Karel


        Karel van het Reve. Ooit werd hem in mijn radioprogramma gevraagd of hij echt CIA-agent was geweest, waarop hij antwoordde: "Dat mogen wij niet zeggen".
        Toch is het gek, want ik heb lang gedacht dat Karel inderdaad voor de Amerikanen werkte. Dat komt door een foto-onderschrift. Ik was nog geen tien, moest wegens ziekte een paar maanden in bed blijven, toen ik van mijn moeder mijn eerste schaakboek kreeg. Het was het toernooiboek van het wereldkampioenschap 1948, waarvan de ene helft in Den Haag en de andere helft in Moskou is gehouden. Er stonden mooie foto's in van de schaakreuzen uit die tijd. Botwinnik met hoed, die aankomt op de kade in Hoek van Holland. Burgemeester Visser doet de eerste zet voor Keres. Er was ook een foto van Euwe en Karel die door Moskou lopen. Op de achtergrond zie je het warenhuis Gum. Het onderschrift luidt: "Dr. Euwe maakt een wandeling in Moskou. Naast hem de tolk Van 't Reve, tevens arbiter voor Amerika".
        Dat kan toen nog. Aan de vijfkamp deed ook Reshevsky mee, die al voor de oorlog Amerikaans staatsburger was geworden. Omdat Reshevksy tussen al die Russen toch vertegenwoordigd moest worden, hebben ze Karel maar hulparbiter gemaakt, hoewel hij nauwelijks de regels van het spel kende. Zou Reshevsky geweten hebben dat Karel toen nog communist was?
        Later is die man die daar naast met Euwe door de straten van Moskou liep een paar maal bij ons thuis geweest. Mijn vader, die chef buitenland was van Het Parool, stelde hem voor als nieuwe correspondent in Moskou. De twee mannen konden het meteen goed met elkaar vinden. Ze waren allebei niet alleen fel anti-communistisch, maar op een speciale manier ook wars van elke psychologie. Je deed dingen, eenvoudig omdat ze gedaan moesten worden. Geen poeha. Karel was dan wel professor, maar eigenlijk was hij gewoon Karel. Wie een groots en meeslepend ideaal had over de nieuwe mens, kon de wind van voren krijgen. De enige echte idealen waren de vrijheid van meningsuiting en de voorzichtige vooruitgang van de sociaal-democratie.

{short description of image}

Toespraak ter gelegenheid van Karel's 65ste verjaardag.
Rechts Krijn ter Braak als Freud en links Max Pam als Marx.

        In het correspondentschap in Moskou moeten zij natuurlijk ook iets van de romantiek van het verzet hervonden hebben. Dikwijls heb ik verbaasd toegekeken als mijn vader Karel vanuit Moskou aan de lijn had. In principe was mijn vader iemand die precies om zes uur het eten op tafel wilde hebben, maar als Karel belde veranderde hij in een kwajongen. Aan zijn gespannen houding aan de telefoon kon je ook zien wanneer er een dissident manuscript vanuit Moskou naar het westen gesmokkeld zou worden. Er werd dan meestal ook in code gesproken. Karel begon dan te vragen of er nog nieuws was in Nederland, waarop mijn vader zulke dingen zei als: er is een ooievaar geland in de Haarlemmermeer, of de krentenmik staat op de schoorsteenmantel. Verliep het zo dan probeerde ik mij altijd een onderaardse bunker voor te stellen, waar KGB-agenten met koptelefoons op iets zinnigs uit al die mededelingen probeerden te destilleren.
        Was de ooievaar geland dan had Het Parool een paar dagen later wereldprimeur. Nog zie ik de opgetogenheid van mijn vader voor mij, toen de New York Times een bericht van Het Parool integreaal met bronvermelding op de voorpagina had overgenomen. Meestal werd Karels naam niet eens genoemd en werd gedaan alsof hij alleen maar in Moskou zat om gezellige columns over het dagelijkse leven van de gewone Rus te schrijven.
         Nu vindt iedereen dat Karel van het Reve in alles gelijk heeft gekregen en is men blij dat hij de val van de Berlijnse muur heeft mogen meemaken, maar ik herinner mij nog heel goed hoe er gescholden werd op het anti-communisme van Het Parool. Ik deed er trouwens zelf ook aan mee, want een vader heb je nou eenmaal om tegen aan te schoppen.
        Er is later een tijd geweest dat hij bijna wekelijks meewerkte aan mijn radioprogramma. Als ik hem kwam ophalen met de auto deed hij steevast het portier open met de uitroep: "Hallo, kameraad!". Op een keer vertelde hij dat hij dezelfde ziekte had als Schopenhauer. Hij maakte het beverige en dwangmatige gebaar van iemand die met duim en wijsvinger zijn centen telt. Parkinson begreep ik. "Van fijn gemalen embroyo's maken ze nu een pil om mij in leven te houden", zei hij.

NRC\Handelsblad, 5 maart 1999 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina