Omroepbladen: momentum voorbij

Columns

De grote kracht van Nederland is dat problemen vanzelf door de tijd worden opgelost. Er niets aan doen is een remedie dan in ons land bijna altijd werkt. Momenteel wordt in het Catshuis eindeloos vergaderd over allerlei economische vraagstukken. Dezelfde drie partijen die nu aan het vergaderen zijn, vergaderden twee jaar geleden ook.

Telkens als ze klaar zijn met vergaderen, komen ze naar buiten en verklaren opgetogen dat de problemen zijn opgelost met een pakket aan maatregelen.

Trap daar niet in. De meeste van die maatregelen hebben niets te betekenen. Zij schuiven op de lange baan en zijn veel te bescheiden om op de korte termijn effect te sorteren. Tegen de tijd dat wij er echt iets van gaan merken, zijn de tijden veranderd en moeten er weer oplossingen worden gevonden voor problemen, die wij dan op de lange termijn gaan schuiven.

Neem de omroepbladen en de programmagegevens. Decennia lang is een verbitterde strijd gevoerd over de vraag of de programmagegevens ook door anderen mochten worden uitgebaat. Op zichzelf is het al vreemd dat die gegevens niet voor iedereen toegankelijk zijn. Je zou zeggen: iedereen betaalt de omroepbijdrage. Het publieke bestel wordt uit de publieke middelen betaald en daarom zijn de programmagegevens ook van iedereen.

Wie wegenbelasting betaalt, mag toch ook gebruik maken van de verkeersborden en de wegbewijzering. Stel je voor dat alleen ANWB-leden mogen weten dat het linksaf is naar Amsterdam of Zwolle.

Omroepbladen

Maar de omroepen zaten als een bok op de haverkist. Zij wilden hun programmagegevens niet afstaan, omdat hun hoeveelheid zendtijd was gekoppeld aan het aantal leden. En het aantal leden werd afgemeten aan het aantal abonnees op de omroepbladen. Als de omroepbladen het monopolie op de programmagegevens zouden verliezen, zou dat ongetwijfeld gevolgen hebben voor het abonneeaantal en de daarbij behorende zendtijd.

Hoe het kan begrijp ik nog steeds niet, maar bijna een eeuw heeft de publieke omroep zich met succes juridisch verdedigd tegen aanvallen van buiten. Vooral De Telegraaf was dolgraag met een eigen omroepbode begonnen. De meest absurde compromissen zijn in de loop der jaren uit de bus gerold, bijvoorbeeld dat de publieke omroep de gegevens wel moet vrijgegeven, maar slechts in partjes van drie dagen. Intussen bestaan de omroepbladen nog steeds. Terwijl de klassieke weekbladen de grootste moeite hebben om te overleven, worden VARA gids, Troskompas en al die andere bladen nog wekelijks bezorgd in oplagen van honderdduizenden. Journalistiek gezien zijn het geen geweldige publicaties. Niet nodig, zij worden toch kunstmatig in leven gehouden.

Vele jaren en vele rechtszaken later lijkt de kwestie eindelijk te zijn geregeld. Begin deze week besloot de Tweede Kamer definitief dat de publieke omroepen het monopolie op de programmagegevens gaan verliezen. Andere partijen krijgen daarmee de kans om de programmagegevens uit te baten, bijvoorbeeld door de uitgave van nieuwe omroepbladen.

En wat blijkt?

Nederlandse uitgevers staan al lang niet meer te trappelen. Zelfs bij De Telegraaf werd gelaten gereageerd: “Tsja, hier wachten wij al vijftien jaar, wij hebben ons lustrum al gevierd”.

Ze zullen er bij De Telegraaf nog eens naar kijken, maar de kans is groot dat de Telegraaf de beker deze keer aan zich voorbij laat gaan. Terwijl die beker toch jaren lang van goud is geweest. Frits Campagne, directeur van de Persgroep Nederland (ook uitgever van deze krant) vatte het kernachtig samen met de opmerking: “Het momentum is weg”.

Jaren lang is er voor gestreden en nu de overwinning is behaald, blijkt het momentum voorbij. Klaar gekomen, terwijl je vriendin het al een paar jaar geleden heeft uitgemaakt. Jongeren zitten niet meer op omroepgidsen te wachten en bovendien heeft internet het hele medialandschap veranderd. De kijker is anders gaan kijken en aan het begin van de week kruist hij niet meer zijn favoriete programma’s aan. En voor wie laat thuiskomt, is er Uitzendinggemist.

Nederland en de publieke omroep: doe niets en alle problemen lossen zich vanzelf op.

Het Parool, 14 april 2012