Als Felix Rottenberg niet het onderwijs had genoten dat zijn partijgenoot Van Kemenade voor ogen stond, had hij vast en zeker beter kunnen spellen - en denken.

        De geschiedenis, en dus ook de berichtgeving daarover, beweegt zich voortdurend tussen het persoonlijke en het structurele. Het neusje van Cleopatra kan de wereld doen sidderen, maar daarvoor is wel een Romeins rijk nodig dat een imperialistische politiek voert.
        Nu heeft links, waartoe ik ook de sociaal-democratie reken, altijd de grootste moeite gehad met het persoonlijke. Daarom ook heeft Den Uyl het destijds afgelegd tegen Van Agt en daarom heeft Trotski het destijd afgelegd tegen Stalin. Weet u hoe Stalin zijn tegenstander heeft uitgeschakeld? Trotski was de man van de grote lijnen en structuren, de intellectueel. Hij kon er slecht tegen als zijn manschappen zich onledig hielden met platvloersheden en onbenullige gesprekken. Om die zwakte uit te buiten, gaf Stalin aan de militairen rond Trotski de opdracht zo veel mogelijk smakeloze grappen te vertellen. Vooral over sex en stront moesten ze het hebben, zei Stalin. Toen dit inderdaad gebeurde, begon Trotski zich enorm op te winden en daarmee maakte hij zich in korte tijd onmogelijk binnen zijn eigen Rode Leger. Men vond Trotski eigenlijk maar een doetje, een soort nicht, die niet eens een lekkere vieze mop kon waarderen.
        Maar nu even terug naar de Nederlandse sociaal-democratie. In 1997 heeft Felix Rottenberg voor een legertje vooraanstaande PvdA'ers een lezing gehouden, die volgens deze krant de dr. J.M. den Uyl-lezing heet. Zelf heb ik altijd gedacht dat Den Uyl drs. was, maar het kan zijn dat ik een eredoctoraat heb gemist of dat Den Uyl postuum is gepromoveerd.
        In zijn lezing probeert Felix Rottenberg het persoonlijke met het structurele te verbinden. Hij doet dat om een domineeachtige manier, waarbij hij eerst vertelt over een geval in zijn praktijk, om vervolgens daaruit een algemene conclusie te trekken. Daar is op niets op tegen, zij het dat hij voor zijn structurele toelichting wel het deftigste pak heeft aangetrokken. Achtereenvolgens citeert hij: Vagas Llossa, Castells, Foque, Ignatieff, Bayle, De Swaan, Sassoon, Stuart Hall, Robert Michels, enzovoort.
        Felix is nu eenmaal niet van de straat.
        Maar daar heb je het weer. Geen oog voor het persoonlijke, het individuele, kortom voor het detail. Wie kent niet het verhaal van Karl Kraus, die aan zijn bureau zat te werken, toen een vriend zijn kamer binnenstormde met de mededeling dat de Jappen Shanghai hadden gebombardeerd?
        Kraus keek niet op of om, hij schreef gewoon door.
        "Godverdomme!", riep zijn vriend, "jij vindt die komma belangrijker dan de doden die bij dat bombardement zijn gevallen".
        Waarop Kraus antwoordde: "Als de komma's goed hadden gestaan, zouden de bommen nooit zijn gevallen".
        Mocht Kraus gelijk hebben, dan is het misschien maar beter dat Felix Rottenberg nooit minister wordt, want in dat geval voorspel ik dat er ergens op aarde in korte tijd een atoombom zal afgaan. Zelden heb ik namelijk zo veel spel- en stijlfouten aangetroffen als in de Den Uyl-lezing van Felix Rottenberg. Zeventien bedrukte velletjes bedraagt de door de PvdA zelf rondgestuurde versie, waarin hoofdzakelijk zinnen staan die zo krom zijn dat geen hijskraan ze meer overeind kan trekken. Daarnaast vinden wij allerlei contaminaties en andere stijlbloempjes zoals "overladen met overvolle werkweken".
        Kijk bijvoorbeeld eens naar deze zin: "Het ontberen van een internationale strategie van de sociaal-democratie, de flinterdunne programma's van onderzoek en theorievorming vormen echter eveneens een bedreiging voor Labour: hoe lang blijven ze autonoom ten opzichte van het staatsapparaat, hoe voorkomen ze dat het onderscheid wegvalt, want dat is het moment waarop ouderwetse burocratische concepties de politiek infiltreren die onvoldoende geend zijn op de gecompliceerde sociale werkelijkheid".
        Een ongelooflijke brij van woorden, waarin wij niet alleen onderweg het vraagteken zijn kwijtgeraakt, maar waarin met geend vermoedelijk geënt wordt bedoeld. In feite bevat de lezing van Felix Rotterberg zo veel fouten, dat je haast wel moet aannemen dat er iets waar is van de klacht dat socialistische ministers het taalonderwijs hebben afgeschaft.
        Naast de echte spelfouten, zoals geend waar geënt moet staan of oevre inplaats van oeuvre, valt het op dat Rottenberg een spelling gebruikt die een mengeling is van het jaren zestig-aktivisme en van de gouvermentele no-nonsense-periode van daarna. Zo schrijft hij burokratie, struktuur, inhaalaktie, korrigerend, konfrontatie en geaksepteerd, maar erg consistent is hij daarin niet. Ook conjunctuur, complex, structureel en educatie kom je in zijn lezing tegen.
        Stijlfouten zijn er van allerlei grootte en op allerlei niveaus. Tot de categorie net-iets-mooier-willen-zeggen-dan-noodzakelijk behoort bijvoorbeeld "een viertal weken geleden", waar je ook gewoon "vier weken geleden" kunt schrijven. Dan zijn er "de inelkaar gehaakte netwerken", "de confronterende probleemstellingen" en "de ondoordringbare oligarchie". Zijn lezing noemt hij trouwens statig "een proeve van een zoektocht", waar eenvoudig "zoektocht" genoeg zou zijn. Wanneer Rottenberg bedoelt dat zijn partijgenoot Bart Tromp een eenzijdige kijk heeft, schrijft hij dat Tromps "waarneming van de empirie beslist eenzijdig is".
        Wat je in de lezing van Rottenberg ook veel tegenkomt, zijn de kromme zinnen. Zoals deze: "Valt er een patroon te distilleren, dat houvast biedt voor hen, die begrijpelijkerwijs
afgeschrikt worden als de ijzeren wet der oligarchie toeslaat waardoor een geniepig conservatisme de overhand krijgt, wat overigens altijd weer, vroeg of laat - alsof het een chemisch proces betreft - verzet oproept, een teken dat er misschien een nieuwe lente opkomst is".
        Mijn waarneming van de empirie is dat deze zin tegen het eind volkomen in elkaar ploft.
        Bij Rottenberg leidt ook nooit iets tot onafhankelijkheid, tot heterogeniteit of tot machiavellisme, maar altijd tot vormen van onafhankelijkheid, tot vormen van heterogeniteit en tot vormen van machiavellisme. Soms weet Rottenberg gewoon niet wat bepaalde woorden betekenen. Een inkomenspiramide waaruit blijkt dat de topinkomens er met 34% op vooruit zijn gegaan, terwijl de inkomens van de laagste klasse met 2% zijn gedaald, noemt hij "de
ultieme metafoor voor de doorgeschoten inkomensverschillen van de laatste jaren".
        Maar een metafoor is een overdrachtelijke uitdrukking. De kameel is het schip van de woestijn. Op de vleugels van de tijd. De vuilnisbak van de geschiedenis. Dat een inkomensverdeling er grafisch als een piramide uitziet, heeft op zichzelf nog niets
met een metafoor te maken.
        De lezing van Rottenberg noemde ik reeds "een ongelooflijk brij". Ik was dan ook erg benieuwd wat Vrij Nederland zou doen, want dit weekblad had aanvankelijk aangekondigd dat het van de drs. J.M. den Uyl-lezing in een onverkorte versie zou afdrukken. Het kostte mij weinig moeite een wanhopige eindredacteur voor te stellen, die de lezing niet alleen tot een redelijke omvang moest terugbrengen, maar die er ook nog eens, min of meer aanvaardbaar, Nederlands van moest maken.
        In de journalistiek is de eindredacteur de stille figuur, die zich op de achtergrond houdt. De lezer kent zijn naam niet, want de eindredacteur schrijft maar zelden een stuk. Daarentegen redigeert hij het werk van anderen. Hij schrapt, beitelt, herschrijft, verbetert en trapt daarbij vooral op de tenen van de oorspronkelijke auteur.
        Hoe zou de VN-eindredacteur nu te werk gaan met de lezing van Felix Rottenberg? Vrij Nederland houdt van lange stukken, maar zeventien velletjes-Rottenberg, op deze manier bij elkaar geknoeid, dat is zelfs voor VN te veel van het goede. En zo begon de eindredacteur te schrappen: van 17 velletjes naar 12, toen naar 9, naar 7, en tenslotte naar...6.
Kon de onverkorte versie nog korter?
        Weinig zinnen bleven onder het strenge regiem van de eindredacteur overeind. De eerste zin uit de lezing werd meteen in tweeën gesneden, de verhandeling daarna in de tweede zin over Vargas Llossa sneuvelde, de derde zin werd gerestyled door het verwijderen van twee komma's en van de vierde zin werd de staart afgehakt. Enzovoort.
        Naast de echte spelfouten heeft de eindredacteur keihard ingegrepen. Velletje 2 tot en met 9 van de lezing blijken in VN rücksichtslos te zijn geschrapt. Pas op velletje 10 komt de lezing uit zijn tunnel weer boven de grond. Ineens volgens weer een paar (herschreven) alinea's, maar dan scheert de lezing weer de tunnel in.
        Op velletje elf zet Rottenberg aan tot een dramatisch hoogtepunt. Sociaal-democratische partijen in Europa, zegt hij, worstelen met drie typen problemen. Helaas, de eerste twee zijn door eindredacteur te onbenullig bevonden, zodat de VN-lezer nooit te weten zal komen om welke problemen het gaat. Het derde probleem heeft de eindredacteur daarentegen laten staan, maar zo dat je er als lezer niet in de gaten hebt dat in de oorspronkelijke tekst van drie problemen wordt gerept.
        De vraag die mij kwelt, is nu wat Felix zelf vindt van al die ingrepen. Als er in een van mijn stukjes een woordje of een komma wegvalt, kan ik al een dag uit mijn humeur zijn.
        Maar Felix?
        Zou hij gehuild hebben toen zijn lezing als een lijk in stukken werd gezaagd? Of zou hij, zoals de meeste politici, blij zijn geweest dat zijn naam tenminste weer in de krant stond?

De Volkskrant, december 1997 © Max Pam

terug naar de inhoudspagina