Collage W.F.Hermans


Onder professoren

        "Zeg, hallo! Hoe gaat het met jou?".
        "Heel goed, dank je. Gezellig niet, hier op het W.F.Hermans Festival. Heb je al wat gekocht? Moet je eens kijken wat ik voor iets aardigs op de kop heb getikt. Zie je dat? Een mooi eerste drukje, nog helemaal gaaf".
        "Ik dacht trouwens dat jij helemaal niet zo goed met hem was".
        "Zeg, nou moet je ook weer niet overdrijven. Het was natuurlijk een heel moeilijke man, die zichzelf enorm in de weg zat. Maar hij was ook heel kwetsbaar en bovendien ontzettend gastvrij. Ik bedoel: als je bij hem thuiskwam, dan kreeg je altijd volop whisky aangeboden. En zijn vrouw kon heel goed koken. Dan werd er een heel feestmaal aangericht. Dat weet je toch".
        "Oh, kwam je dan bij hem thuis?".
        "Nou, ik wil niet zeggen dat ik daar de deur plat liep, maar ik heb toch een paar een uitnodiging gehad om naar Parijs te komen. Het is er toen niet van gekomen, want je begrijpt ik heb altijd het druk druk druk, maar ik was daar op elk moment van de dag welkom".
        "Ik dacht anders anders dat hij een paar keer heel onaangenaam over je heeft geschreven. Hoe noemt hij jou ook al weer? Een oetlul? Ja, dat was het: een ongelooflijk talentloze oetlul. Dat staat in…".
        "Zeg, hallo! Hoe gaat het met jou? Moet je eens kijken wat ik bij standje daar heb gevonden. Zie je dat? Zijn allervroegste gedichten met handtekening. Die miste ik nog, terwijl ik bijna alles heb met een persoonlijk opdracht".
        "Oh, ik wist niet dat jij zo goed met hem was".
        "Nou…tegen het einde van zijn leven ging dat steeds beter. Het was natuurlijk een bittere man, die veel is tegengewerkt, maar aan de andere kant had hij toch ook een klein hartje. En hij kon beslist charmant zijn. Héél charmant. Eigenlijk was hij een echte levensgenieter, iemand die bijvoorbeeld veel meer van wijnen wist dan je zou verwachten. Als je daar met hem over sprak, vlogen de jaartallen en wijnstreken je om de oren".
        "Oh, kwam je dan bij hem thuis?".
        "Hij heeft mij verschillende malen uitgenodigd om naar Brussel te komen, maar ja, om de een of andere reden is het er nooit van gekomen. Zijn vrouw kan trouwens geweldig koken. Wist je dat? Wim zei steeds: 'Voor jou staat de deur altijd open'. Maar het lukte me niet. Je weet hoe druk ik het altijd heb met die vergaderingen".
        "Ik dacht anders dat hij jou een paar keer verschrikkelijk in de grond heeft geboord. Wat schreef hij ook al weer over jou? Dat je een slijmbal bent. Ja, een slijmbal, dat was het! Een ontzagwekkende slijmbal met het verstand van een nimmer tot wasdom gekomen erwt. Dat staat in…".
        "Zeg, hallo! Hoe gaat het met jou? Zeg, moet je eens kijken waar ik tegen aanloop. Een eerste druk van de Mandarijnen met een collage van Wim zelf, gemaakt in de tijd dat hij nog in Haren woonde. Ik herinner mij nog dat ik destijds bij hem langs zou komen om een exemplaar in ontvangst te nemen. Daar had hij mij speciaal voor uitgenodigd, maar helaas was ik toen verhinderd".
        "Oh, ik wist helemaal niet dat jij zo goed met hem was".
        "Ach, je weet toch hoe hij was. Snel aangebrand, maar dat is later helemaal bijgetrokken. Hij snakte naar erkenning en als je hem die maar gaf dan at hij uit je hand. Wat kon die man trouwens warm en hartelijk zijn! Hij stond me een keer in de sneeuw op te wachten, terwijl de trein al een uur verlaat was. En hij had cadeautjes bij zich voor de kinderen. En een flesje wijn voor mijn zieke grootmoeder. Wist je trouwens dat hij een echte wijnkenner was en dat zijn vrouw heel goed kan koken? En toen onze hond stierf, heeft nog speciaal een gedichtje geschreven. Dat was misschien niet zo'n goed gedicht, ik ben het later ook kwijt geraakt, maar daar ging het niet om. Het was uit een goed hart.
        "Ik dacht anders dat hij je vreselijk heeft beledigd. Hij heeft toch over je geschreven dat je een weerzinwekkende lafbek bent die het niet waard is om te worden doodgeslagen. Dat staat in…".
        "Ach, dat moet je niet te letterlijk nemen. Je weet toch hoe Wim was".

NRC\Handelsblad, 6 oktober 2000 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina