Moslimkarikaturen en de lust om voeten te likken

Columns

Het is uitgegroeid tot een mal fenomeen: ergens ter wereld wordt een karikatuur gemaakt van moslims als een intolerante, hysterisch schreeuwende, geweld plegende groep en elders ter wereld doen intolerante, hysterisch schreeuwende, geweld plegende moslims er alles aan om die karikatuur te bevestigen.

Ook het vervolg verloopt volgens de lijnen der voorspelbaarheid. Na de eerste schrikreacties in het westen, beginnen de verontschuldigingen. De gewraakte uitingen zijn altijd van slechte kwaliteit. Met De duivelsverzen schreef Rushdie een matig boek. Submission van Ayaan en Theo van Gogh zag er slordig uit. De cartoonist Kurt Westergaard, die Mohammed afbeeldde met een bom in zijn tulband, kan niet tekenen. Fitna van Geert Wilders was amateuristisch in elkaar gezet. Gregorius Nekschot maakt lelijk werk zonder esthetisch gevoel. De Innocence of Muslims, die nu zoveel reacties oproept, is volgens Monique Samuel in Trouw: “Lelijk gefilmd en slecht geacteerd”.

Het zal allemaal wel, maar het is volstrekt irrelevant. Ook amateuristisch en talentloos werk heeft recht om onder de vrijheid van meningsuiting te vallen. Het is zoals de Duitse schrijver Henryk Broder opmerkte: “Alsof het de kwaliteit van de film van de film zou zijn dat de moslims zo woeden maakt. Denkt iemand dat de zonen van Allah enthousiast zouden applaudisseren als het geen “domdrieste” en “knullig goedkope” film zou zijn, maar een meesterwerk van Pasolini of Tarantino?”.

Uit de kwaliteit van de gewraakte uitingen kun je hooguit opmaken dat slechte kunstenaars misschien moediger zijn dan goede kunstenaars. Trouwens, iedereen die wel eens heeft rondgelopen op een boekenmarkt in Cairo kan je vertellen dat nergens ter wereld zo veel antisemitische lectuur wordt aangeboden als daar.Heeft iemand zich ooit beklaagd over de artistieke kwaliteit van al die uitingen?

Als auteur van Hurra, wir kapitulieren! – Von der Lust am Einknicken geeft Henryk Broder een deprimerend beeld van de zwakke knieën die westerse politici tonen wanneer boze moslims in georganiseerde demonstraties de straat oprennen om de boel kort en klein te slaan. Je vraagt je wel eens af wat voor een zelfbeeld die betogers hebben. Vermoedelijk hebben ze helemaal geen beeld van zichzelf en zijn ze als de schapen die gedachteloos in de kudde meehollen.

In het Europees parlement was het de Duitse voorzitter Martin Schulz, die met “een krachtige voordeling” van de film – en niet van de geweldplegers – onmiddellijk zijn slappe knieën toonde. Mede-socialist Thijs Berman (PvdA) probeerde de kwestie nog te bagatelliseren door te spreken over “een storm in een glas water”. Maar hoe klein is dat stormpje eigenlijk? Deze week las ik dat elke dag ergens ter wereld een christen wordt vermoord op grond van zijn of haar geloof. In Egypte en Jemen hebben salafisten zelfs kruisingen uitgevoerd. Gruwelijke broodje aap verhalen? Ik vrees van niet, want er zijn foto’s van en de zender Memri heeft bewegende beelden.

Titanic wulf

Naar beide kanten werken die slappe knieën averechts. Moslims zien er een methode in om telkens hun gram te halen, terwijl in de westerse landen satirische uitingen juist als paddenstoelen uit de grond zullen schieten. In eigen land kan Schulz meteen aan de bak, want na het Franse blad Charlie Hebdo heeft nu ook het Duitse Titanic spotprenten van de profeet afgedrukt. Dat is allemaal niet tegen te houden.

Daarom kan het bericht in de Washington Times niet anders zij dan een canard. Die krant citeerde gisteren Nabil al-Araby, baas van de Organization of the Islamitic Conference, die beweert dat hij samen met de Europese Unie en de Afrikaanse Unie dichtbij een overeenkomst is om blasfemie en het beledigen van religieuze figuren strafbaar te stellen. Een canard, maar toch iets om in de gaten te houden.

Het Parool, 22 september 2012