Zorg dat je erbij komt

        "Zo knul, wat kom jij doen?".
        "Ik kom u bekeuren, mijnheer".
        "Zeg je: ik kom u bekeuren?".
        "Ja, mijnheer".
        "Dat is fout, knul. Je moet zeggen: wij komen u bekeuren".
        "Wij, mijnheer? Maar ik ben toch maar alleen".
        "Zeker, maar als agent ben je een ambtenaar in functie, die de macht vertegenwoordigt en dat laat je horen door de pluralis majestatis te gebruiken".
        "De wat, mijnheer?".
        "De pluralis majes…ach, laat maar zitten. Heb je geen zinsontleding op school?".
        "Afgeschaft, mijnheer, omdat staatssecretaris Adelmund dat te moeilijk vond".
        "Wat heb je trouwens een mooi uniform aan. Draai je eens om en laat me eens naar je kijken. Zo…mmm…dat ziet er goed uit, knul".
        "Vindt u ook niet? Ik heb het gekregen op het politiebureau. Het was een beetje te groot, maar mijn moeder heeft de broek versteld en de mouwen in gekort. Ik heb er ook een stel nieuwe laarzen bij. Echt leer. Die houd ik aan als ik het weekend naar de disco ga".
        "Dat is leuk. Maar wil je beweren dat dit een echt uniform is?".
        "Jazeker, mijnheer. Heeft u het niet gelezen? Wij behoren tot het eerste corps scholieren, dat op voorspraak van commissaris Vogelzang de Utrechtse politie gaat versterken".
        "Nee, maar. En waar had je me dan voor willen bekeuren?".
        "Wij willen u bekeuren, omdat uw auto verkeerd geparkeerd staat!".
        "Nou ja, verkeerd…overdrijf je niet een beetje? Hij staat met twee wielen op de stoep, maar is dat verkeerd? Had je liever gezien dat hij helemaal op de weg had gestaan, zodat niemand er meer langs kan?".
        "Dat niet, mijnheer, maar volgens mij betekent dat verkeersbord dat je hier niet mag parkeren".
        "Weet je dat zeker, knul? Betekent dat niet: éénrichtingsverkeer?".
        "Dat dachten wij van niet".
        "Wat vind je trouwens van mijn bolide, knul?".
        "Een Ferrari, mijnheer…zo eentje, maar dan als speelgoedauto, heb ik voor mijn sinterklaas gehad".
        "Zeg knul, zeg eens eerlijk: zou je er niet een eindje in willen rijden? Ik weet een afgelegen fabrieksterrein, waar wij een paar rondjes kunnen rijden zonder dat iemand het ziet".
        "Ik weet niet of…".
        "Dan mag je zelf het stuur vasthouden. Wat vind je ervan?".
        "Ik weet niet of mijn moeder dat wel…".
        "Dan zul je eindelijk ervaren wat is om zijn brullende motor onder je kont te hebben. Alsof je een ongetemd paard berijdt! Dan leg ik je uit hoe de versnellingsknuppel werkt. Voel zelf de macht van de twaalf cilinders, het razend snelle opkomen van de koppeling, het optrekken naar honderd kilometer in anderhalve seconde! Heb je trouwens zin in een dropje? Ik heb ze in de auto liggen".
        "Daar zeggen wij geen nee tegen, mijnheer".
        "Voorzichtig instappen, knul, denk om de lak. Zit je goed? Wacht even, raampjes dicht, dan ik trek eerst mijn racehandschoenen aan. Rijdt nooit zonder handschoenen als je zo'n aardig knulletje in de auto hebt, zeg ik altijd maar. Wat heb je toch een stel lieve oortjes. Hoe oud ben je, knul?".
        "Vijftien, mijnheer".
        "Vijftien, wat een prachtige leeftijd! Nou, hou je vast. Daar gaan we. Voel je hem zoeven? Dit is toch wat anders dan die Porsches van de verkeerspolitie. Zeg knul, zou je niet wat bij willen verdienen? Zo vet zijn die salarissen bij de politie toch niet. Wat dacht je van vijftig gulden? Honderd gulden dan, plus die zak drop die in het handkastje ligt.
        "Maar u als ambtenaar in functie weet ik niet of…".
        "Ja, goed zo. Dat is het. Zo doe je het goed. Voorzichtig en nu iets harder. Twiet, twiet, twiet. Ooooh…! Commissaris Vogelzang, groot is uw naam!".
        Whraaoeem!!!

NRC/Handelsblad 7-01-2000 © Max Pam

terug naar de inhoudspagina