Echte Jannen en de Playboy

Columns

In de los-vaste tijden dat ik vrijgezel was, had ik altijd een stapeltje Playboys naast mijn bed liggen. Daar keek ik in voor het slapen gaan, vaak zeer tot mijn bevrediging.  Het gebeurde wel eens dat mijn stapeltje Playboys werd betrapt door vrouwelijk bezoek, maar ik verdedigde mij dan altijd met de tegenwerping dat er in het blad ook razend interessante interviews stonden.
Dat was beslist waar. In die tijd lieten grote schrijvers als Truman Capote of Gore Vidal zich maar al te graag door Playboy interviewen. Er hing een chique soort snobappeal rond het rond het blad. De foto´s waren opwindend en toch keurig. Er werd vaak echte journalistiek in bedreven.

Playboy

Nu was er wel een verschil in kwaliteit tussen de Amerikaanse en de Nederlandse editie. Amerikanen kunnen natuurlijk beschikken over een onuitputtelijk arsenaal van filmsterren, fotomodellen en andere aantrekkelijke vrouwen. Ook qua beroemdheden zijn de Verenigde Staten een eldorado, terwijl je in Nederland al gauw terecht komt bij Gerard Joling. Daarnaast halen de Nederlandse naaktfotografen in de verste verte niet het niveau van hun Amerikaanse collega´s. Behalve die keer dat Joke Bruijs – de ex van Gerard Cox – uit de kleren ging, heb ik in de Nederlands Playboy niets gezien dat ook maar in de schaduw kon liggen van Marilyn Monroe, Stella Stevens of Darryl Hannah.

Dat het tegenwoordig niet goed gaat met de Playboy heeft verschillende oorzaken. De erotiek heeft het op verschillende fronten afgelegd tegen harde porno. Je hoeft geen duur blad meer te kopen; op internet is zo´n beetje alles te bekijken wat op het terrein van het menselijk paargedrag mogelijk is. Dat de Nederlandse Playboy het zwaarder te verduren heeft dan de Amerikaanse versie ligt voor de hand. Hier is het armoe troef. Toen Patricia Paay haar AOW vierde met een blootsessie in de Playboy, wat haar door Theo Maassen in DWDD kwam te staan op het verwijt van necrofilie, wist ik zeker dat ik het blad niet meer hoefde te kopen.

Dat ik sindsdien niets heb gemist, werd mij bevestigd door een paar interviews met hoofdredacteur Jan Heemskerk, die na bijna acht jaar Playboy gaat verlaten. Hij laat een zieltogend blad achter, want de oplage is inmiddels tot beneden de veertigduizend gezakt. Vorig jaar verloor Playboy 26% van zijn lezersbestand. Het is zelfs de vraag of de Nederlandse editie nog wordt voortgezet.

Nu zou je zeggen dat een hoofdredacteur die zijn blad zo laat wegglijden enige bescheidenheid past, maar dat is vreemd genoeg niet het geval. In verschillende interviews wekt die Heemskerk de indruk dat hij iets geweldigs heeft verricht. Zonder enige zelfreflectie afficheert hij zich als een ordinaire blaaskaak, die vol zit met grootse plannen waarvoor opdrachtgevers en investeerders straks in lange rijen gaan staan. Maar in feite heeft die kerel niets anders gedaan dan met andermans geld van een groot blad een klein blad te maken.

Het slagveld van bladen en tijdschriften overziende, lijkt het er veel op dat Jan Heemskerk model staat voor een bepaald type man. (Hoewel, misschien is hij meer een gorilla, die zich op de borst trommelt.) Dankzij een of andere zetbaas komt hij met veel poeha binnen, brengt er vervolgens weinig van terecht, en zet ook nog eens een grote mond op als hij de boel in deplorabele toestand achterlaat.

En wat daar ook nog bijhoort: anderen de schuld geven.

Jan Heemskerk, Jan Dijkgraaf, Jan Bonjer en Jan Jaap Heij, allemaal Jannen die hun wanprestaties met telkens nieuwe praatjes weten te maskeren. Geef ze een grote zak met geld, en ik voorspel u: die is in korte tijd op. Kennelijk zijn er in uitgevers- en krantenwereld altijd weer mensen die er instinken.

Zelf zei Heemskerk: “Het zou ook wel erg veel eer zijn om te zeggen dat de Playboy na mijn vertrek stopt”.

Dat is de bescheidenheid van iemand, die zelfs op zijn mislukkingen reuze trots is.

Het Parool, 16 juni 2012