Pierre Vinken, een bijzonder mens

Beweringen en bewijzen

In de serre van bodega Keyzer zat hij bijna elke dag aan het raam, dat uitkijkt over het Museumplein. Was hij alleen aan zijn tafeltje, bewegingloos en zwijgend, dan bood hij zo’n godvergeten en vervaarlijke aanblik dat ik snel doorfietste naar eigen huis en haard.

Pierre Vinken

Maar vaak ook ging ik naar binnen en trotseerde zijn ongenaakbaarheid. Het woord gezelligheid was niet op hem van toepassing, maar binnen viel altijd veel te lachen. Op die manier verzamelde hij een groep van getrouwen rond zich, en dan leek het soms alsof hij audiëntie gaf.

Pierre Vinken, die vorige week op 83-jarige leeftijd is overleden, was iemand die je tegenwoordig een controlefreak noemt. Nooit heb ik gezien dat hij zich overgaf aan emoties.

Hij wilde alles in eigen hand houden. Hij duldde geen autoriteit boven zich, terwijl hij de autoriteiten naast zich voortdurend bestookte met kritiek.

Hij kon niet anders dan rationele beslissingen nemen, tot op het laatst. Al jaren ergerde hij zich aan zijn eigen nutteloosheid. Liever was hij nooit met pensioen gegaan en hij beschouwde het als willekeur en discriminatie toen hij vanwege zijn leeftijd wettelijk verplicht werd zijn commissariaten neer te leggen.

Uit het raam staren was niets voor hem. Hij was niet ziek of zo, maar op een gegeven moment had hij er gewoon geen zin meer in. Omdat de pil van Drion niet in de handel is, weigerde hij zijn medicijnen en besloot hij niet meer te eten. Het schijnt dat hij de arts die hem tenslotte toch de dosis gaf nog even heeft gecorrigeerd met de opmerking: ‘Te weinig’.

Famous last words, typisch voor Pierre.

Pierre Vinken 3

Arts, psychiater, hersenchirurg, uitgever, manager en ondernemer, ongetwijfeld is Pierre Vinken een van de bijzonderste mensen die ik ooit heb ontmoet. Hij had altijd een pennetje en een stukje papier bij zich om je college te geven over hersengolven, de aandelenmarkt, het scheermes van Ockham, of over de vorm van het hart op middeleeuwse schilderijen, want naast al dat andere had hij ook nog een cultuurhistorische belangstelling.

Hij bezat de lenige vingers van de chirurg, beweerde dat zijn hele lichaam zo was en dat hij zichzelf had leren skiën zonder een leraar. Maar aan sport doen, vond hij onzin, dat deden dieren ook niet. Elke dag een bakje fruit eten was voldoende om gezond te blijven. En voor de rest wat ruimtevaartvoedsel en de juiste pillen nemen.

In de necrologieën wordt hij omschreven als een keiharde zakenman, en misschien was hij dat ook, maar in zekere zin leefde hij als een minimalist. Toen hij de baas werd van Elsevier Reed en bemerkte dat de managers in Londen op kosten van de zaak hun eigen skyboxen en theaterstoelen erop nahielden, schafte hij die onmiddellijk af. ‘Als ze naar de opera willen, betalen ze dat maar uit eigen zak’, zei hij.

Ongetwijfeld multimiljonair, vond hij dat geld iets was waar je zuinig mee moest omspringen, niet alleen ten behoeve van de aandeelhouders, maar ook voor jezelf. Zo vond hij bij Keyzer de prijs voor een nieuwe haring te hoog – naar ik meen acht euro. Dus liep hij naar de haringkar aan de overkant, kocht daar een haring, ging weer terug naar binnen, liet de haring op een bord leggen en zei dat ze daarvoor vier euro in rekening mochten brengen, maar geen cent meer. Ook schijnt hij volgens ditzelfde principe een pak bitterballen van Albert Heijn te hebben meegenomen, maar daar ben ik zelf niet bij geweest.

Ik weet niet hoe ik het anders moet uitdrukken, maar hij vroeg om een rationele solidariteit. Hij raakte op stoom als je hem met argumenten onderuit wilde halen, maar toen een lid van het Republikeins Genootschap – dat hij had opgericht – opzegde omdat die een erebaantje in de buurt van de majesteit had aangenomen, werd de afvallige voor eeuwig geëxcommuniceerd.

Aan de andere kant stond hij meteen klaar toen ik werd getroffen door een ziekte. ‘Wat gebeurt er als ik over een maand nog steeds niet lopen kan?’, vroeg ik hem. ‘Dan heb je pech gehad en komt het nooit meer goed’, antwoordde hij ijzig.

Toen bij Martin Bril kanker was gediagnosticeerd, ging die naar Vinken voor een second opinion. ‘Kun je er tegen?’, vroeg Vinken, ‘want je moet goed begrijpen: ik ben geen therapeut.’ Bril kon er niet tegen.

Pierre Vinken is gecremeerd, zonder enig ritueel. Daar hield hij niet van.

de Volkskrant, 11 november 2011. Zie ook voor reacties.