Symboliek van des konings jachttrofee

Beweringen en bewijzen

De Spaanse koning Juan Carlos werd na zijn heupoperatie opgewacht door de televisie. Hij omklemde zijn krukken en aan zijn blik was te zien dat de 74-jarige vorst leed. Hij leed niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Het een hoort bij het ander. Misschien was het een wel het gevolg van het ander want voor mensen die erin geloven, straft God onmiddellijk.

Olifant

De monarch bood zijn excuses aan. Dat was voor de eerste maal sinds Juan Carlos in 1975 staatshoofd werd. De verwarring op zijn gezicht was zo groot dat je je afvroeg of de vorst wel begreep wat hem was overkomen. Misschien dacht hij aan Groucho Marx, die eens heeft gezegd: ‘Vanochtend heb ik een olifant in mijn pyjama doodgeschoten. Hoe die olifant mijn pyjama heeft aangekregen, is me een raadsel.’
De koning zei dat hij dit nooit had mogen doen. Hij had een fout gemaakt. Dit was de laatste keer, beloofde hij plechtig. De monarch boog het hoofd. Hij had die olifant nooit mogen neerknallen.

Buiten het ziekenhuis zwaaiden demonstranten met foto’s van bedreigde diersoorten: de neushoorn, de walvis en het nijlpaard. Brigitte Bardot, ooit de mooiste vrouw ter wereld, publiceerde een open brief waarin zij schreef te hopen dat het herstel van de koning nog lang zal duren. Opdat hij zijn moordpartijen nooit meer kan aanrichten.

Er doken foto’s op van des konings jachttrofee. Kijk, dat mannetje in die gele wambuis, die met een karabijn poseert voor de geschoten olifant, dat is de koning. De dode olifant ligt op zijn knieën, de poten gespreid, ongeveer zoals Dombo die is uitgegleden op het ijs. Het olifantsoog staat open. Niemand heeft het uit piëteit gesloten. Het lijkt of het oog nog een traan heeft gelaten. De slurf, het meest olifanteske attribuut dat er op deze wereld bestaat, is gedrapeerd tegen een boom. De slurf hangt erbij als de slang van een benzinepomp.

Was de koning op fazantenjacht gegaan, niemand had hem iets verweten. Jagen hoort erbij. Als de adel niet meer jaagt, kun je de adel net zo goed opheffen. Maar uitgerekend een olifant, dat is vragen om problemen.

In 1966 werd Gerard Reve aangeklaagd omdat hij had geschreven hoe God in de gedaante van een ezel zou terugkeren en hoe hij, Reve, zich dan vleselijk met het dier zou verenigen. In een lang verweerschrift hield Reve de rechtbank voor dat men zoiets niet letterlijk moest nemen. Reves verbazing over de vervolging klinkt nog door in zijn opmerking: ‘Het liefste, meest schuldeloze schepsel dat ik ken is, naast de olifant, de Ezel.’

Olifant 2

De ezel en de olifant. Zij hebben gemeen dat alleen al hun verschijning gevoelens van ontroering oproept. In een dierentuin lopen kinderen altijd direct naar de olifant. Het is een verbazingwekkend dier: machtig groot en tegelijkertijd weerloos. Een olifant die tussen de ogen wordt geschoten, wat op YouTube te zien is, valt als een blok en veroorzaakt een stofwolk die tot de hemel reikt.

Maar niets ontroert zozeer als het kleine oog van de olifant. Dat oog wekt de indruk dat er diep in dat kolossale lichaam een mens verborgen zit. Een mens die lijdt aan het locked-in-syndroom. Via de taal kunnen wij hem niet bereiken, want wij zijn er nog niet in geslaagd het getrompetter te vertalen in herkenbare woorden en zinnen, maar er zal een moment komen dat het olifantenoog zijn geheimen prijsgeeft.

Deze afgeknalde olifant symboliseert het anachronistische karakter van de laatste Europese monarchieën. Ooit toonden vorsten hun onbeperkte macht door onderwerping. Niet voor niets lieten Romeinse keizers de onderwerping van volkeren gepaard gaan met de intocht van wilde dieren. Maar leeuwen, beren en tijgers zijn niet langer gevreesd. Zij liggen als knuffeldieren op de bedden van onze kinderen. Hun onderwerping is lang geleden voltooid. Dat is algemene kennis, die alleen nog niet tot paleizen en jachthuizen is doorgedrongen.

Een vertegenwoordiger van de laatste monarchieën heeft in Botswana de strijd aangebonden met een vertegenwoordiger van het laatste grote landdier. De dinosaurus en de mammoet zijn uitgestorven, maar de olifant leeft nog. De strijd was ongelijk en je zou willen dat er in de toekomst onder de olifanten kalasjnikovs worden uitgedeeld.

Toch is er hoop. De 13-jarige kleinzoon van de Spaanse koning is ook gewond geraakt. Hij heeft niet in een olifant geschoten, maar in zijn eigen voet. Dat noemen wij: vooruitgang.

de Volkskrant, 20 april 2012. Zie ook voor reacties.