Palinurus
Er bestaat een foto van Cyril
Connolly waarop hij, achterover leunend in een stoel, aantekeningen maakt in
een klein bloknootje. Om hem heen staan slordig opgestapelde boeken en wij zien
ook een schemerlamp met een scheef gezakte kap, zodat alles de indruk maakt dat
de schrijver zich hier helemaal thuis voelt. Dit moet zijn studeerkamer zijn.
Connolly, met bril, onbestemd maar ergens in de veertig of de vijftig, is
geheel verdiept in zijn notities. Wat de foto echter bijzonder maakt, is de
aanwezigheid van een klein meisje aan het voeteneind van de schrijver. Als een
Mona Lisa in de dop kijkt zij geheimzinnig lachend de camera in. Hoewel de
leeftijdsverschillen aanzienlijk zijn en de foto ons twee in zichzelf gekeerde
werelden toont, heb ik de relatie tussen beiden nooit anders kunnen zien dan
die tussen vader en kind.
Sommige mannen willen
tramconducteur worden of straaljagerpiloot, maar toen ik die bewuste foto voor
de eerste keer zag, dacht ik onmiddellijk: ik wil ook zo worden als deze wat
dikkige, wat kalende man op de foto. Het wordt geen meisje maar een jongetje,
maar voor de rest ziet het er naar uit dat ik heel dicht in de buurt ga
komen.
Gisteravond zijn we naar het
geboortecentrum geweest voor de laatste nuttige tips. Geboorte is een
vrouwenkwestie die de man reduceert tot de nutteloze aanwezigheid die hij
eigenlijk altijd is geweest. Als grote walvissen deinen de vrouwen binnen. Zij
zijn zich zichtbaar bewust van hun belangrijke taak. De natuur heeft het zo
geregeld dat de vrouw het in haar finest hour helemaal alleen afkan. In laatste
instantie heeft zij niemand nodig. Van die vriendelijke dame die ons voorlicht,
krijgen wij te horen dat het niet zelden voorkomt dat de vrouw tijdens de
bevalling allergisch is voor de mannelijke aanraking. Geregeld schijnt het te
gebeuren dat de behulpzame man met een snauw wordt weggejaagd. Een veel
voorkomend verwijt daarbij is dat de man uit zijn mond stinkt. Dat verbaast mij
eigenlijk niets en ik zou ook niet vreemd opkijken als het reukorgaan van de
vrouw tijdens de zwangerschap extra gevoelig wordt voor de onsmakelijke
lichamelijke walm die elke man toch met zich meedraagt. Het lijkt mij typisch
een onderzoekje voor de Lancet.
Wat ik niet wist, is dat de
moederkoek in sommige culturen wordt opgegeten, zoals bij dieren. Het schijnt
lekker te zijn en ook nog heel gezond. In Spanje mengen ze het door de soep of
krijg je het bij een glaasje jus. Ook leerde ik op die voorlichtingsavond iets
over Amsterdam. Bij het oproepen van de vroedvrouw is het namelijk erg
belangrijk dat u heel precies uw adres opgeeft. In Amsterdam hebben de huizen
zo veel verschillende bellen met zo veel verschillende namen dat het vaak
ondoenlijk is om de juiste persoon bij de juiste deur te vinden. Moeders hebben
weer hele andere namen dan vaders en ouders hebben weer hele andere namen dan
hun kinderen, zodat het bij het zoeken van het juiste adres soms om gek te
worden is - tenminste in Amsterdam.
Een van de mooiste boeken die
ik ken is Het rusteloze graf, een bundel losse aantekeningen die
Connolly publiceerde onder het pseudoniem Palinurus. Dat pseudoniem koos hij
niet voor niets, want Palinurus was de Trojaanse stuurman van Aeneïs, die
met de helmstok in de hand in slaap sukkelt en dan overboord valt. Connolly zag
er een metafoor in: een huwelijksbootje met een knikkebollende man aan het
roer, die pas wakker wordt als hij in het koude water ligt. Maar dan is het te
laat. Het bootje vaart verder, zonder dat de vrouw nog omkijkt. Voor de man
rest alleen nog de hoop dat hij gered zal worden door een ander bootje dat
toevallig langskomt.
Terugkerend thema bij Palinurus
is de volstrekte overbodigheid van de man. De moderne technologie heeft hem
inmiddels gelijk gegeven. Roei morgen alle mannen uit en een klein buisje
ingevroren sperma is voldoende om het menselijk ras in stand te houden. Maar
als je morgen alle vrouwen wegmaait, zal het een stuk moeilijker worden om ons
voorbestaan te garanderen. Connolly geloofde overigens in reïncarnatie,
althans hij geloofde dat hij eerder in de keten als een fles wijn door het
leven was gegaan. O ja, en tenslotte leerde ik op het geboortecentrum dat het
de man is toegestaan om tijdens de bevalling flauw te vallen.
NRC\Handelsblad, 5 januari 2001 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|