Fl. 5,50

        Mag ik het nog een keer over geld hebben?
        Een paar maanden geleden schreef ik een stukje over mijn grootvader Mozes Abrahamsz Pam, die in 1943 naar Westerbork is gedeporteerd en later in Sobibor is omgebracht. Omdat Mozes een bijzondere man is geweest, wilde ik meer over zijn leven weten en zodoende kwam ik terecht bij archieven die worden beheerd door de Stichting Joods Maatschappelijk Werk. Daar vond men dat Mozes bij zijn aankomst in Westerbork een bedrag van f 0,45 bij zich droeg en dat hij dit geld had moeten afstaan. Hoewel ik geen verzoek tot schadevergoeding had ingediend, liet de directeur van het JSMW mij weten dat ik als erfgenaam recht had op een bedrag van f 0, 45, dat vanwege de inflatie vermenigvuldigd mocht worden met een factor vijf. Er lag dus nog f 2, 25 op mij te wachten.
        Even heb ik overwogen dat geld aan te vragen, al was het alleen maar om een heel systeem voor zo'n onnozel bedragje aan het werk te zetten. Maar het leedvermaak dat die wraak mij zou verschaffen vond ik niet verstrekkend genoeg, en bovendien zou ik aan verdere correspondentie zeker twee postzegels van tachtig cent kwijt zijn. Ik bedacht nog een paar andere overwegingen die al evenmin verheffend waren en tenslotte liet ik het er bij zitten.
        Maar anderen hadden dat niet gedaan, zo bleek uit een aantal reacties die ik op mijn stukje kreeg. Soms met opmerkelijk resultaat. De heer J.M. Weil uit Amstelveen bijvoorbeeld kreeg te horen dat zijn vader in Westerbork het bedrag van f 5,50 was afgenomen. Hij vroeg wel degelijk compensatie aan en kreeg het volgende antwoord: "Zoals u heeft kunnen lezen in onze brief van 9 november vergoedt de Stichting Joods Maatschappelijk Werk het saldo, waarbij rekening wordt gehouden met een geldontwaarding met een factor vijf, dat wil zeggen dat het bedrag met vijf wordt vermenigvuldigd. In uw geval is dan ook vijf maal f 5,50 oftewel f 25, 50 overgemaakt".
        Daar keek de heer Weil van op. Hij antwoordde dat het SJMW niet alleen een slechte belegger is, maar dat het rekenwerk bij de organisatie kennelijk ook te wensen overlaat, aangezien volgens hem 5 x f5,50 niet f 25,50 is, maar f 27,50. "Gaarne nog twee gulden overmaken", schreef de heer Weil. Dat de brief van het SJMW ook nog eens vol spelfouten stond - wordt vermeldt, enzovoort - liet de heer Weil maar onopgemerkt.
        Maar ja, dit zijn natuurlijk allemaal peanuts. Het echte geld moet nog komen. Ten eerste zijn daar die drie honderd miljoen van de regering. Zo veel was het toch? Tel naar nog eens een paar honderd miljoen bij, die de Amsterdamse Beurs moet gaan dokken. De AEX blijft nog wel even kronkelen, maar de druk vanuit de Verenigde Staten zal te groot zijn. Laten wij voor het gemak het totaal uit te keren bedrag op vijf honderd miljoen houden.
        Hoeveel joden zijn er in Nederland? Ik schat zo'n dertig duizend. Misschien zijn het er wat meer, maar daar gaat het nu even niet om. Niet alle dertig duizend komen in aanmerking, laten wij zeggen dat er 25 duizend overblijven om die vijf honderd miljoen te verdelen. Dat komt neer op 20 duizend de man of de vrouw. Dat is toch wat anders dan f 2,25 of f 27,50. De vraag is nu alleen nog of ik dat geld ook inderdaad ga aanvragen?
        Tsja, tsja, en nog eens tsja.
        Mijn grootvader heb ik uiteraard niet gekend, al denk ik dat ik hem, door alles wat ik inmiddels over hem heb gevonden, wel een beetje heb leren kennen. 't Is natuurlijk toch geld. En als ik het niet opeis, gaat Ronnie Nafthaniel het misschien besteden en worden er weer boompjes in Israël geplant. Dat wil ik niet. Of rabbijn Soetendorp bouwt er een nieuwe sjoel van, en dat wil ik ook niet. Het beste is natuurlijk dat geld te incasseren om het vervolgens in een zo kort mogelijke tijd volkomen te verbrassen. Kaviaar schijnt tegenwoordig onbetaalbaar te zijn. "Als het maar lekker duur is", placht Ischa te zeggen. Ik zou er een callgirl van kunnen bestellen, dat heb ik ook nooit gedaan. Twee callgirls, ook goed. Ik zou er mijn sigaar mee kunnen aansteken, maar helaas rook ik niet. Kortom, mogelijkheden genoeg. Ik ga er voor.

NRC\Handelsblad, 2 juni 2000 © Max Pam

Fl. 0,45 deel I
Fl. 0,45 deel II


terug naar de inhoudspagina