Oneetbaar brood
Floor Haakman
uitgeverij:
Bert Bakker
     

Floor Haakman en de sombere sleur van de zwaartekracht

        Het is de wensdroom van iedere recensent een debuut te ontdekken dat door alle andere recensenten is gemist. Aanvankelijk had ik die ambitie ook, maar spoedig begon ik te beseffen dat er aan het realiseren van zo'n droom een nadeel kleeft. Om een ontdekking te kunnen doen, moet je namelijk al die debuten ook nog lezen. En dat is een minder vrolijke bezigheid, kan ik u verzekeren. Meestal is het zelfs een straf. De houding van veel uitgevers - "niet geschoten, nooit raak" - heeft vooral als resultaat gehad dat ik na pagina's brakend worstelen alleen nog maar De Slegte een plezier kon doen.
        Toch probeer je het soms nog maar een keer, vooral als je de uitgeverstamtam weer hoort aanzwellen. Oneetbaar brood van Floor Haakman wordt ons gepresenteerd als haar debuut, hoewel de schrijfster al in 1992 de Rabobank Lenteprijs heeft gekregen voor een verhalenbundel. Maar Haakman won die prijs destijds als literair wonderkind van negentien en dat telt niet mee, moet de uitgever gedacht hebben. In ieder geval is Oneetbaar brood een romandebuut, laten wij het daar maar ophouden.
        Floor Haakman is nu 27. Op diezelfde leeftijd schreef W.F. Hermans De Tranen der Acacia's, dus laten wij in onze bespreking niet al te begrijpend en te zielig doen. Oneetbaar brood heeft me triest gemaakt. Nee, ik maak geen woordspelingen met oneetbaar, het boek was al onverteerbaar genoeg. Deze roman, geschreven door een vrouw die inmiddels 27 moet zijn, is typisch het werkstuk van een negentienjarige. Oneetbaar brood is een lucifersdoosje dat verpletterd wordt door een blok basalt van pretenties. De verplettering is zo groot dat je niet eens kunt zien of er talent in het lucifersdoosje heeft gezeten.
        Hoofdpersoon in de roman is de jonge filosoof Nadar, die aan eerstejaarsstudenten het vak argumentatieleer moet geven. Dat vindt Nadar beneden zijn stand, want liever zou hij een Wittgenstein, een Russell of een Sartre zijn. Hoewel hij die toppen in de filosofie nog niet heeft geëvenaard gedraagt hij zich wel als een pilaarheilige. Zijn vrouw, de mooie Emma, mag niet eens op zijn kamer komen, aangezien mijnheer niet gestoord wenst te worden in zijn verheven denkarbeid. Onze wijsgeer Nadar is een vreselijke kwast, die vooral kwasterig door het leven gaat als er vrouwen in de buurt komen.
        Nu is er natuurlijk niets op tegen in een roman een kwast als hoofdpersoon te laten fungeren, maar helaas doet Floor Haakman dat zonder een greintje humor. Integendeel, het lijkt wel of de schrijfster zelf niet in de gaten heeft hoe belachelijk zij haar eigen hoofdpersoon steeds weet te maken. Zij lijkt hem in zijn uitspraken zelfs volkomen serieus te nemen en daardoor ontkomt de lezer er niet aan te denken dat ook de schrijfster zelf in al die filosofische rimram en in al die puberale diepzinnigheden gelooft.
        Nadar wil een nieuwe kleur ontdekken en hij denkt: "Een kleur is bijna net zo moeilijk te beschrijven als een geur. Zeker als het om een nieuwe gaat. Taal staat niet open voor nieuwigheden, wil geen elementen accepteren die buiten de ooit opgemaakte strakke indeling van de wereldlogica vallen. En al helemaal niet als er geen woord voor is. Het is überhaupt de vraag of het er eigenlijk wel is". Nadar filosofeert over smaak en denkt: "Niks massaler dan de persoonlijkheid. Hoe meer iets is toegespitst op het individu, hoe algemener, banaler en lelijker het wordt. Bovendien moet je al die arme mensen niet vergeten die nu zelf moeten beslissen wat mooi is".
        Nadar hangt briefjes op in de kamer die door Emma niet betreden mag worden. Die briefjes hebben teksten als: "Waarom heet überhaupt Varken und nicht viel mehr Schwein?".
Hij heeft ook een wet ontdekt en die wet luidt: "Alleen met behulp van onware elementen uit de werkelijkheid kom je tot het echte". Die wet schrijft hij op en prikt hij aan de muur. "Een muur als een hoofd", denkt hij. En ook dat schrijft hij op en prikt hij weer aan de muur. Op andere briefjes staat trouwens weer iets anders. Dit bijvoorbeeld:

    "14:066928.1  
    Gedistil. 33.99  
    J. Daniels 37.99  
    Subtotaal 71.98  
    U heeft betaald en tot ziens".    

        Nadar is zo'n gevoelig mens dat hij droom en werkelijkheid nauwelijks uit elkaar kan houden. Het liefst droomt de vreselijke slaapkop dat hij kan vliegen. Daarover filosofeert hij: "Voordeel is dat ik me zou bevrijden uit de sombere sleur van natuurwetten zoals zwaartekracht en ruimte en tijd die de mens dwingen om iets als oorzaak en gevolg serieus te nemen en stil te staan bij de mogelijke uitwerking van al zijn daden", met als slotconclusie: "Ik zou me bevrijden uit deze illusionaire negatieve fata morgana en definitief een einde maken aan de kringloop van oorzaak en gevolg die tot paranoïde vluchtgedrag leidt".
        Ach, droomkoninkje! Nimmer heb ik in mijn leven een zin gezien waarin zoveel klepels hangen die nog nooit een klok hebben gezien. De sombere sleur van de natuurwetten is trouwens voor mij een openbaring. Verveelt u zich ook zo als het glas uit uw handen stuk op de grond valt? Boring, gewoon, slaapverwekkend! Het wordt toch echt eens tijd dat zo'n glas als een negatieve fata morgana tegen het plafond knalt. Dat zou pas een remedie zijn tegen de verveling.
        In dit lied van schijn en wezen heeft Floor Haakman ook nog een liefdesverhaaltje geweven. Wat waar is en wat niet, wat droom is en wat niet, blijft als een slome natte doek om de roman hangen, maar gevreeën en geruzied wordt er wel. De aardse Emma is voor Nadar in ieder geval te min en hij droomt zichzelf een vrouw die filosofisch onderlegd is en met wie hij ook een potje kan praten. Dat het tenslotte ook met die droom niet goed afloopt, spreekt vanzelf voor iemand die wil vliegen. Emma vlucht van hem weg en begint een verhouding met Berend die gewoon geld op zijn bankrekening heeft staan. En de droom, die gepersonifieerd wordt in het filosofische studentje met de naam Osten-Sibel, wordt door Nadar in bad vermoord - tegen sleur van de natuurwetten in ondergeduwd als een badeendje.
        Een gevoel van diepe kinderachtigheid overviel mij toen ik Oneetbaar brood uit. Je weet dat filosofie studenten onderling zo met elkaar kunnen praten als zij op hun studentenflatjes een stickie te veel hebben gerookt, maar als je het allemaal zo op papier ziet staan dan schrik je er toch wel even van. Ooit heeft Carel Peeters de Nederlandse literatuur opgeroepen meer filosofie in de romans te doen. En ja, dan krijg je dit.
        Nog eentje? Nadar denkt: "Het zijn zekerheden in het leven die slechts zekerheden zijn omdat wij hopen dat het zekerheden zijn! Omdat er, denken wij, niet te leven valt zonder deze zekerheden. Een heel interessant maar natuurlijk zeer onuitgewerkt idee waar je verder geen werk van hebt gemaakt".
        Zeg dat wel, juffrouw ooievaar.

HP\De Tijd, 27 januari 2000 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina