Toekomst

        Op het internet lees ik dat de Nederlandse Stichting voor Manisch-Depressieven een speciale millennium-aanbieding heeft. Als je je voor 31 december 1999 aanmeldt, kost het lidmaatschap maar twaalf gulden vijftig. Kennelijk hebben de manisch-depressieven vertrouwen in de toekomst in hun stichting.
        Heb ik vertrouwen in de toekomst? Een nare vraag. Zodra de onderwijzer mij rekenen had geleerd, wist ik hoe oud ik zou zijn in het jaar 2000. Eerst lag dat jaar ver weg en kon ik mij nauwelijks voorstellen dat ik die leeftijd zou halen. Maar langzamerhand kwam de bewuste grens dichterbij en inmiddels heb ik mij erbij neergelegd dat ik niet zal sterven als een jonge romanticus. De enige zekerheid in het nieuwe millennium, in de komende eeuw, is de dood, mijn dood. Er valt niets meer te rekenen, tenzij binnen veertig jaar de onsterfelijkheid wordt uitgevonden. Ik geloof daar niet in, maar mocht de onsterfelijkheid toch nog binnen handbereik komen dan zal ik er niet aan meedoen, denk ik.
        Een paar puristen denken er anders over, maar morgen begint de 21ste eeuw. Het is onwaarschijnlijk dat iemand die dit stukje leest ook de 22ste eeuw zal halen. Voor die iemand ligt er geen mijlpaal in het verschiet en valt er niets uit te rekenen. Het lijken sombere woorden, maar het is hoofdzakelijk theorie. De stemming op de beurs bulkt van het optimisme. In de komende eeuw wordt iedere Nederlander miljonair. Zoals er nog een verplicht ziekenfonds is, zo zal er ook voor iedere minvermogende Nederlander een verplichte aandelenportefeuille komen. Nu strijken al die pensioenfondsen nog die beleggerswinsten op, maar dat wordt in de toekomst natuurlijk geprivatiseerd. Wie zestig wordt krijgt geen AOW meer, maar ontvangt een mooi pakketje aandelen.
        Voor baar geld zie ik trouwens ook geen toekomst meer. Het bankbiljet wordt door de verdere opkomst van de creditcard gemarginaliseerd. Tenslotte zal het alleen nog in het criminele circuit worden gebruikt, maar als het zo ver is, zal de definitieve afschaffing niet lang meer op zich laten wachten. Vliegtuigkapers, kidnappers en andere losgeldeisers gaan zware tijden tegemoet.
        De toekomst is het enige dat aan de slaven gratis wordt meegegeven, schijnt Camus gezegd te hebben. Het zou ook een uitspraak van Marx kunnen zijn, tenminste als je het hiernamaals ook als een vorm van toekomst beschouwt. Hoe zal het de godsdienst vergaan in de 21ste eeuw? Een interessante vraag, jammer dat ik haar nooit helemaal beantwoord zal zien. Het lijkt me een plausibele veronderstelling dat de slaven steeds minder genoegen zullen nemen met een plaatsje in de toekomst, maar dat wil nog niet zeggen dat de godsdienst ook zal verdwijnen.
        Wat moet er bijvoorbeeld van het bidden terecht komen? Geef ons heden ons dagelijks brood, amen. Maar dat brood hebben wij al zonder het opperwezen. Bidden is een combinatie van afgunst en onzekerheid. Wij bidden omdat wij iets willen dat een ander ook heeft. Waarom is de een zondagskind en staat de ander achter op de vuilniswagen? Je hebt mensen met een aantrekkelijke kop, die ook nog eens intelligent geboren worden als het kind van rijke ouders. En je hebt mensen die dat alles missen, maar wel in het bezit zijn van wratten, een leeg hoofd en arme ouders. Er is geen reden voor en ook geen rechtvaardiging. Die mensen hebben gewoon pech en zullen het altijd blijven houden. Sociaal-democraten willen die tegenstellingen wel verkleinen, maar ook zij pleiten er niet voor om Wim Kok hetzelfde te laten verdienen als de man achter op de vuilnisauto.
        Toch is er in de 21ste eeuw hoop voor degenen met pech. Dankzij gezonde voeding, plastische chirurgie en genetische manipulatie zal het aantal lelijke mensen drastisch afnemen. Over vijftig jaar zal niemand weer weten waar Hans Dorresteijn over heeft gezongen. De meeste jongeren zullen aantrekkelijk zijn. Schoonheid zal nog uitsluitend door de mode bepaald worden, maar die mode is dan ook voor iedereen bereikbaar. Het zal nu nog wel enige decennia in beslag nemen, maar in de tweede helft van de komende eeuw zal de armoede in de arme landen achter de rug zijn. Als het meezit zal ook het aantal dom geboren mensen dalen. Verschillen tussen mensen blijven bestaan, maar als die verschillen een dramatische gedaante krijgen dan is dat niet vanwege financiële of genetische oorzaken, maar omdat mensen daar kennelijk zelf voor kiezen. Dat zal het grote verschil zijn met de voorafgaande eeuwen.
        Voor een persoonlijke God die als een boekhouder voor ieder mens bijhoudt wat de goede en de slechte daden zijn en welke zonden er zijn begaan, zie ik in mijn glazen bol op den duur weinig toekomst. Een paar dagen geleden zei Youp van 't Hek op de televisie te geloven "dat er toch iets is". Het is deze vage notie, die tegemoet komt aan een existentiële onzekerheid, die wel eens de basis zou kunnen worden voor de godsdienst van de 21ste eeuw. Heus, het is niet zo moeilijk om te begrijpen waarom Youp zo populair is.
        Als u het mij vraagt zal de monarchie de 21ste eeuw niet overleven. Beatrix ziet heel juist in dat een monarchie om te overleven een metafysisch fundament nodig heeft. Elke roep om meer openheid zal dat fundament aantasten, maar de geest is hier al uit de fles. Wist u bijvoorbeeld dat je op het internet al heel precies de gangen van de monarchie kunt nagaan met de programma's die de bezoekers registreren, dus ook de bezoeker: "koninklijkhuis.nl"? Een schuilnaam nemen zal misschien even helpen, maar op het net blijft niets geheim. Wie privacy wil, moet zich niet op de digitale snelweg wagen.
        Weinig toekomst zal er zijn weggelegd voor de tegenstelling werkgevers-werknemers. Er komt een grote organisatie die de arbeid in Nederland gaat regelen. De Eerste Kamer gaat verdwijnen, evenals de Nederlandse voetbalcompetitie, de bioscopen, Schiphol, raamprostitutie, dieseltreinen, privé-bestuurde auto's, stille natuurplekjes, legbatterijen, hazenlippen, meisjes zonder benul van wiskunde, uit papier bestaande kranten, schaaktoernooien waar gespeeld wordt met houten stukken, pitbulls, brillen en briefopeners.
        Wat er precies met boeken, archieven en databanken gaat gebeuren, vind ik moeilijk te voorspellen, maar dat bibliotheken in de 21ste eeuw volstrekt anders worden ingericht, is zeker. Er zal echter één instituut zijn, dat absoluut alles zal overleven. Dat is het Nederlandse omroepbestel. Ik voorspel dat de Nederlandse omroepen ruzie blijven maken over de invulling van de netten, zelfs als er helemaal geen televisie meer bestaat.

NRC\Handelsblad, 31 december 1999 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina