De kinderen van Arthur, de nieuwe roman van Kristien Hemmerechts
beveel ik een opschrijfboekje aan, zodat de lezer zelf in die wirwar van lijnen
enige orde kan scheppen.
Waarom zijn slechte
recensies altijd onvriendelijker dan goede recensies vriendelijk zijn? Waarom
zijn slechte recensies altijd hard en vervelend, en ademen goede recensies de
normale toestand van zijn? Waarom onthouden schrijvers hun leven lang een
slechte recensie en zijn ze de goede recensies snel vergeten?
Vragen, vragen, vragen.
Het zal er mee te maken dat een
criticus het liefst zo snel mogelijk van een slechte recensie af wil, maar dat
hij dat niet kan. Je leest een boek dat je niet bevalt en het begint je
onaangenaam op te vallen dat je er ook nog een stukje over moet schrijven. Het
liefst zou je zo'n boek willen wegleggen of in de trein vergeten. Je wilt ervan
weglopen, zoals je wegloopt uit een slechte film. Maar de plicht roept en je
wilt elk boek ook een faire kans geven.
Dan is het boek uit. Wat te
doen? Het hart roept: schrijf een kritiekje van twee honderd woorden. Dat is
genoeg. Zeg dat je het niet zo goed is wat je las, maar de volgende keer beter.
Wij zijn geen vijanden, wij zijn niet beledigd. Maar dan komt het hoofd. Het
hoofd roept dat je je er zo niet van af mag maken. Een witte plek in de krant,
je moet waar voor je geld leveren, kortom, een kritiek moet tenminste elf
honderd woorden bevatten.
Dan komt het schrijven de
recensie. Het gaat moeizaam. Zoals het boek al op was na pagina 13, zo is de
recensie eigenlijk al op na 65 woorden. Maar je moet door. Je gaat op
herhaling. De toon wordt steeds harder en vervelender. Je begint jezelf op te
winden, waar je eigenlijk mild had willen zijn. Plotseling sla je erop als op
een taaie biefstuk. Je neemt die lariekoek niet langer. Pang! Kadoenk! Bloed
spat op. De manchetten van je witte overhemd worden rood gekleurd. Voor je het
weet, is je werkkamer veranderd in een abattoir
Maar nu terzake: het nieuwe
boek van Kristien Hemmerechts. Het heet De kinderen van Arthur.
Je kunt van Kristien
Hemmerechts zeggen wat je wilt, maar zij is zeker een vruchtbaar schrijfster.
In die zin, voegt de politicus er gauw aan toe, dat zij kwantitatief een enorme
productie heeft. De ene roman is nog niet uit of er verschijnt al weer een
nieuwe. Wat dat betreft lijkt Kristien Hemmerecht nog het meest op een
legbatterij, waarmee ik overigens niets ongunstigs ten aanzien van de kip wil
suggereren. Iedereen eet wel eens een ei, vooral als Pasen weer in aantocht
is.
Haar vorige roman heette De
tuin der onschuldigen. Daarin reden drie zusjes met een rode Passat
naar het zuiden. U begrijpt: bloed, drama, en de hete passaatwind die ons
van onze zinnen beroofd en ons gek maakt. Als de drie zusjes in een Opel Kadett
of in een Ford Scorpio naar het zuiden waren gereden, was het verhaal niet
kloppend geweest. Deze keer gaat het niet over drie zusjes, maar over tien
kinderen en een regisseur.
Normaal gesproken schrijft een
schrijver een boek en maakt een filmmaker daar een paar jaar later een film
van. Kristien Hemmerechts heeft precies het tegenovergestelde gedaan. Zij heeft
weliswaar geen film genomen, maar een televisieserie. Vervolgens heeft zij van
die televisieserie een roman gemaakt. De televisieserie waar zij naar verwijst
is de beroemde reeks documentaires 7Up, waarin de BBC om de zeven jaar
verslag doet over het wel en wee een aantal willekeurige mensen. Het begint op
de lagere school, dan komt het tweede uitzending als de kinderen veertien zijn,
vervolgens gaan we weer kijken als iedereen eenentwintig jaar is, enzovoort. De
BBC-documentaire had, hoe onderkoeld zij ook was gemaakt, toch de pretentie om
te laten zien dat mensen uit verschillende milieus in het dagelijks leven niet
dezelfde kansen hebben.
Hemmerechts heeft haar eigen
7Up gemaakt, haar eigen namaak 7Up. Haar eigen 7Up heet
7plus en het is hetzelfde idee, maar dan uitgevoerd door de Vlaamse
televisie. In werkelijkheid schijnt 7Plus nooit uitgevoerd te zijn, maar
hier begint de romanwerkelijkheid van Hemmerechts. Op zichzelf is het geen
onaardig idee. Er is wat van te maken. De tijd die voortslaat in een aantal
kinderlevens en in het leven van de regisseur die al die kinderlevens moet
volgen. Een begaafd schrijver heeft hier een mooi non-fictie thema.
Maar Hemmerechts slaagt er niet
in een geheel van haar roman te maken. Het is ook bijna ondoenlijk. Tien
kinderen en een regisseur Arthur, dat zijn al elf hoofdpersonen, en dan heb ik
nog niet eens al die vrouwen en vriendinnen meegeteld waarmee de regisseur in
het verloop van de roman naar bed gaat Ik vind het trouwens wel knap van die
regisseur dat die al vrouwen versiert, want in het begin van het boek wordt ons
meegedeeld dat Arthur zich zelden wast en nog minder vaak zijn tanden poetst,
zodat hij behoorlijk moet stinken.
Als een roman zo breed is
opgezet dan verwacht je toch de personages enige interactie met elkaar
vertonen. Helaas is dat vrijwel nooit het geval. Vaak heb je het gevoel dat de
kinderen van 7Plus alleen maar als een decorum zijn gebruikt en dat de
roman net zo goed in een kaasfabriek of bij de padvinderij had kunnen spelen.
Arthur gaat af en toe eens op reis om een van die uitgezwaaide kinderen op te
zoeken, maar dat is het wel. Ieder kind heeft zo zijn eigen sores. De meeste
kinderen ben je al weer vergeten als Kristien met haar literaire camera al weer
een andere slachtoffertje opzoekt. Arme Arthur! Zijn ambities waren zo
hooggestemd, maar in de handen van Kristien zal er uiteindelijk helemaal niets
van terecht komen.
Omdat in het begin een echt
exposé over al personages is uitgebleven, raakte ik tijdens het lezen
voortdurend in de war en wist ik al snel niet meer wie nou eigenlijk wie was.
Ik beveel dan ook een opschrijfboekje aan, zodat de lezer zelf in die wirwar
van lijnen enige orde kan scheppen. Het is bovendien stilistisch allemaal zo
vlak. Hoofdstuk drie begint met de zin: "Sneeuwvlokjes dwarrelden in het
schijnsel van de straatlantaarn en legden hun witte glinstering op het haar van
gehaaste voetgangers". Ach Heer, geef me de sprookjes van Andersen!
In feite bevatten al die 286
pagina's interessantdoenerigheid maar één interessante
scène. Dat is de scène waarin Arthur een jongen wil redden die
met zijn moeder in een pissoir woont. Deze jongen is een van de deelnemers aan
7plus, moeder is de juffrouw van de retirade. Als Arthur, staande boven
de pisbak zijn deel ontbloot en aldus de jongen wil gaan uitleggen dat dit geen
omgeving voor hem is en dat hij eventueel bij Arthur mag komen wonen, maakt de
jongen onmiddellijk aanstalten om de regisseur te pijpen. De misverstanden en
halve misverstanden die daarop volgen, zijn bijzonder koddig beschreven en je
zou hopen dat het hele boek zo was.
Helaas is dat niet geval. De
kinderen van Arthur is roman waaruit blijkt dat het een stuk makkelijker is
van een boek een film of een televisieserie te maken dan van film of een
televisieserie een boek. Maar eigenlijk wist iedereen dat al.
HP\De Tijd, 9 september 2000 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|