Telefoonliefde
Vandaag behandelen wij een
gruwelijk probleem, dat vrijwel iedereen kent, maar waarover zelden wordt
geschreven: wat moet je doen als je heerlijk ligt te vrijen en de telefoon
gaat? Dorothy Parker heeft in die situatie eens opgenomen met de mededeling:
"Sorry, I am too funckin' busy, or vice versa". Waarna zij de
hoorn op de haak smeet. In die tijd hadden de telefoons namelijk nog een
haak.
Maar het antwoord van Dororthy
Parker is ons niet genoeg. Het is zaak enige systematiek in deze kwestie aan te
brengen. Het valt de systematicus dan onmiddellijk op dat er drie mogelijkheden
zijn:
- Wij trekken ons niets van de telefoon aan en gaan gewoon door;
- Wij stoppen met vrijen en nemen de telefoon op;
- Wij nemen de telefoon op, terwijl wij doorgaan met vrijen.
Wanneer de telefoon gaat,
wordt de vrijende mens voor een uiterst onaangenaam dilemma geplaatst. Hij of
zij moet kiezen tussen de wellust en de nieuwsgierigheid. Misschien zelfs
tussen de liefde en de kennis. Het zal duidelijk zijn dat wij hier niet maken
met hebben met een gewone keus, maar met één die buitengewoon
fundamenteel is. Het is een keus tussen Afrodite en Athene, tussen Freud en
Einstein, tussen de kunstenaar en de journalist. Tussen natuur en cultuur. Zo'n
keuze moet bij de vrijende mens wel diepe sporen nalaten.
Wij liggen met elkaar in bed,
diep van elkaar doordrongen. Volledige fysieke vereniging tussen twee mensen is
de zeldzaamste belevenis die het leven kan verschaffen, heeft Cyril Connoly
geschreven. Tring! Daar gaat de telefoon. Wij verkrampen, niet uit lust maar
uit angst. Veel is op datzelfde moment al bedorven. Plotseling werkt het
verstand, dat bijna geheel was uitgeschakeld, weer op volle toeren. Welke gek
belt er uitgerekend op dit moment? Of zou het iets belangrijks zijn? De
nieuwsgierigheid heeft al één oog opengedaan. Zou het een
miljoenenopdracht zijn, of ongeluk, of misschien wel de dood van een geliefd
familielid?
Intussen klemt het lichaam
boven of onder zich met nog meer overgave aan ons vast. Het sluit ons in zijn
of haar armen. Het heerlijke lichaam heeft geen boodschap aan de telefoon. Het
heerlijke lichaam knort en blaast, het gooit er nog een schepje bovenop om vast
te houden wat verloren dreigt te gaan. Waag het niet, zegt het heerlijke
lichaam. Natuurlijk niet liefste, maar je weet nooit wat er allemaal gebeurd
kan zijn. Wij moeten nu een beslissing nemen en wij voelen wel: dit wordt een
testcase.
Mogelijkheid 1 zegt dat wij de
telefoon laten uitrazen om vervolgens het vrijen te vervolgen. De notie dat wij
misschien iets heel belangrijks zijn misgelopen, kan het even extra spannend
maken, maar dat duurt meestal niet lang. Na de bevrediging volgt de
teleurstelling. Ik ken mensen die na afloop meteen uit bed springen en hun hele
kenniskring beginnen af te bellen. Zeg, was jij daarnet aan de telefoon? Ja, ik
stond onder de douche, ik kwam aangerend, maar ik was juist te laat.
Soms wint de nieuwsgierigheid
in mogelijkheid 2, maar die winst is tegelijkertijd een zware nederlaag. Het
ene lichaam wrikt zich los uit het andere. Pijn is hier niet het juist woord,
maar het gevoel dat ermee gepaard gaat is zo vernietigend, dat je al gauw in
termen van achteloosheid en verraad komt te spreken. Je springt uit bed en
naakt ren je naar de telefoon. Nog met een erectie neem je op. Nee, dit is niet
het nummer van slagerij Van Kampen. U bent verkeerd verbonden! Dat komt nooit
meer goed.
Tenslotte mogelijkheid 3: het
compromis. Noodzaak daarbij is wel dat u de telefoon naast het bed heeft staan.
Dat is op zichzelf al een teken van ironie en perversiteit. Begin nooit een
verhouding met iemand die de telefoon naast het bed heeft staan. Hier kan de
liefde het nooit van de nieuwsgierigheid winnen. In sommige slaapkamers staat
naast de telefoon ook nog een televisie. In dat geval is de situatie volstrekt
hopeloos.
NRC\Handelsblad, 8 oktober 1981
|