Liefde is met jezelf getrouwd te zijn

Beweringen en bewijzen

De film Annie Hall bevat een scene waarin Woody Allen en Diane Keaton kibbelend over een New Yorkse straat lopen. Masturbatie, zowel in fysieke als in mentale zin, is een terugkerend motief in de film en wanneer hij ontdekt dat zij een verhouding heeft met een ander en zij hem op een verdekte wijze verwijt dat hij wel eens stiekem naast haar ligt te masturberen, zegt hij: “Hey, don’t knock masturbation. It’s sex with some I love”.

Annie Hall

Ik doe het tenminste met iemand van wie ik houd.

Die gedachte roept allerlei vragen op.

Wat gebeurt er wanneer masturbatie wordt bedreven door iemand die niet van zichzelf houdt? En kun je in het licht van “de afschuwelijke zonde der zelfbevlekking” ook vreemd gaan? 

Masturbatie wordt vaak geassocieerd met het vrijgezellenbestaan, maar misschien is die associatie niet terecht. Mij zou het niet verbazen als getrouwde mensen net zo vaak masturberen als vrijgezellen.

In mijn jeugd was bindingsdrift de norm en werden vrijgezellen aangekeken op hun onhuwelijkse staat. Er bestond een speciale vrijgezellenbelasting. Toen de eerste astronaut de ruimte werd ingeschoten, besloot NASA om vrijgezellen uit te sluiten. Een vrijgezel laat minder achter bij een ongeluk, maar NASA zag dat juist als een nadeel, omdat een vrijgezel zich om die reden juist minder verantwoordelijk zou voelen jegens anderen.

Een vrijgezel was een priester en als hij geen priester was, was hij verdacht. Ooit heb ik mijn moeder met enig misprijzen over een vrijgezelle oom horen zeggen: “Die man is getrouwd met zichzelf”. Die opmerking kwam weer boven, toen ik in Trouw een interview las met Barbara Tammes, auteur van:  Het Trouwboekje – een handleiding voor een gelukkig huwelijk met jezelf. Het is na Handboek voor het bouwen van je eigen Luchtkasteel haar nieuwste werk. Een zekere consistentie in haar onderwerpen kan Tammes beslist niet worden ontzegd.

Het boekje is volgens de auteur “een dikke vette liefdesverklaring aan jezelf”, compleet met bruidstaart, trouwring en alle rituele ceremoniën die bij een huwelijk horen. Als ik het goed begrijp, moet Tammes’ trouwboekje vrouwen meer eigenwaarde geven. Ooit propageerde de psycholoog Henk Jurriaans (1940-2005) een soortgelijke gedachte, zij het polemischer van aard. Hij leerde zijn volgelingen: “I’m okay. Jij bent een lul!”.

Mevrouw Tammes meent dat vaak  “om de verkeerde redenen met anderen wordt getrouwd” en dat dit probleem “simpelweg valt op te lossen door met jezelf te trouwen”. Dat mensen om de verkeerde redenen met elkaar trouwen, kan ik beamen. Dat mensen om de goede redenen met elkaar trouwen en toch met elkaar ongelukkig zijn, kan ik ook beamen. Vaak verslapt het huwelijk, om redenen die geheel buiten de echtelieden om lijken te gaan.

Cyril Connolly

De door mij bewonderde Cyril Connolly (zie foto met zijn vrouw) bediende zich van het pseudoniem Palinurus, naar de stuurman van Aeneïs die met de helmstok in de hand in slaap sukkelt en dan overboord valt. Zo beziet Connolly ook het huwelijksbootje. Een knikkebollende man, zojuist het roer nog in de hand, wordt wakker in het koude water, terwijl hij nog net kan waarnemen hoe in de verte het bootje achter de horizon verdwijnt. Is het een modern jacht, dan kan hij misschien nog zien hoe de vrouw hem nazwaait.

Tienduizenden Nederlanders gaan jaarlijks naar een huwelijkstherapeut om te redden wat er nog te redden valt. Dat heb ik ook wel gedaan. Soms hielp het, soms hielp het niet. Meestal weet je al van tevoren of praten helpen gaat. Als je diep je hart besloten hebt dat het einde daar is, kan een therapeut dat alleen maar bevestigen. En hetzelfde geldt voor wie eigenlijk niet scheiden wil. Toch was ik die keer wel verrast, toen ik de deur van een huwelijkstherapeut achter me dichttrok en dacht: “Hé, ik ben weer vrijgezel?!”.

Een nieuw leven met jezelf begint, al heb ik er nooit aan gedacht met mezelf te trouwen. Volgens Milou van Hintum gisteren in deze krant “horen wij allemaal wel eens stemmen”. Die observatie kan ik niet onderschrijven, maar van mijn vrijgezelle jaren kan ik mij wel herinner dat ik veel in mijzelf sprak. Als het uit de hand loopt, ben je zo hardop je hele leven aan het becommentariëren.  Ik weet niet hoe het bij Barbara Tammes is, maar mij viel het op dat ik eerder geneigd was mijzelf te beknorren dan dat ik mijzelf complimentjes gaf.

Dat is ook het fijne van masturbatie: je hoeft er niet bij te praten.

De Volkskrant, 8 juni 2012