Al was je Suurkóól!

Beweringen en bewijzen

Uiteindelijk zijn wij dus weer aangeland bij “de toon van het debat”, wat in elk geval het voordeel heeft dat wij het niet over de inhoud hoeven te hebben. Voor de toon die tijdens de Algemene Beschouwingen is gebezigd, komen zelfs de fractievoorzitters bijeen op een speciale vergadering. Volgens Kamervoorzitter Verbeet is dat nodig , omdat “iedereen het erover heeft”. Mooi zo. Als iedereen het erover heeft, dan leeft de politiek. Dat kun je als winst beschouwen.

Ko Suurhoff

Op een lezing voor een paar honderd man vertelde ik een paar dagen geleden de anekdote over Suurhoff  (1905-1967), die in 1957 de AOW invoerde. Dat was een uitstekend bewindsman, maar ook beetje eigenaardig.

Toen vrachtwagenchauffeurs aan het lossen waren en Suurhoff, op weg naar zijn departement, er met zijn auto niet langs kon, schijnt hij geroepen te hebben: “Weten jullie wel wie ik ben? Ik ben Suurhoff, de minister van Sociale Zaken”. Waarop een van de vrachtwagenchauffeurs heeft teruggeroepen: “Doe effe kalm, vader! Al was je Suurkóól!”.

Maar kennelijk zaten de debatten nog zo in mijn hoofd dat ik per vergissing voorlas: “Doe es normaal, man! Al was je Suurkool!”.

Een ovationeel applaus was mijn deel, ik kan er ook niets aan doen.

Geert Wilders zal het toondebat niet bijwonen. “Ik wens ze veel plezier met hun onzindiscussie”, zei hij. Eerlijk gezegd kan ik hem geen ongelijk geven. Het debat is geïnitieerd door Kees van der Staaij van de SGP. Moet dat nou de man zijn, die opkomt voor ons fatsoen? Lees voor de grap het beginselprogramma van  de SGP, de partij die in de oorlog heulde met de Duitsers. Dat staat vol met de term “verbieden”. Alleen vóór de doodstraf  zijn ze wel bij die partij. En dan heb ik het nog niet over vrouwen, die in bij de SGP zijn gereduceerd tot broedmachines, die zelf ook vinden dat ze te dom zijn om hun democratische rechten uit te oefenen. In feite is die Van der Staaij een aap in een keurig pak. Dat geldt natuurlijk voor ons allemaal, maar bij die Van der Staaij zie je het wel heel erg duidelijk.

Niet dat het debatten erg verheffend waren, maar het lijkt me dat we pas echt gealarmeerd moeten zijn als Wilders de minister-president toevoegt: “Hé, jij daar. Ga eens een broodje kaas halen!”.

Café Bern

Toch was er wel degelijk iets in de debatten waarop men Wilders had kunnen aanspreken. Het moet een jaar na de moord op Theo van Gogh zijn geweest, dat ik Wilders op een avond zag binnenlopen in Café Bern op de Nieuwmarkt. Daar midden op de grachtengordel, vlakbij de Wallen, kun je kaas- en vleesfondue eten. Het café is opgezet door een Zwitser, die de kaart 25 jaar onveranderd heeft gelaten. Wilders had een veiligheidsman bij zich en maakte een eenzame indruk achter zijn fondue. Ik verwijt mijzelf nog dat ik hem toen niet heb aangesproken.

Veel van wat Wilders toen in Café Bern moet hebben bedacht, probeert hij nu uit te voeren, zoals zijn voorstel om “asielzoekcentra te vestigen in wijken waar veel progressieve kiezers zitten, zoals in de grachtengordel”. Volgens de Volkskrant heeft de PVV een “afdeling creatief schelden” opgericht, en als dat waar is, moet worden toegegeven dat zij met dit briljante voorstel uitstekend haar werk doet.

Maar heel anders ligt dat met het initiatiefwetvoorstel om de bevolking een referendum te voor te leggen over een verbod op de bouw van minaretten. De minister-president zei dat het voorstel slim de vrijheid van godsdienst ongemoeid laat, maar als je het wetsvoorstel (nr: 33010) goed leest, blijkt het zeer discriminerend. Het beste wat je ervan kunt zeggen is dat Wilders tegen de bouw van minaretten is, maar dat hij kennelijk geen bezwaar heeft tegen nieuwe moskeeën die niet voorzien zijn van een minaret.

Minaretten

Een gewoon wetsvoorstel zou in zijn algemeenheid bepleiten dat het godshuizen verboden is overlast te veroorzaken met lawaai van enigerlei soort. Niet alleen het getetter uit torenhoge minaretten zou daarmee uit den boze zijn, maar ook het gelui van christelijke klokken dat op de vrije zondagmorgen ieder normaal mens verhindert uit te slapen. Wij weten hoeveel publieke inspanning het heeft gekost om de vroege klokken van een Tilburgse kapelaan ’s tot zwijgen te brengen.

Zelf zou ik helemaal geen tegenstander zijn van een wetsvoorstel in die richting, maar juist door specifiek in te zoomen op minaretten krijgt het voorgestelde een misselijk karakter. Dat de minister-president daar zo’n beetje lachend aan voorbijging, was nogal beschamend. En dat is natuurlijk ook het grote nadeel van dit minderheidskabinet: de hoogste leider van ons land moet buigen naar alle kanten. Hij moet iedereen te vriend houden, zodat hij zal eindigen als een altijd vrolijk mens zonder een eigen gezicht.

De Volkskrant, 30 september 2011. Zie ook voor reacties.