Pontificaat is een wereldlijke macht

Beweringen en bewijzen

Heel het Hollandse medialandschap kwam tot leven toen paus Benedictus XVI zijn aftreden bekend maakte. Geen radio- of televisieprogramma ging voorbij aan het nieuws en op Twitter rolde de ene grap over de andere, alsof het een try-out betrof van een cabaretvoorstelling. Behalve Antoine Bodar gelooft niemand meer in de paus, ook al wonen er volgens het Jeugdjournaal nog vier miljoen katholieken in Nederland. Dat getal is tien maal te hoog, schat ik.

Paus slaapt

Secularisatie heeft ervoor gezorgd dat het geloof in Nederland nauwelijks meer serieus wordt genomen. Je kunt je nog voorstellen dat het geloof wordt beschouwd als iets eerbiedwaardigs van vroeger. Niemand zal het in zijn hoofd halen om smalend te spreken over de literatuur uit vorige eeuwen.

Over Dostojevski, Céline of Hermans zal met meer ontzag en waardigheid worden gesproken dan over de talloze geestelijken die hebben gehoed over ons welzijn. Voor Nederlanders, mogelijk ook voor het grootste deel van de katholieke Nederlanders, is de paus een clowneske figuur in een jurk. Waar dat aan ligt, of het misschien komt door die onnavolgbare Hollandse mix van ironie en hysterie, is een analyse die ik graag aan Bas Heijne overlaat.

Deze krant wijdde gisteren elf pagina’s aan de paus – oh, mijn God. Andere kranten deden daar nauwelijks voor onder. Om de vraag  te beantwoorden of dat overdreven is, herlas ik De Pausen van John Julius Norwich, een pil van bijna 600 pagina’s, die twee jaar geleden in vertaling is verschenen. In dit boek wordt de geschiedenis beschreven van tweeduizend jaar pontificaat.

pausen 2

Norwich is een Britse historicus van gegoede familie, die toegang heeft gekregen tot de Vaticaanse archieven. Waarom juist hij het is geworden en geen Nederlander blijkt uit zijn inleiding, waarin hij schrijft: “Als een agnostische protestant heb ik geen rekeningen te vereffenen, en nog minder voel ik de aandrang om het pausdom schoon te wassen of juist belachelijk te maken”. Inderdaad, Norwich wast niet schoon en maakt niet belachelijk, maar het understatement gebruikt hij regelmatig, zodat hij wat hij schrijft dikwijls toch vermakelijk is.

In zijn protestants agnosticisme ruimt Norwich een aantal mythes op. Zo is daar het verhaal van de enige vrouwelijke paus, Johanna, die in 857 tijdens een processie door de mand viel omdat zij ineens moest bevallen. Dat verhaal bleek niet waar te zijn, evenmin als het gisteren in deze krant door Bert Wagendorp aangehaalde gebruik dat gekozen pausen sindsdien op een stoel met een gat erin moesten zitten, opdat een speciaal aangewezen kardinaal even kon voelen of de paus wel in het bezit was van een stel kloten.

Over de vraag hoeveel pausen er voortijdig zijn afgetreden, heerste in de pers enige onduidelijkheid. Volgens Norwich is dat maar één keer eerder gebeurd, namelijk bij Celestinus V, een vreemde boerse verschijning die zich liet ringeloren door Karel II. Hij sloot zich op in een kleine houten kloostercel, waar hij liever geen bezoek ontving. Het was kardinaal Benedetto Gaetani, die Celestinus weg heeft gekregen. Gaetani liet een verborgen spreekbuis naar de cel van Celestinus aanleggen, om vervolgens ’s nachts de stem van God te simuleren. Zo kreeg Celestinus te horen dat het hellevuur op hem wachtte als hij niet zou aftreden.

Zulks geschiedde ook op 13 december 1294, waarbij Celestinus de akte van abdicatie voorlas. Daarna kleedde hij zich uit voor de verzamelde kardinalen en stond ineens in zijn oude kluizenaarsplunje voor hen. Ik ben benieuwd of deze gebeurtenis zich gaat herhalen als Benedictus XVI op 28 februari abdiceert. Overigens zou Dante in zijn Inferno hebben verwezen naar Celestinus als de paus van “de grote weigering uit lafheid”. Onterecht volgens Norwich, want Celestinus was juist het tegendeel van laf.

Norwich behandelt de pausen  in chronologische volgorde. Er waren inderdaad rare snuiters bij, zoals paus Pius II (1464-1471), die stierf aan “een overdosis jongemannen en meloenen”. Als iets mij dankzij Norwich duidelijk is geworden dan is het dat in de geschiedenis van het pontificaat het spirituele pas op de laatste plaats komt. Vele pausen zijn verwikkeld geweest in een machtsstrijd met koningen, keizers, en sultans. Menig paus was ook legeraanvoerder en toen Michelangelo aan Julius II vroeg of hij afgebeeld wilde worden met een boek, antwoordde deze paus dat hij geen lezer was en zichzelf liever vereeuwigd zag met het zwaard.

Het besef dat het pontificaat vooral een wereldlijke aangelegenheid is, moet langzaam tot Benedictus XVI  zijn doorgedrongen. Een spreekbuis deed de rest.

de Volkskrant,  13 februari 2013