Frankenstein van het dode vermogen

Beweringen en bewijzen

“Er wordt nooit zoveel gelogen als na de jacht, tijdens een oorlog en voor de verkiezingen”, heeft Bismarck gezegd. Daarom is het met verkiezingen in het vooruitzicht weer oppassen, want veel leugens zijn niets anders dan een loze belofte, verpakt in luidruchtige retoriek.

Frankenstein

Zo heb ik lang moeten nadenken over het voornemen van PvdA-lijsttrekker Diederik Samson om mensen met meer dan anderhalve ton aan spaargeld of aandelen fiscaal te belasten. Hij opperde zoiets tegen Elsevier, dat ook meteen de term wist voor het geld waar de overheid namens Diederik Samson de hand op wil leggen: dood vermogen.

Waarom wil iemand iets hebben dat dood is? Over het algemeen geldt de regel: dood is dood. En: wat dood is, komt niet meer terug.

Toch kun je met dode dingen nog veel mooie dingen doen. Zelfs met dode mensen is goed geld te verdienen. In Dode zielen van Gogol gaat de hoofdpersoon Tsjitsjikov langs Russische landeigenaren om de identiteit te kopen van gestorven lijfeigenen, die boekhoudkundig nog niet zijn afgevoerd. Die kan hij dan weer bij een bank in een lening omzetten, waardoor hij een (fictief) vermogen opbouwt. In het echt heeft zoiets zich nog onlangs afgespeeld in Griekenland, waar op grote schaal de dood van gepensioneerden niet werd doorgegeven, zodat nabestaanden blijvend konden genieten van pensioengelden. Dode zielen uit 1842 is de meest actuele roman van deze tijd.

Dode zielen

Maar geld is kennelijk toch van een andere orde dan de mens. Geld heeft een recreatief vermogen. Van dood geld kun je levend geld maken. Kortom, uit zijn plan rijst Diederik Samson op als de dr. Frankenstein van het dode vermogen.
De PvdA is altijd de partij van “het eerlijk delen” geweest, en de vraag komt op of het wel eerlijk is om spaargeld boven anderhalve ton weer tot leven te brengen. Dat dit spaargeld bij een bank is ondergebracht om eerdaags weer gebruikt te worden, ligt voor de hand. In plaats van dood vermogen zou het misschien juister zijn om van een slapend vermogen te spreken, maar ik kan mij wel voorstellen dat Samson dat beeld liever wil vermijden. Een slapende kan wakker worden als je probeert de onder het bed verstopte geldzak weg te pakken. Dat gevaar loop je niet bij een dode, zoals ook in het meesterwerk van Gogol te lezen valt.

Maar is het eerlijk om spaargelden boven anderhalve ton te belasten?

Stel: twee klasgenoten hebben ongeveer gelijke mogelijkheden en zij beginnen ook met een ongeveer gelijk kapitaal. Op zijn twintigste neemt de ene het besluit om elke maand 300 euro weg te leggen “voor later”. Dat kan hij doen door zuinig en oppassend te leven. De andere klasgenoot is meer een vrolijke Frans. Hij spaart niets, geeft alles meteen weer uit, en brengt menige avond door in het café. Zo eindigt de ene klasgenoot op zijn 65ste met 150.000 euro op zijn spaarrekening, terwijl de andere geen appeltje voor de dorst heeft en misschien zelfs behoort tot “de zwakkere in onze samenleving”, die een uitkering behoeven.

Je kunt deze twee klasgenoten ook beschouwen als de symbolen van het liberalisme en de sociaaldemocratie.

Diederik Samson wil nu bij de oppassende spaarder langsgaan met zijn variant van wat Joop den Uyl indertijd zo eufemistisch “de solidariteitsbelasting” heeft genoemd. Ik vermoed dat de kleine spaarder het plan van Samson met weinig enthousiasme zal omhelzen. Voor zzp’ers is die afroming van dood vermogen natuurlijk helemaal zuur, want zij hebben geen pensioen opgebouwd bij een werkgever. Toch hoeft die spaarder voorlopig nog niet ongerust te zijn, want al heeft Samson zichzelf reeds als premier opgeworpen, samen met de SP zullen er nauwelijks meer dan vijftig zetels te verdelen zijn.

Het is opmerkelijk hoe snel de PvdA zich onder Samson heeft verwijderd  van zijn oude bondgenoten GroenLinks en D’66. Ik zie Job Cohen nog hand in hand staan met Femke Halsema en Alexander Pechtold. De zon scheen en ze zouden elkaar niet meer loslaten.

Maar na de verkiezingen wordt alles weer vloeibaar, zoals dat heet. Niemand zal ervan opkijken als er nooit meer iets van de spaargeldbelasting wordt vernomen. Dat Nieuw Links in 1966 heeft voorgesteld de belasting op erfenissen tot  99 procent te laten oplopen, is inmiddels ook vergeten.

Of zoals Gogol schreef: “Laat me je waarschuwen. Als je achter ideeën blijft aanjagen, kom je zonder brood te zitten, en uiteindelijk ook zonder ideeën”.

de Volkskrant, 25 mei 2012.