De hoed
De eensgezinde verontwaardiging
over het optreden van Robbie Muntz als een rondparaderende Hitler doet de vraag
rijzen waarom humor plotseling geen humor meer was. Dat het optreden van Muntz
als een smakeloze vertoning werd ervaren zegt niet alles, want humor en
smakeloosheid gaan heel goed samen. Het klinkt misschien vreemd, maar in eerste
instantie ben ik geneigd te denken dat Muntz en zijn kompaan Paul Jan van de
Wint niet ver genoeg zijn gegaan.
Ik bedoel het volgende. In een
voorafgaande aflevering reisden de twee naar de Verenigde Staten, waar zij een
bezoek brachten aan een paar televisiedominees. We kregen heel aardig te zien
hoe die evangelische zenders te werk gaan en aan het eind van het programma
liet Muntz zo'n dominee voor de camera "godverdomme" zeggen door hem
wijs te maken dat hij daarmee de Nederlandse kijker een groet brengt. Dat was
ontegenzeggelijk een studentikoze grap, maar toch leuk, omdat die dominees
werden belazerd op een manier waarmee zij zelf hun kudde plegen te belazeren.
Als Muntz nu volgens hetzelfde
procédé Haider en diens volgelingen te lijf had willen aanpakken,
had hij een Bierstube in Korinthe moeten bezoeken, eventueel in Hitler-pak. Had
hij in dat geval een klap op z'n kop had gekregen, dan zou dat volkomen
verdiend zijn geweest, maar hadden zijn provocaties bijval opgeleverd, dan was
er tenminste nog iets aangetoond. Maar zo maar verkleed als Hitler in
Oostenrijk rondstappen was niet genoeg. Het toont niets aan wanneer je argeloze
voorbijgangers die misschien helemaal niet op Haider hebben gestemd, in slechts
Duits plotseling confronteert met een fles Zyklon-B. Die hebben daar geen zin
in, heel begrijpelijk.
Het dichtst bij de
oorspronkelijke bedoeling van de makers kwam het interview de Oostenrijkse
FPÖ-parlementarier Graf. Het angstzweet brak me uit toen ik dat zag en ik
betrapte mijzelf op een schaterlach. Dat Graf überhaupt zo'n Hitler-clown
te woord stond, was al gek genoeg. Het mondde uit in een wonderlijk schouwspel:
een hyperbeleefde Graf die alle politiek correcte antwoorden gaf en een Hitler
die er naast stond met een gezicht van: ja ja, dat zeggen ze allemaal. Graf
slaagde eigenlijk voor het examen waar die Amerikaanse dominees voor gezakt
waren. Graf zei geen "godverdomme" in de camera, hij zei keurig dat
ook homoseksuelen, net als alle andere mensen, het recht hebben op hun eigen
geaardheid.
Wat Muntz en Van de Wint het
meest wordt kwalijk genomen, is de scène met de orthodoxe joden. In
paradepas komt Muntz in zijn Hitler-pak uit een zijstraat aangemarcheerd en je
ziet de verschrikte orthodoxen weghollen. Ik geloof dat ik precies weet waarom
je alleen maar met een gevoel van horror naar die scène kunt kijken. Het
zit hem in die hoed. Een van de orthodoxe joden verliest in de vlucht zijn
zwarte hoed. De hoed waait hem van het hoofd en komt op neer op een natte
trambaan, want het heeft geregend. Hij rent er achteraan en probeert zijn hoed
op te rapen, maar hij grabbelt eerst mis omdat hij duidelijk in paniek
verkeert.
Dat is niet zo maar een
scène uit een film van Stan Laurel en Oliver Hardy. Dat beeld is
onlosmakelijk verbonden met de concentratiekampen: lachende Duitsers, die een
jood de hoed van het hoofd slaan en die enorm staan te lachen als de jood
achter zijn weggewaaide hoed aanrent. Alles komt er in samen: antisemitisme,
vernedering, machtsmisbruik, dood. Ik heb het gevoel dat ik die scène al
talloze malen op een zwart-wit filmpje heb gezien, maar wat de herkomst van die
beelden is, zou ik niet weten. Wat ik wel weet, althans wat ik denk te weten,
is dat er geen geluid bij was. Een stomme film, een beetje amateuristisch
gesneden. Hoed rolt door de modder, lachende gezichten, een hollende jood, weer
lachende gezichten.
Muntz heeft wel geluid.
"Herkennen jullie me?", roept hij nog als de Weense joden
wegvluchten. Hij grijnst erbij, hij lacht. In Het Parool van gisteren
zei Van de Wint: "Rob heeft geen idee wat hij heeft gedaan. Ik heb het
allemaal voor hem bedacht". Zo? Als dat waar is, denk ik dat ik mijn
zwarte hemd maar eens aantrek, de trein naar Hilversum neem, voor het
VPRO-gebouw gaan staan, mijn rechter arm omhoog steek en zal roepen:
"Befehl ist Befehl!" Komt allen en neem uw camera mee.
NRC\Handelsblad, 25 maart 2000 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|