Het verleden als hagelstenen

Boeken etc

Alsof het voorbij is
Auteur: Julian Barnes
Vertaling: Ronald Vlek
Uitgever: Atlas
Sterren: * * * *

Julian Barnes

In verschillende commentaren heb ik gelezen dat Julian Barnes de Man Booker Prize 2011 eigenlijk heeft gekregen voor zijn hele oeuvre. Daarmee wordt gesuggereerd dat zijn roman Alsof het voorbij is (The Sense of an Ending) op zichzelf onvoldoende was om de onderscheiding in de wacht te slepen.

Barnes zou de prijs uiteindelijk hebben ontvangen, omdat hij al drie keer was gepasseerd en er nu zo langzamerhand recht op had. Maar liever zou men de prijs hebben gegeven aan een wat minder schrale roman.

Aan een roman die meer dan 150 pagina’s telt, en niet aan eentje die je wat denigrerend een opgeblazen novelle zou kunnen noemen.

Liever verdiep ik mij niet in wat er in de hoofden van een jury omgaat, want vaak is het niet helemaal pluis in de bovenkamers van al die literatuurkenners. Maar het idee dat Barnes die prijs niet heeft gekregen voor deze ene roman maar voor zijn hele oeuvre, zou waar kunnen zijn. Zelf houd ik het erop dat de jury dit keer gewoon het beste boek heeft bekroond. Dat komt ook voor, misschien niet in Nederland, maar soms wel aan de andere kant van de Noordzee.

Julian Barnes is een Britse schrijver met een aangename stijl. Om de een of andere reden doen zijn boeken mij altijd denken aan Brief Encounter, de prachtige film van David Lean, over die getrouwde vrouw die op een Engelse stationnetje zo maar ineens verliefd wordt op een vreemde man. Aan het eind van de film wordt de geheime romance beëindigd en keert zij terug naar haar echtgenoot. Het drama is ogenschijnlijk afgewend, maar ondertussen weet de kijker dat niets meer is zoals het lijkt.

Julian Barnes 2


Alsof het voorbij is
ademt die sfeer. Ook hier gaat het om beschaafde mensen, die herinnerd worden aan ongelukkige situaties, waarin zij ooit verzeild zijn geraakt. Omdat ook ik mij graag beschaafd voordoe en omdat ik in hetzelfde jaar geboren ben als Banes, herken ik altijd veel in zijn boeken en lees ik ze graag.

De titel geeft aan dat deze kleine roman gaat over het verstrijken van de tijd, maar anders dan bij Mulisch vind je bij Barnes nauwelijks getheoretiseer over het fenomeen van de tijd an sich. Of het heden wel bestaat, en zo ja, of dat heden dan langer duurt dan zeven luttele seconden, daarover tref je bij Barnes weinig aan. Bij Barnes wordt een man op een klassieke manier ouder en eenmaal gepensioneerd zal een gebeurtenis uit het verleden hem confronteren met het fenomeen dat hij van alles heeft verdrongen. Er is niets vernieuwends aan het proza van Barnes, en evenmin is er iets vernieuwends aan de structuur van zijn boek. Maar de roman is gewoon verschrikkelijk goed geschreven.

Er zit ook een plot in Alsof het voorbij is, en die plot zal ik hier niet verraden want die is verrassend genoeg, maar de plot is stellig niet waar het in dit verhaal om draait. Het is de superieure stijl, de observaties die terloops lijken te zijn opgeschreven, maar die in hun eenvoud telkens to the point blijken.

Alsof het voorbij is gaat over een man van in de zestig, Tony Webster, die het gevoel heeft dat hij in zijn leven is ontsnapt aan de grote drama’s. Zonder dat hij in iets bijzonder heeft uitgeblonken, is hij tamelijk gelukkig geweest. Het had misschien allemaal wat meeslepender kunnen zijn, maar hij is er toch maar doorheen gerold. Zelfs de scheiding die hem heeft getroffen – zoals zo velen van zijn generatie – is in feite met een sisser afgelopen. De twee zien elkaar nog regelmatig en zijn min of meer vrienden geworden. Met hun enig kind, een dochter, lijkt ook alles te verlopen zoals het hoort: studie klaar en getrouwd. Niets aan de hand, het leven kabbelt voort naar het einde.

Webster is oprecht genoeg om zich middelmatig te vinden, maar daarmee kan hij tevreden zijn – tot op een dag een brief van een notaris in zijn bus rolt. Daarin wordt meegedeeld dat hem vijfhonderd pond plus een dagboek van een jeugdvriend is nagelaten. Dit douceurtje zet zijn geheugen in werking.

Van Nabokov weten wij dat het geheugen ons literaire poetsen kan bakken, en dat gebeurt ook in de roman van Barnes. Het is altijd een cliché te schrijven dat in een literair werk aan het eind de puzzelstukjes in elkaar vallen. Toch is dat wat gebeurt in Alsof het voorbij is, waarbij moet worden opgemerkt dat Barnes de lezer het gevoel geeft dat hij in hetzelfde tempo het raadsel opgelost ziet als de hoofdpersoon.

Het geërfde dagboekje is van zijn jeugdvriend Aiden Finn, die later ook zijn studiegenoot zal worden. Maar Finn pleegt zelfmoord. In zijn roman laat Barnes zijn hoofdpersoon op zoek gaan naar de rol die hij destijds in de zelfmoord heeft gepleegd. Het is geen detectiveverhaal – hoewel, toch een klein beetje – maar meer een geval van zelfreflectie waardoor de ramen open gaan.

Het verhaal gaat terug naar Veronica, de eerste vriendin van Webster, die hij na een tijdje aan de kant zet. De getalenteerde Aiden neemt haar over, wat bij Webster tot een jaloerse reactie leidt. Wat er daarna gebeurt, moet u zelf maar lezen, maar wel vraag ik mij in dit soort kwesties altijd af hoe het mechanisme van de verdringing nu eigenlijk werkt. Het zou mooi zijn als gebeurtenissen uit het verleden in rook opgaan, vervolgens ergens worden bewaard, om dan jaren later bij een plotselinge gebeurtenis ineens weer te voorschijn komen als hagelstenen uit de lucht. Dat is de theorie, maar gaat het in werkelijkheid ook zo? Bij Barnes in elk geval wel, en misschien zit er daardoor iets schematisch in de roman.

Niettemin laat Alsof het voorbij is zich in één ruk uitlezen. Het is een soort roman, die je komende jaren in deze wereld van vergrijzing meer kunt verwachten. Karakteristiek is een observatie als deze: “De tijdloochenaars zeggen: veertig is niks, met vijftig ben je in de kracht van je leven, zestig is het nieuwe veertig, enzovoort. Zoveel weet ik wel: dat er een objectieve tijd bestaat, maar ook een subjectieve, het soort dat je aan de binnenkant van je pols draagt, naast de polsslagader. En deze persoonlijke tijd, die de echte tijd is, wordt gemeten in jouw relaties tot de herinnering”.

Hoe ouder de mens wordt, hoe uitgestrekter het landschap van de herinnering en hoe groter het gebied van de herinneringsliteratuur. Ideeënliteratuur daarentegen zal meer iets voor jonge mensen worden. Dat soort literatuur gaat het dus verliezen, want van jongeren komen er relatief steeds minder.

HP/De Tijd, 18 november 2011