Mensenrechten: mistige retoriek en slonzige filosofie

Beweringen en bewijzen

Onlangs reisde minister-president Rutte naar China, met in zijn kielzog enkele “topmensen” uit het bedrijfsleven. Volgend jaar gaat Rutte weer, maar dan met een grote handelsmissie. De Nederlandse regering haastte zich te verklaren dat op de eerste dag wel degelijk over de mensenrechtensituatie in China is gesproken, maar dat dit keer de wederzijdse handel voorop stond.

Eleonor R.

Eerlijk gezegd vermoed ik dat de mensenrechten niet zo zeer zijn aangekaart om de Chinezen een moreel lesje te leren, maar vooral om het thuisfront te laten weten dat men er nog steeds aandoet – aan die mensenrechten. Ik ben cynisch genoeg om te denken dat Rutte zich nog tegenover zijn ambtsgenoot heeft verontschuldigd met: “Ja, sorry, dit moet ik even naar voren brengen”.

En daarna heeft men een toost uitgebracht.

Even terzijde. Aan een sinoloog vroeg ik of Rutte een panda mee zou krijgen. “Oh nee”, riep hij, “daar is Nederland veel te onbelangrijk voor!”.

Wanneer de premier met een handelsmissie een vreemd land bezoekt, sukkelen de mensenrechten daar altijd achteraan als een klein hondje – een Bejingneesje – dat aan de riem wordt meegetrokken. Maar het hoeft niet eens ver weg te gebeuren. In De Telegraaf stond dat minister Timmermans van Buitenlandse Zaken zijn invloed heeft laten gelden bij een strafrechtelijk onderzoek naar de  smeergeldaffaire die Ballast Nedam in Saoedi-Arabië is overkomen. Ik bedoel maar: het recht op een eerlijk proces is een Universeel recht, maar het recht op vervolging is geen recht, maar een plicht. Een plicht van de staat, en die plicht kan de staat rustig verzaken als er economische belangen op het spel staan.

Wist u trouwens dat er afgelopen week in Saoedi-Arabië weer een grote voedsel- en drankenbeurs is gehouden? Er was ook een Nederlandse delegatie, maar u moet vooral niet denken dat de leden zich door vrouwelijke chauffeurs hebben laten rondrijden. Vrouwen achter het stuur, dat mag namelijk niet in Saoedi-Arabië. Heel on-universeel rechterlijk.

Gisteren stond in deze krant het rijtje met de Universele mensenrechten. Ik telde er 27 en kan daar moeiteloos nog een paar bij verzinnen. Het recht om te wonen waar je wilt, baas in eigen buik, het recht van ieder kind om zonder religie of ideologie op te groeien, enzovoort, enzovoort. Toen de Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948 door Eleanor Roosevelt en twee assistenten werd neergepend op een hotelkamer in San Francisco, was die lijst lang niet zo lang.
Eleonor heeft die verklaring in twee dagen in elkaar geflanst, en toch is de oorspronkelijke versie in veel opzichten beter dan de huidige, want hoe meer rechten hoe groter de kans dat die rechten met elkaar gaan conflicteren. Dat zie je ook onmiddellijk als je die lijst van 27 doorneemt. Het recht op vrijheid van meningsuiting belemmert het verbod op discriminatie en ook staat de vrijheid van meningsuiting regelmatig op gespannen voet staan met de vrijheid van godsdienst.

Wat betekent trouwens: “Iedereen mag zich beroepen op de wet”. Ja, hallo, welke wet? De Nederlandse wet, of de Saoedische wet. Daar ga je al. Wat het ene land een eerlijk proces vindt, vindt het andere land een politiek proces. Wat het ene volk beschouwt als een individueel recht, beschouwt het andere volk als een groepsrecht, en dan krijg je een hele andere uitkomst.

Korzec

Die voortdurende uitbreiding met slecht geformuleerde mensenrechten was voor Michel Korzec reden om te pleiten voor de afschaffing ervan. En als je dat niet wilt, zou je met twee of drie fundamentele rechten kunnen volstaan. In zijn boek Ik kan alles uitleggen (1994) omschrijft hij de mensenrechten als “mistige politieke retoriek en slonzige filosofie”. Ooit waren die mensenrechten goed bedoeld, maar inmiddels zijn ze verworden tot slappe tegenstrijdige aanbevelingen, waaraan geen staat zich kan houden, zelfs hij dat zou willen.  Een nieuwjaarslijstje met goede voornemens is het, opgeschreven door warhoofdige idealisten. Korzec wijst ook op een groot verschil met de burgerrechten. Die kunnen worden afgedwongen, terwijl mensenrechten alleen maar kunnen worden aangeroepen.

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is bij mijn weten door praktisch alle landen van de Verenigde Naties ondertekend, ook door landen als Saoedi-Arabië, waar een vrouw dus niet mag autorijden. Als alle staten zich werkelijk zouden committeren aan de Verklaring, zou driekwart van de wereld er heel anders uitzien. Nog afgezien van de onbetaalbaarheid, wil die driekwart dat helemaal niet. Daar wil men gewoon Rutte ontvangen met zijn handelsmissie. Die dominee van de mensenrechten mag hij thuislaten.

de Volkskrant, 11 december 2013