gehoord wat zich in het Zuiderbad afspeelt. Nu begrijp ik het: Van der Laan is geen roker, maar een zwemmer.

de Volkskrant,  8 april 2011