Jack de Vries: van oetlul tot slijmbal

Columns

Bladerend door oude recensies viel het mij op dat de befaamde Manderijnen op Zwavelzuur van Willem Frederik Hermans regelmatig “scheldkritieken” worden genoemd. Dat verbaasde me. Hermans is scherp en gemeen, maar schelden doet hij haast nooit. Het ergste scheldwoord dat ik van hem – en dus niet van zijn romanpersonages ­ – heb kunnen vinden is: oetlul.

In een gefotokopieerd krantenstukje, afgedrukt in de Mandarijnen, heeft Hermans die kwalificatie met de hand boven de naam van Aad Nuis geschreven. Die zat hem toen dwars in de Weinreb-affaire.

Mandarijnen op Zwavelzuur

Een mooi woord: oetlul. Veel mooier dan droplul, eikel of stommeling.

Paulien Cornelisse heeft eens uitgelegd dat niemand weet waar dat geheimzinnige “oet” eigenlijk voor staat, maar
dat maakt dat woord des te mooier.

Wie met enige regelmaat stukjes schrijft, wordt zo af en toe overvallen door de behoefte om te schelden. Als beschaafd mens zie je daar meestal toch van af. Schelden doet geen pijn, zei je moeder. Dat is weliswaar onzin, want een vuile
scheldpartij kan behoorlijk aankomen, maar het is ook een feit dat dat gebruiker van scheldwoorden er zelden beter van wordt.

Uiteindelijk slaat het altijd op hem terug.

Maar vandaag gaat het mij niet lukken om een Gilles de la Tourette aanval te onderdrukken. Vandaag ga ik namelijk een zin opschrijven, die ik al heel lang heb willen opschrijven, maar waarvoor ik steeds net niet genoeg aanleiding vond. Die aanleiding is er nu wel, zoals er tenslotte ook altijd een druppel is die de emmer doet overlopen.

De zin luidt, en ik houd me in: Jack de Vries is een enorme slijmbal.

Zo, die is er uit!

Soms begrijp je niet hoe mensen zo hoog kunnen stijgen. Na zijn studie politicologie ging Jack de Vries de politiek in. Zo werd hij medewerker van het CDA-Kamerlid Helmer Koetje, de man die onder meer AT5 naar God heeft geholpen. Toen werd Jack voorlichter bij Defensie en later bij de Stichting Philadelphia Zorg in Nunspeet. Met zijn olijk Yahoo-gezicht maakte hij snel furore bij het CDA.

Hij was het die Balkenende adviseerde Wouter Bos “een draaikont” te noemen, een verwijt dat uit de mond van een CDA’er sowieso  bespottelijk klinkt, maar dat toen erg effectief was. De naam van Jack de Vries als sluwe spindoctor was gemaakt. Onder Balkenende werd hij projectleider van het rampzalige idee om, in plaats van te regeren, eerst honderd dagen het land in te gaan. Om redenen die ik nooit heb begrepen, werd hij een graag geziene gast bij De Wereld Draait Door. In dat programma smeerde hij iedereen stroop om de mond, wat natuurlijk wel het feel good gehalte verhoogde.

Jack de Vries

Gelukkig komt bij dat soort mensen altijd: de val. Nauwelijks was Jack tot staatssecretaris van Defensie benoemd, of hij bleek stiekem een vrouwelijke ondergeschikte te neuken.

Bij Jack staan de kanonnen altijd op scherp, en niet alleen bij het inspecteren van de troepen in Afghanistan. Zulk gedrag in zo’n functie is een all time low, zeker als je lid bent van het CDA, de partij die zegt de huwelijkse trouw en andere familiewaarden hoog in het vaandel te dragen.

Jack moest weg, maar snel stond hij weer te trappelen. Bij het CDA moeten zij inmiddels wanhopig zijn dat zij Jack hebben opgenomen in het Beraad om de partij weer op te krikken.

En nu is Jack de Vries directeur geworden bij de Nederlandse tak van het Amerikaanse communicatiebureau Hill & Knowlton. Klanten bij dit bureau zijn onder meer de Scientology Church en Burgers voor Vrij Koeweit, beide organisaties met een bedenkelijke reputatie. Verder adviseert H&C de tabaksindustrie, die zich verschuilt achter de fraaie facade: Council for Tobacco Research.

In zijn nieuwe baan gaat Jack de Vries lobbyen, zeg maar slijmen, voor de JSF-gevechtsvliegtuigen, wat nog een hele toer wordt want hij schijnt Defensie niet meer binnen te mogen.

Een ding weten wij nu echt zeker: dat toestel moeten wij niet hebben.

Bah, wat een slijmbal.

Het Parool, 18 juli 2011

Mediarubriek Het Parool
Datum:18 juli 2011
Onderwerp: Van oetlul tot slijmbal
Door Max Pam
Bladerend door oude recensies viel het mij op dat
de befaamde Manderijnen op Zwavelzuur van Willem
Frederik Hermans regelmatig “scheldkritieken”
werden genoemd. Dat verbaasde me. Hermans is
scherp en gemeen, maar schelden doet hij haast
nooit. Het ergste scheldwoord dat ik van hem ­
dus niet van zijn romanpersonages ­ heb kunnen
vinden is: oetlul. In een gefotokopieerd
krantenstukje, afgedrukt in de Mandarijnen, heeft
Hermans die kwalificatie boven de naam van Aad
Nuis geschreven. Die zat hem toen dwars in de Weinreb-affaire.
Een mooi woord: oetlul. Veel mooier dan droplul,
eikel of stommeling. Paulien Cornelisse heeft
eens uitgelegd dat niemand weet waar dat
geheimzinnige “oet” eigenlijk voor staat, maar
dat maakt dat woord des te mooier.
Wie met enige regelmaat stukjes schrijft, wordt
zo af en toe overvallen door de behoefte om te
schelden. Als beschaafd mens zie je daar meestal
toch van af. Schelden doet geen pijn, zei je
moeder. Dat is weliswaar onzin, want een vuile
scheldpartij kan behoorlijk aankomen, maar het is
ook een feit dat dat gebruiker van scheldwoorden
er zelden beter van wordt. Uiteindelijk slaat het altijd op hem terug.
Maar vandaag gaat het mij niet lukken om een
Gilles de la Tourette aanval te onderdrukken.
Vandaag ga ik namelijk een zin opschrijven, die
ik al heel lang heb willen opschrijven, maar
waarvoor ik steeds net niet genoeg aanleiding
vond. Die aanleiding is er nu wel, zoals er
tenslotte ook altijd een druppel is die de emmer doet overlopen.
De zin luidt, en ik houd me in: Jack de Vries is
een enorme slijmbal.  Zo, die is er uit!
Soms begrijp je niet hoe mensen zo hoog kunnen
stijgen. Na zijn studie politicologie ging Jack
de Vries de politiek in. Zo werd hij medewerker
van het CDA-Kamerlid Helmer Koetje, de man die
onder meer AT5 naar God heeft geholpen. Toen werd
Jack voorlichter bij Defensie en later bij de
Stichting Philadelphia Zorg in Nunspeet. Met zijn
olijk Yahoo-gezicht maakte hij snel furore bij
het CDA. Hij was het die Balkenende adviseerde
Wouter Bos “een draaitkont” te noemen, een
verwijt dat uit de mond van een CDA’er
sowieso  bespottelijk klinkt, maar dat toen erg
effectief was. De naam van Jack de Vries als sluwe spindoctor was gemaakt.
Onder Balkenende werd hij projectleider van het
rampzalige idee om, in plaats van te regeren,
eerst honderd dagen het land in te gaan. Om
redenen die ik nooit heb begrepen, werd hij een
graag geziene gast bij de Wereld Draait Door. In
dat programma smeerde hij iedereen stroop om de
mond, wat natuurlijk wel het feel good gehalte verhoogde.
Gelukkig komt bij dat soort mensen altijd: de
val. Nauwelijks was Jack tot staatsecretaris van
Defensie benoemd, of hij bleek stiekem een
vrouwelijke ondergeschikte te neuken. Bij Jack
staan de kanonnen altijd op scherp, en niet
alleen bij het inspecteren van de troepen in
Afghanistan. Zulk gedrag in zo’n functie is all
time low, zeker als je lid bent van het CDA, de
partij die zegt de huwelijkse trouw en andere
familiewaarden hoog in het vaandel te dragen.
Jack moest weg, maar snel stond hij weer te
trappelen. Bij het CDA moeten zij inmiddels
wanhopig zijn dat zij Jack hebben opgenomen in
het Beraad om de partij weer op te krikken.
En nu is Jack de Vries directeur geworden bij de
Nederlandse tak van het Amerikaanse
communicatiebureau Hill & Knowlton. Klanten bij
dit bureau zijn onder meer de Scientology Church
en Burgers voor Vrij Koeweit, beide organisaties
met een bedenkelijke reputatie. Verder adviseert
H&C de tabaksindustrie, die zich verschuilt
achter de fraaie facade: Council for Tobacco Research.
In zijn nieuwe baan gaat Jack de Vries lobbyen,
zeg maar slijmen, voor de
JSF-gevechtsvliegtuigen, wat nog een hele toer
wordt want hij schijnt Defensie niet meer binnen
te mogen. Een ding weten wij nu echt zeker: dat
toestel moeten wij niet hebben. Bah, wat een slijmbal.
(Einde tekst.)