Wat tijdloos is, komt altijd onverwacht

Boeken etc

Liefs van Annie
De mooiste brieven van Annie M.G.Schmidt, ingeleid door Annejet van der Zijl
Uitgever: Querido
Sterren: * * *

Annie M.G.

Zoals zoveel Nederlanders ben ik een leven lang opgegroeid met Annie M.G. Schmidt. Ik neem dan ook de vrijheid om haar in de rest van dit stuk gewoon Annie te noemen. De bekende frase “van 8 tot 88 jaar”, zal voor altijd aan Annie verbonden blijven. Die cijfers zijn niet toevallig gekozen. Acht jaar was voor Annie de leeftijd dat een mens zelfstandig begint te lezen, en na te denken. Het was niet dat zij neerkeek op Jip en Janneke, de personages die in het leven van een kind opduiken als er wordt voorgelezen.

Maar Annie’s hart lag toch vooral bij het zelfstandig lezende kind. Annie is niet alleen tot mij gekomen via het geschreven werk. Omdat mijn beide ouders direct na bevrijding bij Het Parool gingen werken – mijn vader als journalist en mijn moeder als stenotypist – viel de naam Annie M.G. Schmidt al vroeg bij ons tafel.  Annie was in 1946 als documentalist in dienst genomen bij die krant en al snel werkte zij mee aan de cabaret De Inktvis, dat werd gevormd door zo’n beetje alle Parool-coryfeeën. En dan hebben wij het over Simon Carmiggelt, Ton van Duijnhoven, Jeanne Roos, Han G. Hoekstra, Wim Bijmoer, Bob Steinmetz, Eli Asser, Clous van Mechelen en Cor Lemaire, om er maar eens een paar te noemen. Mijn ouders waren altijd uitgelaten als De Inktvis optrad, want dat betekende lol maken. Op de muziek van Cor Lemaire schreef Annie het liedje Ali Cyaankali, dat tot het lievelingsrepertoire van mijn moeder behoorde, vooral als zij wat gedronken had: “Ik ben Ali Cyaankali/ de gevaarlijkste vrouw van Rotterdam/ zie mij eens fijn gaan/ op de Lijnbaan”. Met als hoogtepunt: “Ik lok de heren mee/ naar de kaskadee/ en ik doe wat in d’r thee”.

Enzovoort.

Een half jaar geleden is Lia Dorana, die het liedje zong in radiofeuilleton De Familie Doorsnee, op 92-jarige leeftijd overleden.

Aan De Inktvis kwam een eind toen de groep een keer in de gevangenis optrad en Lages, Kotälla, Aus den Fünten onder het publiek bleken te zitten. Inderdaad het troepje nazi’s dat later “de drie van Breda” zou gaan heten. Om die samenloop is toen bij Het Parool, dat uit de illegaliteit voortkwam, bitter gehuild. Maar er werden al snel ook weer grappen over gemaakt.

Na mijn jeugd heb ik Annie vooral uit de verte gevolgd. De grootheid van haar lijfcomponist Harry Bannink zie ik wel in, maar ik ben nooit zo’n musicalfanaat geweest. Aan het eind van haar leven heb ik haar een paar maal in levende lijve ontmoet. Als radio-interviewer, en twee keer – toen zij blind was – als voorlezer van mijn stukjes. Zo was de cirkel rond. Zij werd 84 jaar, de 88 heeft zij niet gehaald.

Op een keer vroeg ik haar of zij zich kon voorstellen dat zij groter zou worden dan Simon Carmiggelt. Ze keek mij oprecht verbaasd aan en zei: “nee”. Carmiggelt was in haar tijd de man waar alles om draaide. Zij groeide onder zijn schaduw. Als zij samen met hem optrad, was zij het voorprogramma. Toch zijn de rollen inmiddels volkomen omgedraaid, een proces dat door Karel van het Reve is aangekondigd. Met uitzondering misschien van Silvia Witteman wordt Carmiggelt nog maar weinig gelezen. Zelf heb ik al die boekjes met Kronkels in de kast staan, maar ik blader er zelfs niet meer in. De kroegtijger, zwaar van postuur, zittend achter een kelkje ouwe klare en altijd paraat met een typisch Amsterdamse kwinkslag, is uitgestorven.

En daarmee het Kronkeltijdperk.

Maar hoe verschillend is dat met het werk van Annie M.G. Schmidt. Nog steeds gaat in alle uithoeken van de wereld in flinke oplagen over de toonbank. Wie had dat in1950 kunnen denken?
Ter ere van Annie Schmidts (1911-1995) honderdste geboortedag is een bundeling van honderd van haar meest karakteristieke brieven verschenen, samengesteld in ingeleid door haar biograaf Annejet van der Zijl. Voor mij is deze bundel een feest der herkenning, want achter veel van de namen die in het register voorkomen, zie ik een bekend gezicht. Maar ook voor wie Annie M. G. Schmidt een vreemde is, geeft dit boek een uitstekende indruk van haar persoonlijkheid.

Liefs van Annie

Een bundeling als deze is natuurlijk niet geschreven als een apart boek, en geeft daarom alleen op een hapsnapmanier weer hoe de auteur in het leven staat. De allermooiste brief vind ik die van 5 augustus 1974 aan Gerard Reve. Al een paar maanden eerder had zij in een brief aan haar zoon Flip van Duijn zich met enige zorg over Gerard uitgelaten: “Deze week zagen we de Van het Reves (Karel en Gerard) samen met Brugsma. De kreten van Gerard over Surinamers: ‘Alle koffiebonen in de Jumbo en weg d’r mee’ en ‘Alle arbeiders in een aparte wijk met een hek ervoor als ze eruit willen kan dat met een verlofpasje’. Dat kwam allemaal over het Nederlandse volk heen vallen als een ijzige lawine. ’t Was erg mooi toen hij het schreef, maar in dit programma kwam het vreemd over”.

In haar augustusbief krijgt zij de gelegenheid zich rechtstreeks tot Gerard te richten, want Reve wilde ook in Frankrijk gaan wonen en had gevraagd om “een lijstje aanwijzingen aangaande emigratie”. Dat lijstje wordt gestuurd, maar Annie geeft Gerard ook goede raad aangaande zijn omgang met de showbusiness, omschreven als “sjoo-Mjoezikal”.

Allereerst typeert Annie zichzelf. Zij is een ambachtsvrouw, een vakmens, maar geen kunstenaar. Als zij een stoel maakt, maakt zij een stoel waar je lekker op kunt zitten. Het is meegenomen als die stoel ook mooi en elegant is, maar dat is niet het uitgangspunt.
Gerard daarentegen is een kunstenaar. Hij maakt schitterende stoelen. Mocht je er ook op kunnen zitten, dan is dat voor hèm mooi meegenomen, maar dat is niet waar het de kunstenaar om te doen is. Vandaar dat Annie Gerard waarschuwt voor “de Toubers en de Boebies”, die van hem een showfiguur willen maken: “Ze doen iets met je. Ze komen aan je. Ze gebruiken je, vreten stukken van je op, om je weer uit te braken ten behoeve van de trendigentsia”.

En dit is haar conclusie: “Je denk waarschijnlijk belust. Laat ze m’n werk gebruiken met een mooi lijstje eromheen, mits dat werk maar intact blijft. Maar zo gaat het niet. Het blijft niet intact in de sjoobusiness. Je uitspraken, die zo mooi zijn, worden er uitgepeuterd en apart opgediend, als krenten met een sausje. Modieuze krenten”.

Erg veel naar Annie geluisterd, heeft Gerard niet. Mogelijk dat haar werk daarom langer zijn blijven bestaan dan het zijne.

HP/De Tijd, 10 juni 2011