Kremlin en Brezjnev aan de Amstel

Beweringen en bewijzen

Het was Martin van Amerongen die, in navolging van NRC-journalist Hubert Smeets *), voor het hoogste bestuursorgaan van de stad Amsterdam de bijnamen “Kremlin aan de Amstel” en “het politburo van de PvdA” gebruikte. Politburo uiteraard met een “o”, want marxistisch-leninistisch beschouwd is dat de juiste spelling. Het burgemeesterschap van Amsterdam was toen al erfelijk bepaald: voor die functie moest je pvda-genen in je DNA hebben.

Amsterdamse gemeenteraad

Ed van Thijn was destijds burgemeester en Walter Etty een vooraanstaand wethouder. De laatstgenoemde kwam na typische Kremlin-machinaties ten val, werd voorzitter van de Postcode-loterij en ging goed betaald advieswerk doen. Zo gaat dat als je lid bent van het politburo , dan kom je altijd goed terecht.

Vijfentwintig jaar geleden vergaderde de Amsterdamse gemeenteraad voor het eerst in de Stopera. Marcel van Lieshout en Jaap Stam maakten in deze krant de balans op en de conclusie moet zijn dat er weinig is veranderd sinds  de Amsterdamse sociaaldemocraten werden gegeseld met kritiek. De partij is nog net zo gemelijk, pluche-gericht en arrogant als toen. Ook het woord “klapvee” is weer gevallen.

Toen Martin van Amerongen stierf in 2002 kwam van de toenmalige burgemeester Job Cohen het verzoek binnen om een woord te mogen spreken. Zoiets kun je niet weigeren, hoewel Van Amerongen en Cohen elkaar nauwelijks hadden gekend. Cohen sprak op zijn typische manier, een tikje haperend, netjes en beschaafd, maar zonder iets pregnants te zeggen, wat gezien de levensloop van de overledene een prestatie op zichzelf was. Aan dat toespraakje heb ik de laatste dagen vaak moeten denken.

Na VanThijn verliep de overerving van het burgemeesterschap via Schelto Patijn naar Job Cohen, en vervolgens naar Lodewijk Asscher (a.i.) en Eberhard van der Laan. Alleen tegen deze Amsterdamse achtergrond kunnen wij de huidige leiderschapscrisis in de PvdA, de zoveelste, op zijn juiste merites beoordelen.

Job Cohen is negen jaar burgemeester geweest. In die tijd vervulde hij een belangrijke functie in het Kremlin aan de Amstel. Nog waarschijnlijker is het dat hij zich daar voelde als een vis in het water. Intussen wist hij zijn imago van een beschaafde, nette man, hoog te houden. Hij ging thee drinken met die rare imams, jazeker, maar hij deed het op een integere manier. Toch liep het ondertussen uit de hand in de Diamant-buurt en was het in verschillende wijken niet meer mogelijk met een keppeltje op rond te lopen, zonder te worden gemolesteerd.

Daarnaast komt Amsterdam op vele ranglijsten voor als een bijzonder vieze stad met extreem hoge concentraties fijn stof. Vier van de smerigste hotels van Europa staan in Amsterdam. De Amsterdamse taxichauffeur brengt je er graag met een hele grote omweg heen, zoals uit weer een ander vergelijkend onderzoek gebleken. Rijks en Stedelijk Museum zijn dicht tot het einde der dagen en het Van Gogh Museum gaat tijdelijk sluiten. Amsterdammers weten wat tijdelijkheid in hun stad betekent.

Cohen werd met enthousiasme als partijleider ontvangen, vooral door degenen die hem nu een mes in de rug steken. Naar mijn idee kwam de werkelijke omslag in een uitzending van Buitenhof, waar Cohen werd ondervraagd over het debacle van de Noord-Zuidlijn. Bewoners hadden hun huizen zien verzakken door een opeenstapeling van financiële miscalculaties en overoptimistische scenario’s. Clairy Polak vroeg Cohen of hij misschien de behoefte gevoelde de getroffen bewoners excuses aan te bieden. Maar hij kon het niet, het lukte hem eenvoudig niet om op dat moment enige assertiviteit of mededogen op te brengen. De toenmalige burgemeester droeg wel verantwoordelijkheid, maar hij had geen schuld, zoiets was het. Op dat moment werd duidelijk dat negen jaren Kremlin aan de Amstel hun tol hadden geëist.

Cohen en Ploumen

Tegen die achtergrond is het niet moeilijk Cohens lauwe reactie te verklaren op de uitlatingen van de scheidende voorzitster Lilianne Ploumen, dat hij er maar weinig van bakt. De volgende dag hadden ze het al weer keurig bijgelegd, niet lang nadat Cohen had verklaard je het eigenlijk moest zien als een leermoment. Dapper verder, niets aan de hand. In het echte Kremlin bleef iedereen ook altijd beleefd, tot ineens iemand was verdwenen. Dan was het voor je carrière beter geen navraag te doen.

Om het tij te keren en Job te ondersteunen, worden Jacques Monasch en Sharon Dijksma aan het fractiebestuur van de PvdA toegevoegd. Dat geloof je toch niet, hallo zeg, nou moe, het moet toch niet gekker worden, enzovoort. De gewonde beer wordt bij het oversteken van de kolkende rivier geholpen door twee muizen. Over Dijksma zeg ik niets, want ik ben geen kindermepper, maar over Jacques Monasch wil ik graag Wikipedia citeren: “In 2002 was hij leider van de PvdA-campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen, waarbij de PvdA 22 zetels verloor”.

Dus neem als opvolger van Cohen in godsnaam niet iemand uit Amsterdam.

De Volkskrant, 7 oktober 2011. Zie ook voor reacties.

*) Smeets maakte mij er attent op dat hij al eerder – dus voor 1990 – in NRC/Handelsblad schreef over “Brezjnev aan de Amstel”, en term die door Van Amerongen in een lezing in Paradiso is overgenomen. Smeets spreekt van “een milde vorm van plagiaat”. Hiermee, hoopt Smeets, is de mythe dat Van Amerongen de bedenker was van de vergelijking (en de veroorzaker van het debunking effect daarna) uit de wereld geholpen.