Nivelleren: iedereen een sportauto!

Beweringen en bewijzen

In de tijd dat hij nog erg links was – wij schrijven de jaren zestig – werd aan Harry Mulisch gevraagd hoe hij zijn revolutionaire ideeën kon rijmen met de sportauto waarin hij rondreed. Mulisch antwoordde dat hier nou eens geen sprake was van een paradox.

Sportauto 2

“Iedereen een sportauto”, zei Mulisch, dat is pas socialisme!”.

Vanuit dat perspectief bezien is nivelleren natuurlijk een feest, zoals PvdA-voorzitter Hans Spekman onlangs heeft vastgesteld. De arbeidersklasse parkeert zijn bolide, viert feest en danst een grote reidans aan de oceaan der wereld. De dichter Gorter voorspelde dit reeds in 1897.

Daarom is het des te verwonderlijker dat Spekman onmiddellijk na zijn uitspraak werd teruggefloten door zijn baas Diederik Samsom. Die zei: “Nivelleren is helemaal geen feest”.

En aan de oceaan der wereld stokte de muziek en kwam de reidans langzaam tot stilstand.

Het is begonnen met “honger!” en eten voor iedereen. Vervolgens wenste men “hogere lonen en lagere prijzen”, en welvaart voor iedereen. Toen kwam het biefstuksocialisme en tenslotte was daar de kroon op het werk met de sportauto voor iedereen. Geen gezeik, iedereen rijk. Eigenlijk vreemd dat zulks nog steeds niet is verwezenlijkt, terwijl de staatsbegroting allang niet meer over miljoenen gaat, maar over miljarden.

Nivellering streeft naar boven, maar in de loop der tijd heeft dit fenomeen toch een ongunstige klank gekregen. De roman Animal Farm van Orwell zal daar in belangrijke mate aan hebben bijgedragen. Iedereen is gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen, was zijn dodelijk commentaar op de heilsleer van het communisme. Sindsdien is nivellering synoniem voor afplatting. Je moet vooral je hoofd niet boven het maaiveld uitsteken. Nederland is een cultuur van de middelmaat van vijfjes en zesjes. De tegenbeweging die daar weer uit voortkwam, liet kinderen op school weer uitblinken. Er werden weer symposia over “leiderschap” gehouden. Alleen bij de publieke omroep, waar ze afhankelijk zijn van de kijkcijfers, bleef het woord “elite” taboe.

Dat nivellering weer in het regeringsbeleid voorop staat, is volgens insiders vooral te danken aan Wouter Bos, die als onderhandelaar het punt heeft binnengepraat, terwijl de VVD’ers zaten te slapen. De vraag is misschien verrassend, maar zou Bos indirect wraak op Balkenende hebben genomen?

Daarvoor moeten wij teruggaan naar 2007, toen Balkenende in een coalitie van CDA, PvdA en Christen Unie premier was en Bos vice-premier. Die regering legde een soort villabelasting op, nam de gouden handdruk op de schop en kwam met speciale heffingen op dure auto’s. De wetgeving was nauwelijks rond, toen de premier groot op de voorpagina van het Financieele Dagblad verscheen. De kop luidde: “Balkenende verzet zich hevig tegen beeld van nivellering”. De premier was boos. Hij vond “dit soort typeringen ouderwets”, wierp het verwijt van nivellering verre van zich en zei dat er vooral niet overdreven moest worden. Aangezien de regering met “één mond” spreekt, was Bos gedwongen het daarmee eens te zijn. Toen Balkenende naar huis werd gestuurd, en Nederland een regering kreeg waarbij rechts de vingers aflikte, dook het N-woord onder.

Maar het is terug.

Bij een nivellering omhoog, dat wil zeggen in tijden van een hoogconjunctuur, heerst alom tevredenheid. Iedereen krijgt er wat bij, alleen de hogere inkomens krijgen er wat minder bij. Maar als het tegenzit, in tijden van bezuinigingen, begint het genivelleerde volk te morren. Bij de hogere inkomens gaat er nog meer af dan bij de lagere inkomens, maar per saldo voelt praktisch iedereen zich tekort gedaan. Bovendien loop je de kans dat er zoveel genivelleerd wordt dat wij met z’n allen alleen maar minder gaan verdienen en er op den duur niets meer te verdelen valt. Dat heet communisme. Toch moet er genivelleerd worden, want anders wordt de kloof tussen arm en rijk te groot en ontstaat er onrust. In Griekenland is het al zover.

Revolutie! Zal dat woord, net als nivelleren, ook een comeback maken?

Mulisch met pijp

Harry Mulisch stak destijds een pijp op en bekeek de opstanden vanuit zijn sportwagen. Concurrent Willem Frederik Hermans, die zelf een tiidje een Morgan had, dacht trouwens heel anders over nivelleren. “Socialisten zijn mensen met gewetensbezwaren over het geld dat andere mensen verdienen”, schreef hij. Je zou kunnen zeggen dat Mulischianen en Hermansianen nu samen in één kabinet zitten. Gerard Reve noemde Mulisch “een gemotoriseerde relletjesvoyeur” en het is maar goed dat er geen Revisten nodig waren. De coalitie zoals die nu is gevormd, lijkt mij intrinsiek al sadomasochistisch genoeg.

de Volkskrant,  7 november 2012