De macht van het handen schudden

Beweringen en bewijzen

Ergens schrijft Karel van het Reve dat oude communisten fluisterend over Stalin spraken, ook toen die al een paar jaar dood was. Het leek of zij het gevoel hadden dat Stalin in zijn graf meeluisterde en van daaruit nog altijd zijn totalitair gezag kon laten gelden. Stalin eindigde als iemand voor wie iedereen bang was, zelfs zijn eigen familieleden.

Thatcher+Begin

Toch was hij ook geliefd. Hij werd “vadertje Stalin” genoemd en hoe groot de terreur ook was, veel sovjets meenden dat Stalin er niet van op de hoogte was. Ja, als Stalin ervan wist,  dan zou het anders gaan!

Wie durfde te suggereren dat Stalin zelf de opdrachtgever was, werd voor een gevaarlijke gek versleten. Toen Stalin stierf, moesten veel Russen huilen. Dat doet ons nu onwezenlijk aan, maar veel die tranen zijn vermoedelijk oprecht geweest.

Hetzelfde geldt ook voor de tranen die geplengd bij de dood van de Noord-Koreaanse leider Kim Jung-Il. Het huilen was tevens de enige zichtbare vorm van lichamelijkheid.

Verder zagen wij marcherende carrés, waarin de deelnemers niet meer als individuen herkenbaar waren. De zwarte limousines in de sneeuw deden de rest.

Meer dan Stalin en Kim Jung-Il heeft Hitler begrepen dat een charismatische persoonlijkheid een lichamelijke band met zijn publiek nodig heeft. De eerste jaren dat Hitler in Berchtesgaden woonde, kwamen huisvrouwen uit heel Duitsland  naar zijn berghuis, om daar in verenigingsverband langs te marcheren. Soms kwam Hitler naar buiten en schudde vrouwen de hand. Sommigen vielen daarbij flauw, anderen kropen over de grond een stukje grint te bemachtigen waarop der Führer had gestaan.

Daar is het begonnen: a star was born. Op een gegeven moment werd het zo erg dat de bedevaartsoptochten naar Berchtesgaden moesten worden gestopt. Later zou een charismatische leider nooit meer rondgaan zonder handen te schudden, op schouders te slaan of een zoen te ontvangen. Dat is het beeld van de reikende handen die de leider willen aanraken. Als hij niet oppast, wordt hij nog doodgeknuffeld.

Dat lichamelijke aspect maakt het voor vrouwelijke politici lastiger om uit te groeien tot een charismatische figuur, schreef ik eerder. Maar daar moet ik zeker één uitzondering op maken: Margaret Thatcher, over wie – met Maryl Streep in de hoofdrol – de film The Iron Lady is gemaakt. Uit vrijwel alles wat ik over Thatcher heb gelezen, komt naar voren dat zij een charisma bezat, dat zij als een bijna gek makend fluïdum met zich meedroeg. Zij kon mannen met één blik tot zwijgen brengen en met één opmerking aan haar ondewerpen. Zij werkte altijd en wist altijd meer dan haar tegenstanders.

“Thuis is waar je terecht komt als je niets beters te doen hebt”, is een van haar klassiekers.

Hoewel zij als vrouw domineerde in een mannenwereld, was zij bij feministen niet erg geliefd. Ik heb die impopulariteit bij haar seksegenoten nooit helemaal begrepen. De afkeer van feministisch links voor het rechtse Thatcherisme overschaduwde haar rol als vrouwelijk breekijzer. Of misschien was het gewoon jaloezie jegens een vrouw die wel succes had.

In 1986 heb ik een keer van Margaret Thatcher een hand gekregen. Dat was in het Park Lane Hotel in Londen, waar de match om de wereldtitel werd gehouden tussen Karpov en Kasparov. (Zie foto: Thatcher links vooraan. Karpov rechts met achter hem Arrabal).

Thatcher+Karpov

Wij werden in een rijtje opgesteld, zoals dat ook gebeurt in die aflevering waar mr. Bean aan de Koningin wordt voorgesteld. Ik stond naast de toneelschrijver Arrabal, wiens leven er voornamelijk uit bestaat dat hij op zoek is naar genieën die nog genialer zijn dan hijzelf. Opeens stond zij voor ons. Ze bleek in het echt nog veel mooier. Haar ogen waren zeegroen opgemaakt, een kleur die helemaal paste bij haar mantelpak, haar handtas en haar hoge hakken.  In oude aantekeningen vond ik: “Zij wandelde niet, zij zweefde meer, niet zo zeer als een gevleugelde engel, maar als een robuuste hovercraft, die zich met even veel gemak over de zee als over het land verplaatst. Haar ongrijpbaarheid ligt erin dat zij tegelijkertijd zachtheid en hardheid uitstraalt”.

Ik dacht toen wat ongetwijfeld veel mannen gedacht hebben, toen zij een hand van Margaret Thatcher kregen: “Neem mij mee”.

Ooit heb ik als klein kind op de arm van Drees gezeten. Ik heb Joop den Uyl tegengesproken en ik ben wel eens gebeld door Dries van Agt. Ik heb een vorkje geprikt met Mark Rutte, maar niets daarvan kan in de schaduw staan van die ene hand van Margaret Thatcher.

de Volkskrant, 6 januari 2012. Zie ook voor reacties.