Hoe zelfpromotie de plaats inneemt van bescheidenheid

Columns

Met bewondering bezie ik de wijze waarop Ali B. aan zelfpromotie doet. “Eigen roem stinkt”, placht mijn moeder te zeggen, maar voor Ali B. geldt dat kennelijk niet. Geholpen door een gelegenheidscombinatie van De Wereld Draait Door en De Telegraaf is het hem gelukt.

Niet alleen zijn programma Op Volle Toeren heeft het tot een nominatie gebracht, ook hijzelf is voor de Televizier Ring genomineerd – in de categorie “beste presentator”.

Sinds wij allen mogen stemmen over alles en nog wat, is het fenomeen van de zelfpromotie in opmars. Regelmatig krijg ik een oproep van bevriende – en  minder bevriende – makers om mijn stem te geven aan een programma, een film of aan een andere creatieve uiting. Hele bedrijven en families worden gemobiliseerd om de publieke keus voor het eigen product in de juiste richting te dirigeren. Zelfs bij de laatste parlementsverkiezingen zaten opgetrommelde sympathisanten klaar om, zodra de gelegenheid zich voordeed, voor hun eigen kandidaat te stemmen. Die strategie heeft Diederik Samson duidelijk een steuntje in de rug gegeven. Als de zelfpromotie succesvol is, valt nauwelijks nog na te gaan in hoeverre de uitslag het werkelijke beeld weerspiegelt.

Zelfpromotie vind je op alle fronten.

Zelfs Mirjan Rotenstreich, de echtgenote van de schrijver A.F.Th. van der Heijden, doet eraan mee. In een brief aan  “vrienden van het boek Tonio”  vraagt ze om hun stem. Ze schrijft:  “Er doet zich nu een kans voor (misschien wel de laatste) om onder de stem die Adri zijn zoon nog wel de geven een extra klankkast te plaatsen: de NS Publieksprijs, waarvoor Tonio gisteren een nominatie kreeg. Als Tonio’s moeder en Adri’s vrouw wil ik jullie er graag op wijzen dat er vanaf heden tot maandag 15 oktober 2012 voor het boek kan worden gestemd”.  Om het stemmen op Tonio nog extra aantrekkelijk te maken, vermeldt Rotenstreich: “Mocht de NS Publieksprijs aan Tonio toevallen , dan zal Adri het prijzengeld ten goede laten komen aan de Vereniging Verkeersslachtoffers, die van donaties afhankelijk is”.

Tonio brief

Tsja, zou Martin Bril zeggen. Persoonlijk hoop ik dat in het hiernamaals de klankkast voor Tonio niet onopgemerkt zal blijven.

Al die publieksprijzen – of ze nu toevallen aan de beste film, het beste televisieprogramma of het beste boek – zijn het domein geworden van ordinair lobbyen. Vermoedelijk is dat altijd zo geweest, het gaat in deze internettijden alleen openlijker. Niet de beste wint, maar degene met de beste lobby. Wat wel verdwenen is, is het idee dat je anderen de loftrompet moet laten steken en dat je daarbij beter zelf stil kunt zijn.

Dat je met bescheidenheid nergens komt, bewijst ook topcrimineel Willem Holleeder, die binnenkort mag optreden in het programma College Tour. Het is een bespottelijk idee, waarmee presentator Twan Huys en hoofdredacteur Carel Kuyl hun reputatie op het spel zetten. Holleeder hoort in zijn programma niet thuis, want wat moet hij de studenten leren?

Hoe je iemand afperst en bedreigt? Hoe je iemand moet ontvoeren? Of hoe je iemand met een blaffer omlegt?

Het argument dat Holleeder niet op een voetstuk wordt geplaatst, maar “strak en zakelijk” zal worden ondervraagd,  doet bijzonder onwaarachtig aan. Daar is College Tour niet voor; dat kan veel beter in andere programma’s gebeuren. Het argument dat oplichter Nick Leeson ook in College Tour heeft opgetreden, slaat nergens op. Leeson was hoogst deskundig. Van hem kunnen studenten ook iets anders opsteken dan hoe je de boel moet flessen. Bovendien was hij niet iemand die anderen naar het leven stond.

Het beste wat je ervan kunt zeggen, is dat Twan Huys en Carel Kuyl je toch dwingen te kijken. Houdt het braakzakje klaar.

Het Parool, 6 oktober 2012