De Passievrucht
Karel Glastra van Loon
Uitgever:
Veen
     

Passievrucht van Karel Glastra van Loon
        

        De naam Karel Glastra van Loon zei me niets en toen ik zijn roman De passievrucht in handen kreeg, dacht ik eerst dat ik met een literair debuut van doen had. De achterflap leerde anders. In 1997 blijkt Glastra van Loon de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden te hebben geschreven, waarvoor hij zelfs de Rabobank Lenteprijs kreeg. Die bundel heb ik niet gelezen en eerlijk gezegd dacht ik dat de Rabobank Lenteprijs een prijs was voor weermannen of tuinarchitecten. Maar dat is niet zo. De Rabobank Lenteprijs is een literatuurprijs, groot vijfduizend gulden.
        Toch bleek ik wel degelijk iets van Karel Glastra van Loon gelezen te hebben. In mijn boekenkast staat Herman, de biografie van een genetisch gemanipuleerde stier, een journalistiek werkje dat Glastra van Loon samen met de journaliste Karin Kuiper heeft geschreven. Het geeft een handig overzicht van al het gemanipuleer rond de gemanipuleerde stier, maar enige literaire aspiratie spreekt er niet uit. Het is typisch zo'n boekje waarmee freelance journalisten op een eerzame manier nog wat trachten bij te verdienen.
        Het is altijd gevaarlijk wanneer een journalist de literaire boer op gaat. Meestal is hoon zijn deel. Een volkswijsheid zegt dat iedere journalist tenminste tien romans in zijn la heeft liggen, die zo slecht zijn dat geen enkele uitgever ze wil uitgeven. In Amerika staat het grensgebied tussen literatuur en journalistiek voor iedereen open, maar in Nederland zijn er nogal wat literaire veldwachters die de grens strak afbakenen.        
        Van al deze overwegingen heeft Karel Glastra van Loon zich niets aangetrokken. Hij heeft een puur literair werk geschreven, waarvan eigenlijk alleen de laatste twee pagina's herinneren aan zijn non-fictie werkzaamheden. Die laatste twee pagina's bevatten een verantwoording en een woord van dank. Volgens wat ik nu maar even het Adriaan van Dis-complex noem, wordt elk citaat daarin verantwoord, zodat er straks geen nare beschuldiging van plagiaat kan komen. En alsof het een proefschrift betreft, bedankt de auteur ook nog zo'n beetje zijn hele kennissenkring, alsmede ook Karin "met wie ik urenlang boomde". Dat alles is natuurlijk erg sympathiek, maar het ook doet een beetje knullig aan.
        Het is meteen ook de enige knulligheid in deze roman, want De passievrucht is een klein meesterwerk. Lezers van deze recensies weten dat ik een dergelijk woord niet snel gebruik, maar De passievrucht is van het begin tot het eind een meeslepend boek. Het spannend, geestig en het gaat over een opmerkelijk geval dat waar gebeurd kan zijn en vermoedelijk ook waar gebeurd is. Ik vond het zelfs een bijzonder opwekkend boek, waarin de schrijver aan het slot ook nog het allerzwartste scenario weet te vermijden, zonder dat hij sentimenteel wordt. Wat mij betreft mag De passievrucht zo genomineerd worden voor een prijs met wat meer gewicht dan de Rabobank-vlinders-in-je-buik-prijs. Nu de jury van de Libris-prijs dit jaar een zwakke Mulisch en een wezenloze Nooteboom heeft voorgedragen, zou ze zich het komend jaar kunnen revancheren met De passievrucht.
        Anders dan in zijn boek over de stier Herman gaat De passievrucht niet over genetisch manipulatie, maar speelt afstamming wel een grote rol. De hoofdpersoon woont samen met een zijn vriendin Ellen en zijn zoon Bo, die hij heeft meegenomen uit een voorgaande verhouding. Die voorgaande verhouding werd beëindigd omdat Monika, de moeder van zijn kind, plotseling kwam te overlijden. Ook Ellen wil een kind, maar helaas wil dat niet lukken.
        De roman begint met een scène in het ziekenhuis, waarin de hoofdpersoon te horen krijgt dat hij degene is, althans zijn zaad, die verantwoordelijk is voor het uitblijven van nageslacht. Hij lijdt aan het syndroom van Klinefelter, een afwijking aan de chromosomen die hij bij zijn geboorte heeft meegekregen. Dat betekent dat hij zijn hele leven al onvruchtbaar is en dat zijn zoon Bo daarom ook niet van hem kan zijn.
        Die openingsscène is met veel vaart en humor geschreven en zet onmiddellijk de toon van het boek. Vanaf dat moment ligt niet alleen het leven van de hoofdpersoon in scherven, maar natuurlijk ook dat van zijn zoon Bo, al weet die nog van niks. Alleen Ellen blijft opmerkelijk koel onder de dramatische omstandigheden en de lezer zal later begrijpen waarom.
        Het knappe van De passievrucht is dat het met veel psychologisch inzicht is geschreven. De hoofdpersoon doet steeds wat ik in zo'n situatie ook zou hebben gedaan - tenminste dat vermoed ik. Hij laat zijn zoon, die inmiddels "zijn zoon" is geworden, voorlopig in het onwetende, maar wel gaat hij op zoek naar de echte vader, ook wel "de dader" genoemd. Daarvoor moet hij zijn geheugen pijnigen met de onaangename vraag: met wie is Monika indertijd allemaal vreemd geweest?
        Het oplossen van dit raadsel brengt hem bij een hele reeks van potentiële vaders, die natuurlijk ook niet zitten te wachten op het goede nieuws. Het is een zoektocht die Glastra van Loon laat zien als een rasschrijver. Telkens komt de hoofdpersoon voor nieuwe verassingen te staan, maar tot aan de pointe aan het slot, lijken die zo natuurlijk voort te vloeien uit de gebeurtenissen dat het verloop aannemelijk blijft. Een fraaie wending krijgt het verhaal als de hoofdpersoon meent de echte vader gevonden te hebben. Lang draait hij erom heen, hij probeert zelfs nog even de vrouw van de vermeende vader te verleiden - overigens vooral in zijn fantasie - maar tenslotte laat hij zich overtuigen tot het inzicht dat niemand gebaat zou zijn bij de waarheid. Het huwelijk van de echte vader zou er door verwoest worden, en zoon Bo zou ook niet geholpen zijn met de harde feiten.
        Dat de vermeende vader later helemaal niet de vader blijkt te zijn en dat nieuwe onthullingen hem te wachten staan, weet de hoofdpersoon op dat moment nog niet. Hij weet ook nog niet dat Ellen alles al weet. Hoe De passievrucht afloopt, lijkt mij nu verder iets dat de lezer zelf maar moet uitvinden. Karel Glastra van Loon is volgens de flaptekst van 1962 en hij moet 36 of 37 zijn. Of je zou iemand nog een jong schrijver moet noemen, weet ik niet. Nabokov had op die leeftijd al een oeuvre op zijn naam staan. Maar kennelijk is het in Nederland mogelijk om je buiten de gevestigde paden om te ontwikkelen tot een volwassen schrijver. Dat is in zekere zin ook geruststelling. Glastra van Loon laat ook zien dat de journalistiek niet per se een kerkhof behoeft te zijn voor literaire ambities. In De passievrucht wordt nogal wat genetische kennis aangedragen, die Glastra van Loon tijdens zijn journalistieke werkzaamheden moet hebben opgedaan.
        Vanzelfsprekend zal ik nu spoedig ook Vannacht is de wereld gek geworden gaan lezen. Ik ben al drie boekhandels afgeweest, maar daar hadden zij het niet. Ik blijf zoeken. Zo'n Rabobank lenteprijs kreeg je natuurlijk niet voor niets.

HP\De Tijd, 19 april 1999 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina