Der Stellvertreter


        De recente uitspraken van kardinaal Simonis hebben het onderzoek naar het zwijgen van paus Pius XII (1876-1958) over de jodenvervolging door de nazi's in een stroomversnelling gebracht. Volgens kardinaal Simonis, die het weer heeft gehoord van de toenmalige huishoudster van Pius XII, heeft de paus in 1942 een brief geschreven waarin hij de vervolgingen openlijk veroordeelde.
        De vraag is echter wat er met deze brief is gebeurd. Waarom is deze brief nooit bij de Duitse autoriteiten aangekomen? Waarom heeft deze brief geen sporen nagelaten? Hoe is deze brief zoek geraakt en waarom heeft niemand deze brief van der Stellvertreter gevonden, laat staan gelezen?
        Het is natuurlijk niet voor niets dat kardinaal Simonis juist op dit moment met zijn verklaring naar buiten treedt, want al enige tijd circuleren verschillende theorieën over het gedrag van paus Pius XII en zijn verdwenen brief. Een van de belangrijkste theorieën, aangehangen door de meeste kerkhistorici, is de volgende.
        Op een dag in 1942 was paus Pius XII het optreden van de nazi's volkomen zat. Hij ging aan zijn pauselijke tafel zitten en schreef de bewuste brief, waarin hij de vervolgingen in de zwaarste termen veroordeelde. Daarna dronk de paus anderhalf glas miswijn. Terwijl de paus daar aan zijn pauselijke tafel zat, raakte hij ervan overtuigd dat zijn brief geen uitstel meer kon verdragen. Deze brief was zo belangrijk dat hij onmiddellijk moest worden verstuurd!
        Wat er toen in het Vaticaan is gebeurd, is daar nimmer meer herhaald. Plotseling stond de paus op en hij eiste dat hij naar de pauselijke auto zou worden gebracht. Dat is zeer ongebruikelijk. Normaal gesproken wordt eerst de pauselijk chauffeur geroepen, maar daar wilde Pius XII dit keer niets van weten. Met de brief in de hand beende hij met grote stappen naar de pauselijke garage, waar twee auto's klaar stonden: een alfa en een omega.
        De paus besloot de alfa te nemen, een verlengde cabriolet, die ook wel als de voorganger van de pausmobiel wordt beschouwd. Alle tegenwerpingen van zijn staf ten spijt, nam de Pius XII plaats achter het stuur en gaf gas. Maar helaas. Onbekend met de machine die hij onder zich had, moet de paus op dit ogenblik de rode raceknop hebben ingedrukt, die zo'n sportieve auto als de alfa nu eenmaal bezit. Met een ongekende kracht sprintte de auto weg en hoewel de paus onmiddellijk zijn voet op de rem zette, kon hij toch niet verhinderen dat de wagen uit zijn koers raakte en de trappen van het Vaticaan afstuiterde.
        Beneden kwam de auto tot stilstand tegen een pilaar, waar de motor in brand vloog. Gelukkig kon de paus nog juist op tijd door de een groepje aangesnelde bisschoppen uit het wrak gered worden. De paus hield aan het ongeval een flinke hoofdwond over en aanvankelijk herinnerde hij zich ook niets meer van het gebeurde, maar dankzij de goede zorgen van de nonnen herstelde hij voorspoedig. Er bleef echter een zwart gat in zijn geheugen: die brief. Van de brief is ook niets meer teruggevonden. Vermoedelijk is hij bij de motorbrand geheel in rook opgegaan. De Zwitserse garde, die de auto later nog uitgebreid heeft onderzocht, heeft zelfs geen snipper van de brief kunnen redden. Het spreekt vanzelf dat deze ervaring voor de paus zo traumatisch was dat hij niet meer in staat is geweest een nieuwe brief te schrijven.
        Tot zover deze theorie, die door verschillende gerenommeerde kerkhistorici wordt aangehangen. Er zijn natuurlijk ook nog andere theorieën, maar zij worden over het algemeen minder plausibel geacht. Zo is er een theorie die beweert dat de brief uiteindelijk niet werd gepost, omdat de wekker van Pius XII niet op tijd is afgelopen. Daarnaast circuleren er verklaringen over een dichte brug en een bananenschil, terwijl de theorie waarbij de jonge Marlyne Monroe betrokken schijnt te zijn, nog nadere uitwerking behoeft.
        Over de theorie van kardinaal Simones kunnen wij daarentegen kort zijn. Die bevordert het zinloos straatgeweld.

NRC\Handelsblad, oktober 1998