Het Potterisme als de nieuwe religie

Beweringen en bewijzen

“Je hebt er zeker weer helemaal niets van begrepen”, zei mijn zoon, toen wij de bioscoop verlieten waar wij samen hadden gekeken naar Harry Potter en de Relieken van de Dood, deel 2.

Harry Potter 2

Mijn zoon is tien, dus hij mag de film eigenlijk niet zien, maar wij hadden hem ouwelijk aangekleed. Als hem zou worden gevraagd hoe oud hij was, zou hij krachtig antwoorden: “Twaalf!”. Gelukkig was deze vernedering ons bespaard gebleven.

“Nee”, zei ik naar waarheid, “ik heb er inderdaad niets van begrepen, maar ik vond het wel een prachtige film”. Ook dat was de waarheid.

Naar huis fietsend vroeg ik mij af hoe het mogelijk was dat ik gefascineerd had zitten kijken, naar iets waarvan ik geen flauw benul had waar het nou eigenlijk over ging. Ja, een strijd van het goede tegen het kwade, waarbij het kwade ook in het goede zelf aanwezig is, zoiets had ik er nog wel uitgehaald. Maar dat was zo’n beetje alles.

Anders dan mijn zoon heb ik de Harry Potter boeken nooit gelezen. Te veel de geur van In de ban van de ring, ook zo’n epos dat voor mij pas is gaan leven toen het werd verfilmd. Toen wij voor een stoplicht stonden, probeerde mijn zoon mij nog uitleggen wat dat waren, die relieken van de Dood. En waarom  zij kapot moesten, wat – ik geloof ik – iets met gruizelementen te maken had.

Bij de meeste vervolgfilms heb je doorgaans nel in de gaten hoe het verhaal zich ontspint, maar bij Harry Potter ben ik er nooit achter gekomen. Ook niet door te luisteren wat Potter-fans met elkaar bespreken. Dus zocht ik thuis in Wikipedia op wat het verhaal is van De relieken van de Dood. De Nederlandse vertaling beschrijft het zo: “Het verhaal begint met Heer Voldemort en de Dooddoeners die samen plannen smeden om Harry te vermoorden terwijl hij verplaatst wordt vanuit zijn schuilplaats in Klein Zanikem naar een andere verblijfplaats. De Dooddoeners komen bijeen in het huis van de familie Malfidus, waar Severus Sneep Voldemort exact vertelt wanneer Harry het huis van zijn oom en tante aan de Ligusterlaan zal verlaten en hoe dat zal gebeuren. Een opvallende aanwezige in de villa is Clothilde Bingel, lerares Dreuzelkunde op Zweinstein. Voldemort keurt haar opvattingen over Dreuzels en tovenaars niet goed en vermoordt haar ter plekke”.

Het duizelt en dreuzelt me nu al, en dan heb ik het nog niet over de eindeloze stoet van personages die in dit deel voorbijtrekken: Alistor Dolleman, Bartolomeus  Krenck Jr, Severius Sneep, Rita Pulpers, Bill Wemel, Fleur Delacour, Refus Lupos, Nymphadora Lupos-Tops, Remeo Wolkenveldt, Levenius Lorrebos en Sirius Swart. Enzovoort, want dit is nog maar een fractie van het aantal personages. Hoe is het mogelijk dat een kind die allemaal uit elkaar kunnen houden?

Alain Botton

Bij het zien van de film moest ik denken aan Religie voor atheïsten, het boek van de Franse filosoof Alain de Botton. Al meteen op de eerste pagina’s verklaart De Button dat hij zelf ook niet in al die onzin gelooft, maar dat het  onverstandig is de waardevolle zaken van de godsdienst weg te gooien als de baby met het badwater. Dat waardevolle denkt hij te vinden in de gemeenschapszin, de moraliteit, de charitas, de kunst en in de maatschappelijke instituties die door godsdiensten worden geëntameerd en in stand gehouden. Eindeloos bezingt de filosoof de voordelen van religies, wat op en duur toch overgaat in een rare bijklank, omdat De Botton tegelijkertijd bijna al het concreet-inhoudelijke van religies verwerpt of met een korreltje zout neemt.

Wordt de religie die Harry Potter uitdraagt – wat dat dan ook is – waardevol, omdat er zo mooie speelfilm over is gemaakt? Misschien wel. Wat Joanne Rowling is voor het Potterisme, is Sebastiaan Bach voor het christendom.
De Botton vindt vooral het rituele van de religie prachtig. De rituelen brengen ons samen, ook al weet iedere moderne mens heus wel dat het niet gaat regenen door te bidden. In dit boek is De Botton een onvervalste conservatief, een soort Bart Jan Spruyt, maar dan wel een die stuk geestiger en spiritueler schrijft. Toch wordt ook De Button op den duur een beetje een ouwe zeur, wat hij in zijn andere boeken veel minder heeft.

Als je naar Harry Potter en de Relieken van de Dood kijkt met de ogen van iemand van die de religie een nieuw leven wil inblazen, wordt het ineens begrijpelijker. In de bioscoop komen de gelovigen samen zoals vroeger in de kerk. En wat zij zien, bestaat uitsluitend uit rituelen. De wisseldrank die Hermelien transformeert tot Bellatrix van Detta is het water dat door Jezus in wijn wordt verandert. En dan heb ik het nog niet over de geheime krachten van de Beker van Huffelpuf.

Bij het zwaard van Griffoendor: een onvergankelijk meesterwerk!

De Volkskrant, 15 juli 2011