Enquêtemoeheid

        Sinds onze gezinsuitbreiding een feit is, worden wij op twee manieren benaderd door het bedrijfsleven. De eerste manier gaat via dames, die ons een verrassingspakket willen overhandigen. Daar zit dan een pak Omo in, een pak Pampers en een potje sandwichspread. Huishoudelijke producten, maar dan wel in de kleinste hoeveelheden. Toen het mij voor het eerst overkwam, was er een mevrouw die mij kwam uitleggen hoe cup-a-soap werkt. Dom? Sinds ik de tennisser Ivan Lendl op de televisie heb horen vertellen dat het ei dat aan het koken was ontplofte, omdat hij niet wist dat je er ook water bij moest doen, verbaas ik mij nergens meer over.
        De tweede manier gaat via enquêteurs en het prettige daarbij is dat ik mij al jaren lang niet meer laat enquêteren. Geen zin, geen tijd, mompel ik dan. En leg op. Frits Becht, de oprichter van Intomarkt, heeft mij eens verteld dat in de begintijd van het opinieonderzoek negentig procent van de huisvrouwen meedeed. Tegenwoordig is dat nog maar 1 op 3, wat de representativiteit van al dat onderzoek enorm aantast. Het leek Becht wel wat om een bestand op te bouwen van mensen die gewoon per maand betaald krijgen en die in ruil daarvoor op elk willekeurig moment met vragen lastig gevallen mogen worden.
        In het wetenschapskatern van de Volkskrant trof ik een andere oplossing aan voor de enquêtemoeheid van Nederlanders. Onlangs hebben enquêteurs zich met veel geslijm naar binnen gewerkt bij mensen die niet aan enquêtes mee willen doen. De enquêteurs namen bloemen mee, en cadeautjes, en broodjes paling en zalm, ten einde in een aangename sfeer de vragen te kunnen stellen. Dit hele scala van strijkages was ingezet om een wetenschappelijk verantwoord beeld te krijgen van de mens die niet aan enquêtes mee wil doen.
        En wat bleek?
        De mens die niet aan enquêtes mee wil doen, denkt en doet precies hetzelfde als de mens die wel aan enquêtes mee wil doen. De niet-willers kopen precies dezelfde Omo en dezelfde Pampers en zij doen precies dezelfde sandwichspread op hun boterham als de wel-willers. Ik hoef u niet te vertellen hoe groot de opluchting was onder opiniepeilers. Het maakt niets uit! Opdrachtgevers kunnen ons gewoon die dure opdrachten blijven geven.
        Ik bedoel maar: straks doet misschien nog slechts één van de tien mensen mee, tenminste als je een nieuwe Mercedes voor zijn deur zet en haar verblijdt met een echte parelketting. Het is daarom reuze goed te weten dat die ene wel degelijk representatief is voor het geheel.

Folia, 16 februari 2001 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina